Dieselvallei voor datadozen in Hollands Kroon

Datum:
  • dinsdag 18 mei 2021
  • in
  • Categorie: , , , ,

  • Hollands Kroon
      DATACENTERS 

    Miljoenen liters brandstof nodig voor noodaggregaten




    Bart Vuijk 18-5-2021


    Op het diepste punt van de Wieringermeerpolder bevindt zich ruim

    twee miljoen liter dieselolie in grote opslagtanks. Een hoeveelheid

    die de komende jaren zal vervijfvoudigen.


    _________________________


    Raad trapt op de rem


    De behandeling van een nieuw 
    bestemmingsplan om nog meer 
    datacenters toe te staan op 
    Agriport in de Wieringermeer
    is vorige week door het presidium
    van de gemeenteraad van Hollands
    Kroon van de raadsagenda van 
    27 mei afgehaald. De provincie is
     uiterst kritisch over dit concept-
    bestemmingsplan. Vooral omdat 
    er weinig in staat over de gigantische
    vraag naar stroom en drinkwater. 
    Het college van b en w wil het 
    nieuwe bestemmingsplan onverkort
    doorzetten. 

    ___________________________________________


    Miljoenen liter dieselolie zijn nodig voor de meer dan honderd noodaggregaten van de datacenters van Microsoft en Google, die in de Wieringermeer recent zijn gebouwd. En er wordt gewerkt aan uitbreiding van het aantal datacenters. Naarmate er meer komen, groeit ook de behoefte aan brandstof. Als alles volgens plan wordt volgebouwd met datacenters aan weerszijden van de A7 ligt er volgens berekeningen van door deze krant geraadpleegde deskundigen zo’n tien miljoen liter diesel opgeslagen. Dat strookt niet met het groene imago van de techgiganten. 

    De aanwezigheid van miljoenen liters dieselolie is nodig, omdat de datacenters een enorme behoefte aan elektriciteit hebben. De twee datacenters hebben elk de stroomvraag van een stad als Alkmaar. Enorme onderstations naast de datacenters van Microsoft en Google halen de stroom van het net af en leveren die aan de datahallen, waar duizenden servers zoemen om clouddiensten als Google Photos, Microsoft Teams, Office 365 en Gmail in de lucht te houden. Voor de stroombehoefte hebben beide Amerikaanse techgiganten groene stroom ingekocht bij windparken en zonneweiden. Zo stellen de datacenters koplopers te zijn in de strijd om klimaatneutraal te werken. Sterker nog, de concerns beloven over enkele jaren zelfs ’klimaatpositief’ te worden – wat dat ook betekenen mag. 

    99,999 procent 

    Dat is toekomstmuziek. Intussen moet de zekerheid van stroomlevering voor deze datacenters tiptop in orde zijn. ’Vijf negens’, is de term die exploitanten van datacenters hiervoor gebruiken. Dat betekent dat ze 99,999 procent van de tijd ongehinderd in de lucht moeten zijn en dat vereist een uiterst stabiele en ononderbroken stroomvoorziening. 

    Hoewel de stroomvoorziening in Nederland uitstekend is, komt er toch wel eens een stroomstoring voor. Er hoeft maar een dragline door een elektriciteitskabel te spitten en hele woonwijken zitten uren zonder stroom. Dat is voor een woonwijk vervelend, maar voor een datacenter funest. 

    Om deze reden staan naast de datacenters ook tientallen middelhoge schoorstenen – meer dan bij staalgigant Tata Steel. Die zijn nodig voor de dieselaggregaten – enorme machines ter grootte van een flinke scheepsmotor. Microsoft en Google hebben in de Wieringermeer zo’n beetje de grootste dieselaggregaten geïnstalleerd die er te krijgen zijn. Ze moeten voorzien in noodstroom. 

    Het risico is erg klein, maar uitvallen van stroom is er namelijk wel degelijk. De dieselaggregaten, 36 bij Google en 79 bij Microsoft (en nog 42 gepland bij een nieuw datacenter), hoeven dus doorgaans niet te draaien. 

    Dat brengt een risico met zich mee. Hoe weet je dat ze het wel doen als ze een keer nodig zijn? Ze moeten dus regelmatig worden getest. Er is een schema voor. Een uur per maand ronkt elke aggregaat walmende dieselrook de lucht in. Daarnaast draaien ze eenmaal per jaar allemaal twaalf uur achter elkaar. Bijna een etmaal per jaar is daarmee elke aggregaat aan het werk, alleen maar om te kijken of deze het nog doet. 

    Grootvervuilers 

    Een dag per jaar lijkt niet veel. Toch brengen de verder vrijwel werkloze dieselaggregaten een heleboel mitsen en maren met zich mee. Als je een capaciteit van meer dan 20 megawatt thermisch opstelt, en dat is al met vier of vijf aggregaten het geval, moeten er voor de CO2-uitstoot emissierechten worden ingekocht. Microsoft en Google hebben allebei die verplichting. 

    De Nederlandse Emissie Autoriteit meldt dat Microsoft in 2018 374.000 kilo CO2 uitstootte en in 2019 451.000 kilo. Dat is niet eens zoveel als je het vergelijkt met de uitstoot van nabijgelegen glastuinbouwbedrijven, maar het wekt ietwat bevreemdend om een ’groen’ bedrijf als een datacenter überhaupt op de lijst voor CO2-emissierechthebbenden te zien staan. Tussen grootvervuilers als bijvoorbeeld Tata Steel, Shell en alle energiecentrales. 

