Patronen zien waar ze er niet zijn

Datum:
  • donderdag 11 maart 2021
  • in
  • Categorie: ,
  • Paul Frijters is emeritus-hoogleraar welzijnseconomie aan de London School of Economics.

    10-3-2021

    Er zijn op dit moment al zeker 31 wetenschappelijke studies die concludeerden dat lockdowns helemaal niet helpen met het verminderen van corona-doden, waaronder recente stukken in Nature en top medische bladen.[1] Erger nog, als je kijkt wat er gebeurt in landen die strengere lockdowns gaan naleven zie je alleen maar extra gezondheidsproblemen omdat mensen aangespoord wordt ongezonder te leven en de ziekenhuizen dan minder mensen helpen[2]. De 10 landen met de meeste covid-doden en oversterfte in Europa hebben dan ook de strengere lockdowns.

    Toch menen velen in de data duidelijk te kunnen zien hoe goed die lockdowns wel niet helpen. Dat geldt ook voor het effect van maskertjes die niet meer zijn dan “tuinhekken om muggen buiten te houden”. Een aardige manier om die onzin te ontmaskeren is het spelletje “voorspel de lockdowns” waarbij je van een aantal landen de data over de tijd laat zien van hoe corona gevallen of dodentallen zich ontwikkelen en dan mag de toehoorder gokken of en wanneer er in die landen aan lockdowns en maskertjes gedaan werd. Neem bijvoorbeeld deze aardige van een recent Financial Times artikel:

     

     

     

     

     

     

     

    Dit plaatje laat voor twee Europese landen het aantal geclaimde coronadoden per 100 duizend inwoners zien per dag. Gok eens welk van deze twee landen aan zware lockdowns deed, en probeer ook te gokken wanneer deze landen wel of niet allerlei maateregelen namen? Het is vrijwel onmogelijk goed te gokken tenzij je het antwoord al weet.

    Wie denkt dat lockdowns of maskertjes werken zou dan bijvoorbeeld kunnen zeggen dat die maatregelen een maand of zo voor latere dalingen ingevoerd werden. Nou, vergeet het maar: het blauwe lijntje is voor het VK dat in maart aan lockdowns ging doen, maskertjes verplicht ging stellen in de nazomer, en strenge lockdowns ging instellen toen de tweede golf alweer bijna op zijn hoogtepunt was begin November, wat 2 maanden later dan weer een extra grote derde dodengolf opleverde. De rode lijn is voor Zweden, die onder Scandinavische landen nog de meeste restricties gehad heeft en niet geheel toevallig dus ook meer coronadoden heeft gehad dan de buren.[3] Toch had de ziekte in Zweden eenzelfde soort verloop, maar dan minder extreem, vooral na oktober toen het VK zo’n enorm lange lockdown instelde.

    Toch is het een veel voorkomend menselijk verschijnsel om in dit soort grafieken een ‘bewijs’ te vinden dat lockdowns ergens goed voor zijn. Je kunt de redeneringen niet krom genoeg verzinnen of sommigen geloven er heilig in. Het feit dat het VK meer coronadoden heeft dan welk ander groot Europees land dan ook maakt geen enkele indruk op de gelovigen: ze moeten en zullen in dit soort grafieken bewijs voor hun groepswanen vinden, net als de (nep)wetenschappers dicht bij de Britse regering.

    Toevallig heb ik zelf jaren geleden al onderzoek gedaan naar dit “zien wat er niet is” fenomeen in een lab experiment dat ik samen met Juan Baron (nu bij de Wereldbank) in AustraliĆ« in 2008 opzette.[4] We probeerden in een tijdsbestek van 50 minuten gewone studenten zover te krijgen dat ze een soort blind cult-gedrag gingen vertonen. Ons gepubliceerde papertje heette dan ook “The cult of Theoi”. Onze bevindingen van destijds sluiten prachtig aan bij de waan van de coronatijd, dus laat ik die experimenten omschrijven.

    We nodigden iets als 500 studenten in groepen van 20 uit naar een laboratorium te komen waar die 20 studenten dan ieder achter een computer gezet werd waar ze rondes lang instructies moesten volgen. Iedere ronde van het experiment bestond uit een eerste fase waarin ze via een simpele rekentoets ‘units’ moesten verdienen, die ik hier voor het gemak appels noem. In sommige groepen waren er geen rekentoetsen maar competitieve spelletjes gespeeld om appels te verdienen, wat niets uitmaakte voor het gedrag in de tweede fase, waar het ons als experimenteurs om ging.

    In de tweede fase werd de prijs bepaald van de appels die in de eerste fase van die ronde verdiend waren. We vertelde de studenten dat het onbekend was hoe dat de prijs van appels tot stand kwam, maar dat ze wel de optie hadden om een gedeelte van hun verdiende appels te doneren aan ‘Theoi, de marktmaker’. De studenten moesten dan individueel zelf bepalen hoeveel ze aan Theoi gaven, waarna iedere student voor die ronde een individuele appelprijs te horen kreeg. De studenten kregen ook daadwerkelijk uitbetaald wat hun overgebleven appels volgens die prijs waard waren dus wat ze offerden waren ze echt kwijt.

