Hoezo piekbelasters? Harde stikstofmetingen tonen falen overheidsbeleid aan

Datum:
  • zondag 17 september 2023
  • in
  • Categorie: ,
  • Meetmodel ongeschikt voor vergunningverlening

    Eindelijk is er een keer grondig gemeten in plaats van blind modellen te volgen. Volgens een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (UvA) blijkt er geen sprake te zijn van piekbelasters die aantoonbaar op grote schaal stikstof uitstoten. Deze aanname van het RIVM werd al lang betwist, maar nu staat het ondubbelzinnig vast: er bestaat geen grond voor het onteigenen of uitkopen van melkveehouders vanwege bedreiging van Natura2000-gebied. Het corrupte stikstofbeleid moet dus van tafel en te hopen valt dat in bredere zin afscheid wordt genomen van het modeldenken, schrijft Rutger van den Noort.

    Op woensdag 16 oktober 2019, bijna vier jaar geleden, was ik uitgenodigd als expert door Forum voor Democratie in de Tweede Kamer om mijn bijdrage te leveren aan het stikstofdebat. Ik was daar samen met andere critici op het stikstofbeleid, onder wie Geesje Rotgers en Jan Cees Vogelaar. De NOS deed verslag en schreef het volgende artikel “Kabinetsbeleid stikstof juridisch onhoudbaar, Kamer in verwarring“. Mijn bijdrage haalde dit artikel ook in de vorm van een quote: “Het stikstofmodel (Aerius calculator) is goed voor landelijke inschattingen. Maar als je kijkt hoe het provinciaal of lokaal uitwerkt, met onzekerheidspercentages van 70 tot 100 procent, dan ben je beleid aan het maken met een model waar het niet voor bedoeld is.”

    Zoals het tegenwoordig te doen gebruikelijk is, kwamen er uit allerlei hoeken aanvallen op de persoon en daarnaast ook op de inhoud, met veelvuldig termen als “je zaait verwarring” of “je bent van de twijfelbrigade” naast het veel denigrerender “wat weet jij er nou van?”. Het klopt inderdaad dat ik geen stikstofprofessor ben, maar ik begrijp wel hoe natuurwetenschap in elkaar zit na verschillende afstudeerrichtingen van technische bedrijfskunde te hebben afgerond in Groningen en een doctorsbul in Delft te hebben gehaald.

    Bezoek RIVM

    Enkele weken voor het Kamercommissiedebat was ik op eigen verzoek langs geweest bij het RIVM om daar 94 vragen te stellen over de gebruikte metingen en de modellen van het RIVM. Het RIVM schetst hierover op hun website: “Sinds vorige week wordt onze manier van meten, berekenen en modelleren ter discussie gesteld. Er is twijfel over de betrouwbaarheid van onze data. Het RIVM wil graag open en transparant zijn over de werkwijze. Daarom ontvangt het RIVM op maandag 14 oktober 2019 een groep van drie mensen. We beantwoorden dan de vragen die zij hebben over de manier waarop wij de stikstofdepositie in Nederland meten en berekenen. De antwoorden die we hebben gegeven, staan in bijgaand document.

    Dit overleg vond plaats op locatie bij het RIVM (integraal videoverslag hier, kijk in het bijzonder vanaf minuut 24:40 waar wordt toegegeven dat het aantal meetpunten nog te laag is om het OPS-model echt te valideren). Het was minutieus voorbereid door een groep van tien personen, waarbij zowel Robert Bor als Jan Rhebergen ook mee zijn gegaan naar het overleg als afvaardiging.

     

    Ongevalideerd model

    Iedereen mag vragen stellen bij de motivatie om dit onderzoek toen aan te zetten, maar ik merkte bij alle mensen in de voorbereidingsgroep de ambitie om overheidsbeleid, dat gestoeld is op modellen waarbij er politieke keuzes worden gemaakt die niet in lijn liggen met de harde wetenschap, van tafel te krijgen. Niemand van ons was of is boer of heeft of had een directe relatie met de agro-industrie; de motivatie zat hem veel meer in het onrecht dat onder dit beleid verscholen zit.

     

    Harde feiten

    In deze verkiezingsperiode gaat het veel over een nieuw contract tussen de overheid en de burger, waarbij vertrouwen natuurlijk centraal staat. Ik voelde aan mijn water dat het niet klopt om op basis van modellen boeren te onteigenen of vrijwillig uit te kopen, waarbij hen dan wordt verweten dat het Natura2000-gebied dat dichtbij deze boerderij ligt daar dan één-op-één debet aan zou zijn. Het tart al het gezonde verstand om dit te denken en in 2019 bekroop ons dit gevoel ook al. Dat gevoel heb ik nog steeds en ik ben blij dat dit door de recente UVA-studie nu ook cijfermatig is aangetoond met harde feiten.

