Nationaal Groeifonds is belediging voor ambtenaren

Datum:
  • dinsdag 8 september 2020
  • in
  • Categorie:
  • Wie de Kamerbrief en bijlagen leest, heeft nog steeds geen idee wat voor plannen dat kunnen zijn, en hoe die wijzen kunnen toetsen wat wel of geen goed plan is.


    8-9=2020


    De komende vijf jaar financiert het Nationaal Groeifonds voor 20 miljard euro aan projecten op het gebied van onderwijs, innovatie en infrastructuur. Dat klinkt als een klok, schrijft Jeroen van Wensen, maar het fonds is vooral een belediging van de ambtenaren op de ministeries van Onderwijs, Infrastructuur en Economische zaken.
    Het kabinet doet er goed aan om de komende vijf jaar 20 miljard euro extra te investeren in onderwijs, innovatie en infrastructuur. Zeker op dit moment, doordat het op de korte termijn de economie aan de praat houdt. Op de langere termijn zorgt het ervoor dat Nederland  de meest concurrerende economie van Europa blijft.
    Afbeelding: Zo werkt het fonds
    Groeifonds
    Maar de vraag die knaagt: waarom verlopen die investeringen via het Nationaal Groeifonds, en niet gewoon via de begrotingen van de desbetreffende ministeries? Vorige investeringsfondsen van de overheid, zoals het Spaarfonds AOW en structuurfonds FES, draaiden uit op een sof. Wie de kabinetsplannen bekijkt, ziet dat het gevaar op een volgende sof loert.

    Knappe koppen, gouden handen

    Het groeifonds, zo schrijft het kabinet, stopt geld in projecten die niet op de reguliere overheidsbegroting staan. En die ook niet zijn te vermarkten: een bank moet er geen geld in willen steken. De projecten komen van ‘knappe koppen en gouden handjes’ – zo noemt het kabinet de kennisinstellingen en bedrijven die naar verwachting aanvragen indienen bij het fonds. Gemeenten en provincies mogen ook aanvragen indienen. Amsterdam verheugt zich al op een metrolijn naar Schiphol.
    En dan gaat een commissie van wijzen, met onder meer de voormalige Eurogroep-voorzitter Jeroen Dijsselbloem (PvdA), Laura van Geest van de AFM en een prins van Oranje-Nassau, toetsen of die knappe koppen en gouden handjes zinvolle aanvragen hebben gedaan. Als dat zo is, dan mogen kabinet en parlement zich er verder over buigen.
    Wie de Kamerbrief en bijlagen leest, heeft nog steeds geen idee wat voor plannen dat kunnen zijn, en hoe die wijzen kunnen toetsen wat wel of geen goed plan is.

    Prins is beter dan ambtenaar

    Tien tegen één dat voor de drie genoemde investeringsgebieden – onderwijs, innovatie en infrastructuur – ambtenaren op de desbetreffende ministeries al investeringsverlanglijstje hebben opgesteld. Maar het kabinet richt liever eerst een fonds op. Een prins van Oranje-Nassau heeft immers een beter beeld van wat het land nodig heeft, dan onze Rijksambtenaren. Of zo.

    Elsevier

    0 reacties :

    Een reactie posten