    De grap was dat die prijs volstrekt willekeurig gekozen was: hij was gerandomiseerd zoals dat heet, alsof je met dobbelstenen gooit. Die prijs varieerde dus van student tot student en van ronde tot ronde op volstrekt willekeurige wijze, met geen enkele relatie tot de keuzes van studenten. De appelprijzen waren puur toeval. Dus de studenten werden de mogelijkheid aangeboden om iets te offeren terwijl het ze helemaal niets zou opleveren. De onderzoeksvraag was hoeveel ze zouden offeren en of ze over het verloop van 20 rondes zouden leren dat ze bij de neus genomen werden of niet.

    Het hoofdresultaat is in de grafiek hieronder waarin je per ronde kunt zien wat het gemiddelde offer was. In de eerste ronde gaven de studenten wel 40% van hun appels aan Theoi. 20 ronden later werd gemiddeld nog altijd 25% van de appels aan Theoi gegeven, zonder dat dat ooit wat opleverde (net als lockdowns en maskers dus). Er werd dus wel wat geleerd, maar niet veel, en nadere analyse wees uit dat er een tweedeling onder studenten was: ongeveer een derde kreeg door dat ze beetgenomen waren en hield helemaal op te offeren terwijl twee derde stug doorging 40% tot 50% te offeren iedere ronde.

    Om het nog extra relevant te maken deden we nog iets anders met een aantal van deze groepen studenten, namelijk ze alle informatie geven over alle appelprijzen en alle offers van alle andere deelnemers. Dus na bijvoorbeeld 10 ronden kon iedere student in die experimenten 200 offers zien en 200 prijzen (10 prijzen en 10 offers voor ieder van de 20 studenten in een experiment).  Ze kregen in die versie dus 20 keer zoveel informatie over de relatie tussen offers en prijzen als in de andere experimenten (alsof je in coronatijd informatie van 20 andere landen bekijkt). Maakte dit wat uit? Zorgde dit voor sneller leergedrag? De volgende figuur geeft het antwoord en laat weer het gemiddelde van de offers zien.

    Zoals je kunt zien maakte het dus maar een beetje uit: aan het begin wordt met meer informatie wellicht nog meer geofferd, maar het offerniveau daalt wel onder het niveau van de hoofdexperimenten en schommelt rond de 20% na 15 rondes. Er wordt dus wel wat meer geleerd met meer informatie, maar velen blijven hardleers!

    Wat ergens grappig was tijdens die ‘extra informatie’ experimenten was dat juist de wiskundig aangelegde studenten langer gingen turen naar alle data over offers en appelprijzen. Na langdurig turen offerde ze dan vaak flink, kennelijk omdat ze een reden in al die databrij gevonden hadden om te offeren, terwijl er toch echt nooit een eigenlijk voordeel was. Ze zagen iets wat er niet was.

    Zo moet je het huidige turen naar coronadata van de RIVM-modelleurs en andere amateurwetenschappers ook zien: ze verwachten dat die lockdowns, avondklokken, en maskertjes iets opleveren en ze turen net zolang totdat ze zichzelf overtuigd hebben. Net als de Australische studenten in mijn experimenten van 2008 geloven ze dat het werkt omdat het pijn doet. In tegenstelling tot mijn experimenten van 2008 waarin studenten zelf offerden, worden nu de offers welliswaar bepaald door datatuurders, maar betaald door de kinderen, de eenzamen, en de bevolking van Nederland. Ons offer is hun cult-bijdrage.

    Dat die lockdowns, maskertjes, avondklokken, en dergelijke niets zou opleveren was de wetenschappelijke consensus van voor 2020, waar we begin 2021 weer langzaam naar terugkeren. In een vlaag van paniek in maart 2020 werd die consensus opzijgelegd en werd een volstrekt onverantwoord medisch experiment aangegaan met enorme nevenschade waarvan weggekeken werd, iets wat volgens de Neurenberg code een misdaad is (hoe goed bedoeld dan ook). Er gingen massa’s (nep)wetenschappers turen in de data om toch vooral te vinden dat die offers van anderen ergens goed voor waren. Ze hebben zichzelf echter bedot en hun kritische blik verpatst voor een momentje aandacht van de machthebbers en de media. De verlossing ligt in liefde en waarheid.

    [1] Zie hier voor een recente lijst: https://www.aier.org/article/lockdowns-do-not-control-the-coronavirus-the-evidence/

    [2] Bijv. https://www.thelancet.com/journals/landig/article/PIIS2589-7500(21)00017-0/fulltext

    [3] Mogelijke redenen waarom lockdowns coronadoden lijken te veroorzaken zijn hier besproken: https://clubtroppo.com.au/2021/02/03/covid-congestion-effects-why-are-lockdowns-so-deadly/

    [4] http://dx.doi.org/10.1111/j.1475-4932.2012.00802.x

    VIRUSWAARHEID 

    1 reacties :

    Anoniem zei

    De meeste mensen zijn helaas niet slimmer maar hebben vaak wel de grootste mond.
    We kennen in Nederland in spreekwoord: "Holle vaten klinken het hardst". Dat slaat de spijker op z'n kop.

    Een reactie posten