    Google heeft behalve in Middenmeer ook een datacenter in Eemshaven. De diesels bij dat gebouw kwamen in 2019 tot uitstoot van meer dan een miljoen kilo CO2. Het datacenter van Google in Middenmeer is pas in december 2020 in gebruik gesteld, dus de emissies hiervan zijn nog niet bekend. Volgend jaar wel: dan staat ook deze ’groene’ Noord-Hollandse datadoos in het rijtje grootvervuilers. 

    De lucht in de omgeving wordt nu al dagelijks vervuild met dieselrook. Omgevingsdiensten hebben de datacenters vergunningen gegeven voor de noodstroomaggregaten en zijn daarmee aan allerlei regels gebonden. Zo mogen de apparaten geen brandstof lekken, hebben ze allemaal een dubbelwandige opslagtank en alle machines en tanks staan in lekbakken met randen van bijna een meter hoog, mocht er een lekkage komen. Dan stroomt de brandstof niet de bodem in. 

    Raar genoeg heeft de brandweer van de omringende korpsen nauwelijks informatie over de machines en de opslagtanks. Veiligheidsregio Noord-Holland Noord ziet weinig risico’s, meldt ze op vragen van deze krant. 

    Het neerzetten van tientallen dieselaggregaten heeft ook een bestuurlijk gevolg. Als bij een bedrijf er meer dan 50 megawatt aan thermisch vermogen wordt opgesteld, behoort dat onder provinciaal gezag te vallen en niet meer onder gemeentelijk gezag. 

    Op de vingers getikt 

    Om deze reden heeft de provincie Noord Holland onlangs de gemeente Hollands Kroon gevoelig op de vingers getikt. Tot nu toe gaf de gemeente de vergunningen af, maar straks moeten de datacenters bij het provinciehuis zijn. 

    Google heeft momenteel acht tanks met een gezamenlijke inhoud van 600.000 liter diesel. Daarmee moeten de servers bij een stroomstoring 48 uur lang van stroom kunnen worden voorzien. Vreemd genoeg zijn er geen heldere cijfers over het datacenter van Microsoft. De softwaregigant wil er zelfs niks over zeggen. Herleidend uit de emissiecijfers, het aantal dieselmachines en hun capaciteit valt te berekenen dat op het terrein van de Windows-producent zeker anderhalf miljoen liter diesel moet liggen. Samen komen de twee bestaande datacenters zo tot dik twee miljoen liter diesel. 

    De datacenters van Microsoft en Google beslaan nu samen zo’n 60 hectare. Als de plannen van de gemeente Hollands Kroon worden uitgevoerd, komt daar nog 170 hectare aan datacenters bij. Als die allemaal worden gebouwd – daar heeft de gemeente goede hoop op – dan moet er voor alle datacenters gezamenlijk zo’n tien miljoen liter diesel worden opgeslagen. Daarvan wordt ongeveer de helft elk jaar verstookt bij de maandelijkse en jaarlijkse tests. 

    Dat de datacenters zo’n enorme opslag en verbranding van diesel met zich meebrengen, beseffen zelfs ingewijde ambtenaren nauwelijks. In vergunningen en andere plannen moet je met een lampje zoeken naar informatie over de dieselaggregaten van de datacenters. 

    Dat lijkt overigens een beetje de standaard te zijn. Zorgen van ambtenaren over de enorme stroomvraag van de datacenters worden door bestuurders weggewuifd. Als alle plannen van Hollands Kroon voor nieuwe datacenters doorgaan, staan er straks gebouwen met dezelfde stroombehoefte als de hele stad Amsterdam en is tien miljoen liter diesel voor twee dagen noodstroom nodig. 

    Drinkwater 

    De provincie liet deskundigen onlangs hun licht schijnen over de gigantische vraag naar schoon drinkwater van de centers. Dit komt in de stukken niet voor. Wel geeft PWN inmiddels na veel vragen antwoord op de vraag hoeveel drinkwater er per jaar naar de twee bestaande datacenters gaat: 550.000 kubieke meter, oftewel 550 miljoen liter. Bestemd voor de koeling van de zoemende servers op warme zomerdagen, maar ook voor de bevochtiging van de lucht in de hallen op droge winterdagen. 

    Zo brengen de datacenters onverwachte moeilijkheden naar de polder. Een enorm ruimtebeslag, een astronomische stroombehoefte, verbruik van miljoenen kubieke meters drinkwater en miljoenen liters diesel. Dat drinkwater gaat overigens na gebruik vervuild met zouten en onbekende andere chemicaliën het oppervlaktewater in. 

    Wat wel was beloofd, maar is uitgebleven, zijn duizenden hoogwaardige banen. Er werken hooguit vier tot vijf mensen per hectare datacenter en dat is veel minder dan wat de wethouders Theo Meskers (VVD) en Theo Groot (CDA) de gemeenschap voorspiegelden bij de plannenmakerij. De weerzin in de regio tegen nieuwe plannen groeit en het politieke draagvlak is smal.


    Stroomhonger datacenters evenaart in toekomst 


    stad Amsterdam



    Microsoft en Google moeten emissierechten 


    inkopen voor CO2-verbruik




    Noordhollands Dagblad

    0 reacties :

    Een reactie posten