NRC blundert met factcheck: de 97% consensus bestaat niet

Datum:
  • woensdag 13 maart 2019
  • in
  • Categorie: ,
  • Gert-Jan Segers van de ChristenUnie wist het zeker in de Tweede Kamer (5 februari jl.) 97 % van de wetenschappers is het eens over de invloed van de mens op de klimaatverandering.
    12-3-2019
    De NRC deed  factchecking en beaamde de 97 %. De NRC onderzoekt niet zelf, maar belt een onderzoeker van de UvA, die verwijst naar andere onderzoeken. De NRC besluit op grond hiervan dat de 97% klopt. In dit artikel zal ik aantonen dat de NRC slecht onderzoek heeft gedaan en dus ook de verkeerde conclusie trekt. De 97 % consensus over de invloed van de mens op het klimaat is 100 % propaganda.
    Om te beginnen is consensus in de wetenschap geen criterium. Consensus is iets dat een rol speelt in politieke besluitvorming. In de wetenschap geldt alleen bewijs.
    1. Hoe het begon: Naomi Oreskes, 2004
    In 2003 publiceerde de American Meteorological Society een verklaring waarin ze stelde dat de mens bijdroeg aan de opwarming van de aarde. In welke mate werd niet aangeduid. Dit was voor Oreskes aanleiding om te onderzoeken in hoeverre er consensus was onder wetenschappers op dit punt. Het onderzoek bekeek artikelen die gepubliceerd waren in wetenschappelijke tijdschriften over de periode 1993 tot 2003. Het selectiecriterium was het voorkomen van de zoekterm ‘global climate change’ in de tekst van het artikel. Er kwamen 928 artikelen naar voren, die werden ingedeeld in de volgende 6 groepen, met daarachter de percentages die Oreskes zelf geeft:
    1. Expliciete ondersteuning van het consensus standpunt (waarbij de consensus dus wordt veronderstelt, terwijl waar de onderzoeksvraag juist was opgezet om vast te stellen of er consensus was; dit is de eerste methodologische fout): 20 %
    2. Expliciet afwijzen van de consensus positie: 0 %
    3. Artikelen die methoden en technieken bespreken om klimaatverandering te meten: 15 %
    4. Artikelen die de mogelijke en feitelijke gevolgen van klimaatverandering bespreken: 50 %
    5. Artikelen over klimaatverandering in het geologische verleden: 10 %
    6. Artikelen die voorstellen doen om klimaatverandering tegen te gaan: 5 %
    Dit is dubieus: onderzoekers schrijven een wetenschappelijk artikel alleen als ze iets onderzocht hebben en daar een conclusie aan verbinden. Dat het klimaat verandert, is een feit. Een onderzoeker zal zich dus richten op specifieke gevolgen, zoals de meetbaarheid en de gevolgen (dat is de 65 %) of de oorzaken (20%). Hierbij treedt het verschijnsel op dat een onderzoeker alleen positief kan onderzoeken. Het is mogelijk te onderzoeken of de mens invloed heeft op het klimaat, maar het is onmogelijk om vast te stellen of de mens geheel geen invloed op het klimaat heeft. Het klimaat is de uitkomst van tientallen factoren (Milankovitch-cyclus, zonnevlekken, aardmagnetisme) en de invloed van de mens is slechts een van die factoren. Het klimaat is een te complex systeem om vast te stellen hoe groot precies de invloed van elk van die factoren is. Er zal dus nooit een wetenschappelijk artikel gevonden worden waarin ‘de consensus’ wordt afgewezen.
    Oreskes wijdt bladzijden lang uit over de incompetentie van de dissidenten, die geen tegenbewijs leveren door middel van wetenschappelijk onderzoek, maar alleen maar het werk van anderen aanvallen en dat meestal doen in de media of populaire boeken. Ze verwijt hen bovendien dat ze zelden gekwalificeerd zijn om iets te zeggen over klimaatverandering. Zelf is Naomi Oreskes een wetenschapshistoricus – wat zegt dat over haar eigen kwalificaties?
    Uit de percentages blijkt duidelijk: 20 % onderschrijft de consensus, 80 % doet geen uitspraak, want bestudeert andere aspecten dan een mogelijke menselijke invloed op het klimaat. Later in een artikel in Science (2004) telt Oreskes de groepen 1 (expliciete ondersteuning), 4 (mogelijke impact) en 6 (tegengaan klimaatverandering) bij elkaar op. Zo komt ze aan 75 % ‘consensus’. Een knap staaltje creatief rekenen.
