Het beleid van Hollands Kroon over datacenters rammelt | Opinie

Datum:
  • zaterdag 8 mei 2021
  • in
  • Categorie: , , ,
  •  


    Hollands Kroon - Middenmeer 
    Het beleid van Hollands Kroon rammelt als het gaat over datacenters, betoogt Jan Meijles uit Lutjewinkel, voormalig beleidsmedewerker ruimtelijke ordening in het landelijk gebied bij de provincie Zuid-Holland.


    Jan Meijles  8-5-2021 


    De besluitvorming over de wijziging van het bestemmingsplan voor het derde datacenter van Microsoft in de Wieringermeer is aanstaande. Daarvoor is het voor zowel de burgers als raadsleden van belang om te weten of de argumentatie van B en W van Hollands Kroon voor wijziging van de bestemming ‘agrarisch’ naar ‘bedrijventerrein’ de toets der kritiek kan doorstaan.

    Daarvoor is het vanuit de Wet op de ruimtelijke ordening van belang of er in recente ruimtelijke beleidsdocumenten door de gemeente een - volgens deze wet - verplicht ‘ruimtelijk voldoende onderbouwd besluit’ is opgenomen om het huidige voorstel aan de raad te mogen voorleggen.

    Als dat niet het geval is kan elke belanghebbende met grote kans van slagen beroep tegen dit plan indienen bij de Raad van State, als het wordt aangenomen. Dat zou de gemeenteraad niet moeten willen.

    Welnu, hét beleidsdocument waarin het beleid op gebied van de ruimtelijke ordening voor vele jaren daarna heeft vastgelegd is de Omgevingsvisie 2016. B en W geeft aan dat in dat document staat dat de ontwikkeling van een datacenter in gebied B1 is toegestaan. Daarop heb ik deze visie er op nageslagen.

    Wie schetst mijn verbazing dat er in de hele visie maar één piepklein plaatje is opgenomen, waarin twee rode pijlen op B1 zijn opgenomen. Deze beginnen bij Het Venster en lopen tot B2 in noordwestelijke richting. Volgens het college is daarmee aangegeven in welke richting er ontwikkeling van glastuinbouw of bedrijven buiten Agriport mag plaats vinden. Als ik dan kijk naar de ruimtelijke onderbouwing van deze opvatting, vind ik alleen de volgende tekst, pal boven het plaatje met de twee pijlen op B1: ’Als er voldoende aantoonbare behoefte is aan nieuwe bedrijfsgrond of glastuinbouw grond dan ligt uitbreiding in de richting van onderstaande locaties voor de hand.

    Naar mijn bescheiden mening kan de term: ‘ligt voor de hand’ moeilijk als een ‘besluit’ getypeerd worden. Dan ga je wel heel flexibel met het begrip ‘besluit’ om. Het is in elk geval geen ‘objectiveerbare onderbouwing’ zoals volgens jurisprudentie op gebied van de ruimtelijke ordening in ons land als een minimum vereiste aan motiveringen van gemeenten gesteld worden.

    Dit houdt in dat een verantwoorde onderbouwing voor ontwikkeling van bedrijven op B1 in de Omgevingsvisie ontbreekt. Dat heeft als consequentie dat het college zich op niet-wettelijke gronden beroept op het betreffende plaatje en tekst in deze Omgevingsvisie om het ontwerpbestemmingsplan aan de raad voor te leggen. Dit had het college volgens de Wet op de ruimtelijke ordening dus niet mogen doen.

    De gemeenteraad van Hollands Kroon zou er daarom goed aan doen eerst een degelijk juridisch advies van een gerenommeerd ruimtelijk ordeningsdeskundige over de juridische hardheid van genoemd standpunt van B en W over de Omgevingsvisie in te winnen, voordat zij overgaat tot besluitvorming over het voorliggende voorstel.

    Noordhollands Dagblad

    0 reacties :

    Een reactie posten