Meer windmolens en huizen

Datum:
  • donderdag 3 september 2020
  • in
  • Categorie: , , ,
  • Provincie wil ordening inzetten op landschapbescherming en woningbouw


    Merlin Mulder 3-9-2020



    Woningbouw moet op meer plekken in Noord-Holland mogelijk worden gemaakt. Net zoals het plaatsen van windturbines. Daarnaast moeten waardevolle landschappen in de provincie juist beter beschermd worden. 

    Dat staat in de nieuwe omgevingsverordening die is vastgesteld door Gedeputeerde Staten van de provincie. Hierin worden regels vastgelegd over de fysieke leefomgeving. Gemeenten moeten zich hieraan houden. 

    In deze nieuwe verordening zijn regels met betrekking tot bijvoorbeeld natuur, milieu, erfgoed en ruimte samengevoegd. Hierdoor moet het overzichtelijker worden waar welke regels gelden, aldus de provincie. Nu zijn er nog 21 verordeningen, die worden samengevoegd tot een. 

    Woningbouw 

     De provincie wil dat er meer ruimte komt voor woningbouw in Noord-Holland Noord. Het moet mogelijk worden om woningbouwprojecten met minder dan twaalf woningen in landelijk gebied toe te staan. Het gaat bijvoorbeeld om woningen aan de rand van kernen en bij dorpslinten. Grootschalige woningbouw, projecten met meer dan elf woningen, was al mogelijk onder bepaalde voorwaarden. Maar kleinschalige bouw moet hier ook kunnen als het aan de provincie ligt. Op die manier is meer woningbouw mogelijk. 

    Onder meer bij Schagen, Castricum en Uitgeest wordt met gemeenten gekeken of er behoefte is aan meer woningen, ook in de landelijke omgeving. Volgens de provincie zijn dit woonkernen die veel nieuw beschermd landschap om zich heen hebben gekregen, maar die ook goed bereikbaar zijn als ov-knooppunten. Juist hier is behoefte aan extra woningen omdat hier steeds meer mensen willen wonen. 

    Ook de Oostelijke Vechtplassen krijgen veel bescherming, aldus de provincie. Hier wil Noord-Holland investeren in de natuur, maar moet er ook ruimte zijn voor recreatie en toerisme. Ook hier is de provincie met betrokken gemeenten in overleg over wat mogelijk is. 

    Bij nieuwe ontwikkelingen moet er voortaan rekening gehouden worden met klimaatverandering. Gemeenten moeten straks bij nieuwe plannen ook risico’s in kaart brengen zoals van wateroverlast, hitte en droogte en laten zien dat zij de risico’s beperken. 

    Windmolens 

    Ook het beleid met betrekking tot windmolens wordt aangepast. De provincie wil dat het in de Metropoolregio Amsterdam mogelijk wordt om vaker windmolens toe te staan. Hieronder vallen onder meer de regio’s Zaanstreek, Waterland, IJmond, Zuid-Kennemerland en de Gooi en Vechtstreek. Voorheen mochten er niet minder dan zes windmolens op een rij neergezet worden. Dit aantal wordt versoepeld, naar minimaal drie windmolens. De regel was eerst dat er voor het plaatsen van een nieuwe windmolen, twee verouderde modellen gesloopt moesten worden. Dat gaat vervallen.  
    Voorwaarden 

    Daarnaast wordt het in de hele provincie onder voorwaarden straks mogelijk dat kleinere windmolens geplaatst mogen worden in landelijk gebied. Het gaat om turbines die niet groter zijn dan vijftien meter. 

    Hierdoor wordt het gemakkelijker om op bepaalde plekken kleine windmolenparken te bouwen. De bedoeling is dat gemeenten bij Gedeputeerde Staten gebieden kunnen aandragen waar windmolens geplaatst kunnen worden. Gemeenten in deze metropoolregio kunnen volgens de provincie zo ’vooruitlopen op de Regionale Energiestrategie’. 

    Behalve bouwen en het plaatsen van turbines, wil de provincie ook inzetten op landschapsbescherming. Nieuw is het Bijzonder provinciaal landschap, BPL genoemd. Verschillende gebieden in Noord-Holland vallen nu bijvoorbeeld onder weidevogelleefgebieden, bufferzones en aardkundige monumenten.  
    Al die verschillende manieren van beschermen komen onder Bijzonder provinciaal landschap te vallen. Voorbeelden zijn het landschap van Wieringen, Noord-Kennemerland, Waterland en de Gooi en Vechtstreek. Deze gebieden mogen niet zomaar veranderd worden. 

    Kernkwaliteiten 

    Per gebied heeft de provincie ’kernkwaliteiten’ opgesteld die beschermd moeten worden. Dit kunnen waterlopen, dijken, bosgebied, polderstructuren of juist de openheid van een gebied zijn. Ruimtelijk ontwikkelen in deze landschappen is wel mogelijk, maar alleen als die kernkwaliteiten niet worden aangetast. Ook moeten de ontwikkelingen in het landschap passen, aldus de provincie. Gemeenten moeten in hun plannen aantonen dat kernkwaliteiten van een gebied niet aangetast worden. 

    Natuurnetwerk Nederland (NNN) en Unesco-Werelderfgoed, waar de Stelling van Amsterdam, de Beemster en Nieuwe Hollandse Waterlinie onder vallen, blijven naast het Bijzonder provinciaal landschap bestaan. 

    Als de Provinciale Staten de omgevingsverordening vaststellen gaat de nieuwe verordening dan in op 1 november. 

    Zij vergaderen hier op 5 oktober over.

    Noordhollands Dagblad

    0 reacties :

    Een reactie posten