    2. Doran en Zimmerman (2008): The consensus on the consensus
    De kritiek op het onderzoek van Oreskes was zodanig dat Doran en Zimmerman besloten het over te doen, maar dan op een veel grotere schaal en met een andere methodologie. Ze stuurden twee vragen naar 10.257 aardwetenschappers, die ze hadden geselecteerd op basis van een adressenlijst van instituten zoals NASA, NOAA, US Geological Survey, enzovoort. De twee vragen waren:
    1. Vergeleken met de niveaus voor 1800, denkt u dat de wereldwijde temperatuur in het algemeen is gestegen, gedaald of min of meer gelijk is gebleven?
    2. Denkt u dat menselijke activiteit een significante factor is in de verandering van de wereldwijde temperatuur?
    De respons op deze vragen was 3146, zijnde 30,7 %. De meeste respondenten hadden geochemie, natuurkunde of oceanografie gestudeerd. Slechts 5% was klimaatwetenschapper. Ruim 90 % antwoordde op vraag 1 dat de temperatuur gestegen was (zie verslag). In de verdere conclusie isoleren Doran & Zimmerman de 5 % klimaatwetenschappers van de overige respondenten. Het gaat nu nog maar om 79 respondenten, waarvan 77 bevestigend antwoorden op vraag 2. Deze 77 vormen 97 % van 79 en daarna is dit percentage een eigen leven gaan leiden.
    Het is op het eerste gezicht al duidelijk dat de methodologie van dit onderzoek lijdt aan ernstige mankementen. Enige opmerkingen zijn besproken in Doran & Zimmerman revisited. Ten eerste de vraagstelling. Dat de temperatuur gestegen is volgt uit metingen. Het antwoord op deze vraag is dus van tevoren bekend. Bovendien als een respondent antwoordt met ‘min of meer gelijk’ vervalt vraag 2. Ernstiger is dat het criterium ‘niveaus van voor 1800’ te vaag is. Betreft dit de hele periode sinds de ijstijd of een kortere periode? In vraag 1 had een bepaald jaar gekozen moeten worden. In vraag 2 laat het woord ‘significant’ teveel ruimte voor interpretatie open. Wanneer is de invloed van de mens significant? Is dat bij 5, 10 of 30 procent van de opwarming? En hoe kan iemand dat vaststellen?
    Het is niet moeilijk te raden waarom 69,3 % van de steekproefpopulatie niet reageerde op dit onderzoek. Vraag 1 leidt duidelijk in een bepaalde richting, er is maar één goed antwoord op mogelijk. Vraag 2 is niet te beantwoorden en van dat soort vragen hebben wetenschappers een grondige afkeer.
    Het blijft onduidelijk waarom Doran & Zimmerman de 77 ‘beste deskundigen’ selecteren en niet de hele groep respondenten. Wat is de zin van het opnemen van 3146 mensen in de steekproef, als er uiteindelijk toch maar 77 worden gebruikt om de conclusie te trekken? Ironisch genoeg vormen deze 77 slechts 3 % van alle respondenten, dus de conclusie van het onderzoek had kunnen luiden: 97 % van de wetenschappers ondersteunt NIET in antropogene klimaatverandering.
    Net als bij Oreskes wordt hier duidelijk naar een bepaalde uitkomst toegerekend. Opmerkelijk is dat als we de hele steekproefpopulatie van 10.257 beschouwen, ongeveer 20 % bevestigend heeft geantwoord op vraag 2 en de rest geen uitspraak doet. Deze percentages komen dicht bij het resultaat van Oreskes.
    Meer algemeen moeten we net als bij Oreskes vaststellen dat de twee gestelde vragen bij Doran & Zimmerman niet een bevestiging betekenen van de onderzoeksvraag, namelijk of er consensus is onder wetenschappers over antropogene klimaatverandering. De reden hiervoor is wat we in het wetenschappelijke jargon noemen ‘de gekozen onderzoeksopzet is geen valide meting van datgene wat onderzocht wordt’. In simpele woorden: het onderzoek is zodanig opgezet dat er bijna alleen maar een bevestiging van de hypothese uit kan komen en als dat niet voldoende was, werden de gegevens net zo lang statistisch gemanipuleerd totdat er 97 % uitkwam.
