Datum:
  • dinsdag 6 oktober 2020
  • in
  • Categorie: , , ,
  • Een aanvraag voor een tijdelijke vrijstelling voor het gebruik van neonicotinoïden in de bietenteelt moet wetenschappelijke informatie bevatten die aantoont dat een veilig gebruik mogelijk is. 6-10-2020
    Een ongelijk speelveld is in de basis geen reden om een tijdelijke vrijstelling te verlenen. Dat schrijft minister Schouten in een brief aan de Kamer.

    „Ik vind het belangrijk dat de mogelijkheid voor een tijdelijke vrijstelling bestaat wanneer er sprake is van een landbouwkundige noodsituatie en wanneer een veilig gebruik is aangetoond. De klimatologische situatie en plaag- en ziektedruk kan immers leiden tot specifieke locatie en seizoensgebonden noodsituaties”, stelt de minister in haar brief. Een ongelijk speelveld in Europa valt hier volgens Schouten niet onder.

    Geen voorstander van tijdelijke vrijstellingen

    Ze is op zich geen voorstander van tijdelijke vrijstellingen op nationaal niveau omdat deze per definitie leiden tot een ongelijk speelveld. Daarom moeten deze terughoudend worden toegepast, aldus Schouten. Maar, geeft de minister aan, het staat partijen vrij om een aanvraag in te dienen voor een tijdelijke vrijstelling. „Ik zal mij hierop, net als bij alle verzoeken tot tijdelijke vrijstelling, laten adviseren door de NVWA en het Ctgb. De aanvrager zal in de aanvraag moeten onderbouwen dat het middel veilig kan worden toegepast.” Bij de aanvraag uit 2018 concludeerde het Ctgb dat dit binnen de Nederlandse landbouwpraktijk niet mogelijk was. „Een nieuwe aanvraag zal dus nieuwe wetenschappelijke informatie moeten bevatten die aantoont dat een veilig gebruik mogelijk is.”

    Meerdere landen hebben inmiddels derogatie verleend voor het gebruik van gecoat bietenzaad met neonicotinoïden. Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Kroatië, Litouwen, Polen, Roemenië en Slowakije hebben inmiddels een tijdelijke vrijstelling verleend aan hun telers. Frankrijk staat nog niet in dit lijstje. „Ik heb geen inzicht in welke lidstaten momenteel een tijdelijke vrijstelling overwegen en waar de besluitvorming nog niet is afgerond.”

    'Nederland op achterstand'

    Het ontstaan van een ongelijk speelveld is echter wel een grote zorg voor de bietensector in Nederland. „We moeten kunnen blijven concurreren met de landen om ons heen”, zegt voorzitter Jaap van Wenum van de LTO vakgroep Akkerbouw. „Als het in het buitenland wel mag, raken wij op een grotere achterstand. Bovendien is het milieu ook niet gebaat bij de middelen die we nu moeten gebruiken om vergelingsziekte in de bieten te voorkomen.” Ook Gert Sikken van Cosun vindt het „teleurstellend” dat de minister er zo in staat.

    Transitievrijstelling

    Cosun heeft gisteren mede namens LTO, NAV, NAJK en BO Akkerbouw de officiële aanvraag voor derogatie voor één van de neonicotinoïden ingediend bij het ministerie van LNV. In deze brief is gevraagd om een zogeheten transitievrijstelling: toestemming krijgen voor het gebruik van een middel in de overgangsperiode waarin wordt gewerkt aan alternatieve oplossingen. De vijf organisaties stellen in hun aanvraag dat vergelingsziekte dit jaar opnieuw veel schade heeft veroorzaakt en dat er geen alternatieven (meer) zijn om de virusoverbrengende bladluizen aan te pakken. Daarnaast benoemen ze het feit dat de huidige alternatieven veel schadelijker zijn voor de ecologie dan de neonicotinoïden zelf. In hun brief dringen de vijf partijen aan op een snelle beoordeling.

    LTO, NAV, NAJK en Cosun hebben in augustus een brandbrief naar minister Schouten gestuurd waarin zij ook al pleiten voor een derogatie voor het gebruik van neonicotinoïden in de bietenteelt van 2021. De organisaties gaven aan op korte termijn met de minister om tafel te willen om de knelpunten in de bietenteelt aan haar voor te leggen. Door het voornemen van Frankrijk om zijn eigen bietentelers een vrijstelling te verlenen voor het gebruik van gecoat zaad in 2021 en mogelijk enkele jaren daarna ontstaat een ongelijk speelveld in Europa, stellen LTO, NAV, NAJK en Cosun. Frankrijk is een grote speler op de West-Europese suikermarkt en wanneer dit land wel het gebruik van neonicotinoïden toestaat, komen onder andere de Nederlandse telers op achterstand. Ook willen ze met Schouten bespreken onder welke voorwaarden de neonicotinoïden mogen worden toegepast. De minister heeft nog niet op deze brief gereageerd.

     






    0 reacties :

    Een reactie posten