Windmolens, datacenters, grote kassen; de ’ontwikkelingen in de Wieringermeer beginnen te schuren’

Datum:
  • maandag 13 juli 2020
  • in
  • Categorie: , , ,



  • Een paar keer in de week rijdt Stam vanuit Den Helder (hij werkt bij defensie) naar huis. De aanleg van het Windpark Wieringermeer is daarbij niet te missen, de bijna honderd reusachtige windmolens domineren de skyline, ze steken boven de dijken uit het vlakke landschap uit, je oog kan er niet omheen. ’Overdag staan ze daar als grote ranke kolossen. ’s Nachts branden er honderden rode markeringslichten. De bijnaam is dan ook ’Red Light District Wieringermeer’, schrijft Stam in zijn digitale fotoboek.
    (Tekst gaat verder onder foto)
    Een warmte-krachtinstallatie in bedrijf.

    Trigger

    Het landschap in de Wieringermeer is al een tijdje aan verandering onderhevig, maar die turbines waren voor Stam de trigger bij zijn keuze voor zijn afstudeeropdracht aan de Fotovakschool. In het bijzonder omdat er een verhaal bij te vertellen is: windmolens, datacenters en kassencomplexen, de ontwikkelingen zijn met elkaar verweven. Daarbij gebeuren mooie dingen, ’maar ook zaken die niet kloppen.’ Met als voorbeeld dat de warmte die de datacenters afgeven in de ontwikkeling van de plannen zou worden benut voor het verwarmen van de kassen, aldus de fotograaf.
    (Tekst gaat verder onder de foto)
    De bouw van een sokkel voor een windmolen.
    De grote veranderingen in de Wieringermeer duidt Stam als re-creatie van het landschap, anders dan de logische veranderingen: de schaalvergroting van de voor de Wieringermeer traditionele akkerbouwbedrijven. Het maakt dat de ontwikkelingen in de polder ’beginnen te schuren’. Waarbij Stam prangende vragen opwerpt: ’Het windpark is heel dominant en gezichtsbepalend aanwezig maar wat is hun toegevoegde waarde in de energietransitie als hun buurman, de datacenters drie tot vier keer zoveel energie vragen?’
    (Tekst gaat verder onder de foto)
    Op weg naar het werk in een tomatenkas.
    © Foto’s Albert Stam
    Stam heeft vanaf zijn zestiende belangstelling voor fotografie. Die hobby ’explodeerde’ bij de introductie van digitale fotografie die hij eind jaren negentig omarmde. Zo rond die tijd deed de 16 megapixelcamera zijn intrede. Daarmee werd het ’mogelijk bewegende natuuropnamen te maken zonder dat het te kostbaar werd.’
    De wens om meer het verhaal in zijn foto’s te brengen, leidde tot een keuze voor een studie aan de Fotoacademie die later werd ingewisseld voor de Fotovakschool. Stam: „Een medestudent betitelde de fotoacademie als een opleiding waar het nooit wazig genoeg kon zijn. Ze dreven je daar af van realistische fotografie, het ging vooral om het kunstzinnige element.”
    (Tekst gaat verder onder de foto)
    Een windturbine van binnenuit.
    In de Wieringermeer kon Stam zijn hart ophalen met het bouwproces van windturbines, het transport van rotorbladen, de aanleg van dikke kabels, het uitdijende complex van datacenters en de aanwezigheid van grote kassencomplexen in het landschap. En uiteraard het ’gewone’ werk: boeren ploegend op het land. Afgewisseld met kunstzinnige foto’s (’ik heb toch invloed van de Fotoacademie meegekregen’) van een zonsondergang spiegelend in een glazen wand van een kas bijvoorbeeld.
    Zijn werkzame leven bij defensie, hij zit in de aansturing van het onderhoud, zit er grotendeels op. Meer fotografisch werk lonkt. „Ik wil graag verder met werk dat ik in mijn afstudeeropdracht heb laten zien. Een verhaal maken waarbij het lukt om relevante maatschappelijke onderwerpen op de agenda te zetten.”
    Noordhollands Dagblad

    0 reacties :

    Een reactie posten