    3. John Cook (2013): Quantifying the consensus
    Dit is de studie waar de NRC verslag van doet. Cook volgt dezelfde methodologie als Oreskes. Hij bekeek 11.944 wetenschappelijke publicaties uit de periode 1991-2011 op grond van de zoeksleutel ‘global climate change’ of ‘global warming’. De resultaten zijn als volgt:
    66,4 % geeft geen mening ten aanzien van antropogene global warming (AGW)
    32,6 % ondersteunde AGW
    0,7 % verwierp AGW expliciet
    0,3 % was onzeker over AGW
    Wat doet Cook vervolgens? De 66,4 % laat hij buiten beschouwing. De groep die expliciet AGW ondersteunt vormt dan plotseling 97 % van de steekproefpopulatie. Kortom, hij maakt gebruik van dezelfde rekentruc als Oreskes.
    Cook stelt in zijn verslag dat de onderzoekers die geen mening over AGW formuleren, dat doen omdat ze dat als overbodig beschouwen. Met welk recht trekt hij die conclusie? Het kan net zo goed beschouwd worden als een impliciete afwijzing. AGW is een hypothese. De 66,4 % hield zich bij de feiten. In een email zou hij aan de NRC geschreven hebben dat onderzoekers ‘ook niet melden dat de aarde rond de zon draait’. Cook maakt hier een kromme vergelijking: hij vergelijkt feit met hypothese. Hij veronderstelt de consensus, die hij zou moeten bewijzen.
    Maar wie is John Cook eigenlijk? Hij is adjunct lecturer aan de Universiteit van Queensland in Australië. Hij maakte de website skeptical science, waar niets sceptisch aan te ontdekken is, maar dat er onder deze misleidende benaming alleen op uit is om het klimaatalarmisme te verspreiden. John Cook heeft bovendien een cursus opgezet met de weinig verhullende naam Making sense of Climate Change DenialEr zijn 13 instructors die deze cursus begeleiden. 8 van hen werken ook mee aan de website van skeptical science. Hoe ver de academische inteelt gaat, blijkt als je onder de oppervlakte duikt. Op skeptical science staat een artikel met de titel “The Cook et alumni (2013) 97 % consensus result is robust” geschreven door “Dana1981”, die niemand anders blijkt te zijn dan Dana Nutticelli, ook medewerker van….John Cook, Universiteit van Queensland (p. 2 foto midden, derde van boven). En tevens…medewerker aan het report van John Cook waarin de 97 % wordt bereikt door middel van statische manipulatie (tweede naam, direct na John Cook). Als we nu kijken naar de 9 namen die boven het Cook rapport staan, dan blijkt dat 6 van hen medewerkers zijn van Cook op dezelfde universiteit en de andere 2 medewerkers zijn van de website skeptical science.
    Het is uiteraard niet verboden dat een wetenschappelijk medewerker een literatuuronderzoek doet dat het belang van zijn eigen vakgroep nog eens onderstreept en dat vervolgens verwerkt in een cursus waarin tegenstanders worden beschouwd als ‘mensen die in ontkenning leven’. Maar hij gaat daarmee wel buiten zijn vakgebied, en hetzelfde geldt voor een cursus die Climate Change Denial moet tegengaan. Deze manier van werken heeft echter niets met wetenschap te maken en alles met belangenverstrengeling, vriendjespolitiek, baantjes jagen en kwaadwillige beïnvloeding via de media door het verspreiden van misleidende informatie. Als de activiteiten op deze drie gebieden – klimaatwetenschap, communicatie en psychologie – uitgevoerd waren door onafhankelijke onderzoekers van verschillende universiteiten, dan zou tenminste de schijn van partijdigheid zijn vermeden. Maar zelfs dat hebben Cook en zijn trawanten niet geprobeerd. Het meest schandelijke van deze manipulatie is misschien wel dat ze dit openlijk hebben bedreven.
    Deze en andere onderzoeken zijn uitvoerig besproken in 97 consensus? No!
    Factcheck bij de NRC stelt dus weinig voor. De NRC is een kopieermachine van samenvattingen, zonder te kijken naar methodologie of achtergrond.
    Door:
    Bert Dijkstra
    (voor www.ejbron.wordpress.com)


    0 reacties :

    Een reactie posten