Strafrechtelijke aangifte Willem Engel tegen minister De Jonge

Datum:
  • zondag 16 augustus 2020
  • in
  • Categorie: , ,
  • Betreft: Aangifte tegen de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Z.E. de heer Hugo de Jonge (artikel 355 WvSr)

    16-8-2020

    PER AANGETEKENDE POST VERZONDEN
    Aan de Procureur Generaal Hoge Raad,
    de Edelhoogachtbare heer J. Silvis
    Postbus 20303
    2500 EH ‘s-Gravenhage

    Aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie
    Z.E. de heer F. Grapperhaus
    Postbus 20301
    2500 EH Den Haag

    Rotterdam, 15 augustus 2020
    Betreft: Aangifte tegen de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Z.E. de heer Hugo de Jonge (artikel 355 WvSr)

    Geachte heer Silvis, geachte heer Grapperhaus,
    Middels dit schrijven doe ik, Willem Engel, wonende te Rotterdam aan de Chalonsstraat 6b
    (3043 TD) als natuurlijk persoon en in de hoedanigheid van oprichter en bestuurder van Stichting Viruswaarheid[1] aangifte tegen de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Z.E. de heer Hugo de Jonge, geboren te Bruinisse Nederland, vanwege overtreding van artikel 355 (derde lid) Wetboek van Strafrecht (schending grondwet).
    De heer Hugo de Jonge heeft beschikkingen genomen en/of bevelen gegeven en/of bestaande beschikkingen of bevelen gehandhaafd, wetende dat daardoor de Grondwet of andere wetten of algemene maatregelen van inwendig bestuur van de staat worden geschonden. Dit – met name – gelet op het navolgende:
    Op 4 augustus 2020 heeft de voorzitter van de Veiligheidsregio Rijnmond Rotterdam, de heer Ahmed Aboutaleb, ex artikel 176 van de Gemeentewet en artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s uitgevaardigd de “Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond” (hierna: Noodverordening) en daarbij op 5 augustus 2020 het bijbehorende “Aanwijzingsbesluit gebieden en locaties waar het verplicht is een mondkapje te dragen” (hierna: Aanwijzingsbesluit) genomen en uitgevaardigd terwijl in die noodverordening en in dat Aanwijzingsbesluit bepalingen zijn opgenomen die een onrechtmatige beperking van grondrechten met zich brengt.
    De bepaling opgenomen onder artikel 2.5a Noodverordening (verbod niet dragen mondkapje) is een onrechtmatige beperking van artikel 10 Grondwet (recht op privacy).
    Artikel 176 Gemeentewet biedt géén mogelijkheid om artikel 10 Grondwet te beperken. Tegen de voorzitter van de Veiligheidsregio de heer Ahmed Aboutaleb is in dit kader dan ook aangifte gedaan vanwege overtreding van artikel 365 Wetboek van Strafrecht. De aangifte tegen de heer Aboutaleb dient hier als ingelast en herhaald te worden beschouwd (bijlage).
    De  Voorzitter van de Veiligheidsregio heeft de Noodverordening getroffen op directe aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid Welzijn en sport, zie aanhef Noodverordening:
    (…)
    gelet op de aanwijzingen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, van 26 juni 2020 nr. 1712697-207530-PG en van 10 juli 2020 nr.  1720717-208077-PG,de aanwijzing van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 juni 2020, nr. 1715517-207697-PGen de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 juli 2020, nr. 1728832-208643-PG;.
    De Raad van State heeft reeds op 25 mei 2020 expliciet erop gewezen dat middels dit thans toegepaste systeem van crisisbeheersing (middels noodverordeningen: gemeentelijke bevoegdheden die uitgaan van regionale regie, die in feite van rijkswege kan worden overgenomen) het niet mogelijk is om artikel 10 Grondwet te beperken:
    Het systeem van crisisbeheersing dient binnen de reguliere grondrechtelijke beperkingssystematiek van de Grondwet (zie hierover punt 4) te blijven; bij noodverordening mag niet van de Grondwet wordt afgeweken.”.
    en
    De bevoegdheid tot het beperken van ándere grondwettelijke grondrechten zoals de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (zie noot 98) – kan gelet op de parlementaire geschiedenis van de Gemeentewet haar grondslag in principe dus niet vinden in de beperkingssystematiek of de wetsgeschiedenis. Een strikte interpretatie daarvan zou betekenen dat de voorzitters van de veiligheidsregio deze grondrechten in de noodverordeningen niet mogen beperken en dat de noodverordeningsbevoegdheid daartoe in zoverre tekortschiet.”[2]
    Gelet op het voorgaande heeft Minister Hugo de Jonge, middels de aanwijzingen aan de Voorzitter van de Veiligheidsregio die hebben geleid tot de noodverordening d.d. 4 augustus 2020, bevelen gegeven en/of bevelen gehandhaafd, wetende dat daardoor de Grondwet wordt geschonden.
    Ik verzoek hierbij dan ook de Minister van Veiligheid en Justitie bij Koninklijk Besluit aan de Procureur Generaal opdracht tot vervolging van de Heer Hugo de Jonge te geven.
    Voorts verzoek ik u om ondergetekende op de hoogte te houden van uw bevindingen.
    Hoogachtend,
    Willem Engel

    Viruswaarheid.nl

    0 reacties :

    Een reactie posten