Een gastbijdrage van Reynier Pronk.
Lang was een leidinggevende, chef of manager, iemand die dat pas werd nadat hij/zij eerst z’n sporen had verdiend als vakman. Het leidinggeven leerde hij bijvoorbeeld door als meewerkend voorman of projectleider ervaring op te doen, al dan niet gevolgd door managementtrainingen.
Op die manier was hij in staat faciliterend op te treden, mensen te begeleiden, te coachen en te beoordelen. Primair ging het om het efficiënt produceren van kwalitatief hoogwaardige output met als doel in- of externe klanten vakkundig te bedienen, met oog voor toekomstige ontwikkelingen.
Dat werkte prima. Niets meer aan doen zou je zeggen. Tot het medio negentiger jaren mode werd om potentiële managers naar de uit Amerika overgewaaide MBA trainingen te sturen  (Master of Business Administration, waarbij ‘administration’  staat voor bestuur, zoals in ‘the Trump Administration’).
En toen ging het mis.

Een van de deelnemers aan zo’n training meldde mij eens dat MBA leert om klanten op te lichten en medewerkers te knechten.Plotseling hoefde een manager geen vakinhoudelijke kennis meer te hebben, want hij kon z’n personeel managen door hen een aantal Key Performance Indicators (KPI’s) op te leggen en daar dan vervolgens op te sturen.
Inmiddels is het sturen op KPI’s als een ongeneeslijke ziekte uitgezaaid in alle uithoeken van onze samenleving. Van CEO’s tot thuiszorgmedewerkers, van scholen tot spoorwegen. Iedereen en alles wordt ergens op gemeten, en meestal op het verkeerde.
Een voorbeeld: Ik ging op weg om les te geven op de Haagse Hogeschool. Ik reisde per trein en moest overstappen in Leiden. Toen de trein waarin ik me bevond enkele minuten te laat tot stilstand was gekomen, zagen de passagiers tot hun verbijstering de trein naar den Haag, die aan de overkant van hetzelfde perron stond, voor hun neus wegrijden.
Niet het zo comfortabel mogelijk vervoeren van reizigers had prioriteit, maar de door de minister opgelegde eis dat de NS werd gemeten op ‘op tijd rijden’.
Scholen worden tegen elkaar uitgespeeld, door ze te meten op het aantal geslaagde leerlingen en ze vervolgens daarop te ‘ranken’. Daar waar het zou moeten gaan om goed opgeleide leerlingen, ligt de focus tegenwoordig op toetsgericht leren en worden leerlingen middels examentrainingen door het examen gesleept. Het beheersen van de stof is daaraan ondergeschikt gemaakt.
Stel dat men Mozart had gemeten op het aantal hele noten in zijn partituren. Dan had zijn muziek niet alleen heel anders geklonken, maar was hij tevens in de vergetelheid geraakt. Juist zijn onafhankelijke creativiteit heeft geleid tot virtuoze muziek met eeuwigheidswaarde.
Deze week is bekend geworden dat wetenschappers verwijzingen naar hun eigen werk afdwingen tijdens peer reviews. Waarom? Omdat ze daar op worden gemeten.
Ook worden ze gemeten op het aantal publicaties in wetenschappelijke tijdschriften. Hun carrière en het verwerven van fondsen hangen daar van af. Tevens moeten ze hun kostje vaak bij elkaar scharrelen door rapporten te schrijven waarbij de opdrachtgever de uitkomsten van tevoren heeft gedicteerd.
Het is daarom niet zo verbazingwekkend dat wetenschap tegenwoordig in het beste geval wordt gezien als ‘ook maar een mening’.
Dit wetende is het niet erg moeilijk om te begrijpen waarom wetenschappers zich muisstil houden in het klimaatdebat. Hen wacht uitsluiting bij een al te kritische houding.
Ooit was een wetenschapper iemand die, als hij eenmaal door de promotiepoort was gegaan, zonder dwang en met een grote mate van vrijheid, onafhankelijk zuiver wetenschappelijk onderzoek kon doen. Wetenschap zoals wetenschap bedoeld is. Dat is voorbij. Perverse prikkels dwingen hem tot ander gedrag.
De huidige wetenschapper is op die manier gedegradeerd tot een getemde labaratoriumrat die op het juiste knopje moet drukken om als beloning een hapje uit een bakje te mogen nemen. Drukt hij op het verkeerde knopje, dan wacht hem de hongerdood.
Slecht voor de wetenschap slecht voor de samenleving.
Reynier Pronk.
Het meten op KPI’s levert ons CEO’s op die alleen oog hebben voor korte termijn rendement, leerlingen die wel een diploma halen, maar de stof niet beheersen, thuiszorgmedewerkers die nauwelijks toekomen aan iets anders dan het aantrekken van steunkousen en geknechte, gemarginaliseerde wetenschappers die gedwongen zijn om onderdeel te zijn van consensusmachinaties.
Er zijn gelukkig nog altijd wetenschappers die echte wetenschap bedrijven en met betrouwbare publicaties komen. Hun sceptische publicaties worden echter vooralsnog buiten het publieke debat gehouden.
Hoe lang nog?