    En zoals Dick Veerman op Foodlog treffend beschrijft: “De UvA-onderzoekers durven het niet duidelijk te formuleren maar zeggen het wel degelijk hardop: het is gebaseerd op een ongevalideerd model dat deposities berekent die zij in de praktijk niet hebben kunnen terugvinden.”

    Landelijk versus lokaal

    De kern van mijn betoog in de Kamer toen was: “Het Aerius-model is ontwikkeld om landelijke voorspellingen te doen, maar het model kan niet gebruikt worden om lokale beslissingen te ondersteunen.” Dus je kan op basis van het model wél zeggen: “deze boer veroorzaakt X-mol aan stikstof en dat heeft een impact op de totale depositie in Nederland”. Maar je kan dus níet concluderen: “De melkveehouder in Lochem die op 5 km van een Natura2000-gebied woont moet daar weg, want zijn ammoniak veroorzaakt een overschrijding van de kritische depositiewaarde in dat gebied”. Je kan – was mijn verwachting toen al – niet aantonen dat de depositie van die ammoniakmoleculen precies daar neerslaat in dat gebied. De oproep was op dat moment: ga nou eens meten waar de stikstofneerslag echt terechtkomt!

     

    UVA-rapport: model niet geschikt voor beleid

    Als gevolg van de onrust in de Kamer in 2019 is de commissie Hordijk gekomen en deze heeft allerlei aanbevelingen gedaan om het model te verbeteren. Ook die concludeerde dat het Aerius-model niet gebruikt kan worden voor vergunningverlening. Parallel aan dit onderzoek door de commissie Hordijk heeft het Mesdagfonds de Universiteit van Amsterdam opdracht gegeven metingen uit te voeren bij boerderijen om vast te stellen op welke afstand de stikstofdepositie nog meetbaar is en toe te schrijven aan de emissiebron.

    Vorige week kwam dit onderzoeksrapport uit, geschreven door dr. Tietema met als titel: “Nitrogen deposition around dairy farms: spatial and temporal patterns“. De conclusie van de metingen is dat 90% van de uitgestoten stikstof niet toe te rekenen is aan een willekeurige afstand rondom de boerderij, maar opgaat in de zogenaamde stikstofdeken. Tien procent van de stikstof slaat neer binnen een straal van 500 meter rondom de boerderij, waarbij het overgrote deel ook nog neerslaat op 100m van de bron (bijvoorbeeld de stal). Het persbericht van de UVA luidt: “Het merendeel van de stikstof uit boerderijen gaat in de ‘stikstofdeken’; wat er neerslaat is heel lokaal”.

     

    Politieke druk op wetenschappers

    Vanuit meerdere bronnen komen twee saillante details naar boven over de totstandkoming van het UVA-rapport. Het allereerste is dat tijdens het uitvoeren van het onderzoek er vanuit zowel het ministerie van Landbouw alsmede het RIVM aanzienlijke druk is uitgeoefend op de wetenschapper(s). Ik ga niet zover om de exacte handelwijze te delen, maar laat ik het laten bij subtiliteiten zoals: “wij zouden wel graag een groot project willen laten uitvoeren door de UVA als we ook mee kunnen denken aan dit onderzoek”. De onderzoeker heeft alles dapper geweigerd en vrij consistent doorgeredeneerd vanuit zijn hypothese en is zeer beperkt ingegaan op deze politieke druk op de wetenschap (RIVM zat bijvoorbeeld wel in de klankbordgroep).

    Het tweede – en dat heb ik nog nergens gelezen maar ik sloeg erop aan tijdens het lezen van het rapport – is de zinsnede op pagina 2 van de samenvatting, waarin het volgende staat: “a local version of the OPS model“. Ik heb opgevraagd wat bedoeld is met het woord “local“. Naar verluidt heeft het RIVM de situatie van de twee boerderijen van de onderzoeker van de UVA verwerkt in een aangepaste lokale versie van het OPS-model, waarbij er rekening is gehouden met allerlei specifieke zaken die gelden voor deze boerderijen, zodat de uitkomst uit het OPS-model aansloot bij de gemeten data.

    Voor de modelbouwers onder ons: de lokale versie van OPS is als het ware gevalideerd met de lokale metingen, om vervolgens te concluderen dat het ‘algemene’ OPS-model aansluit bij de metingen. En dat laatste is nou net niet waar. De gemeten data sloten aan bij het lokale aftreksel van het OPS-model, dat ook nog eens gebruik maakte van de gemeten data. Heel erg logisch dat je dan de r-squared van 0.9 krijgt, nietwaar?

     

    Rol van de media

    De uitkomsten van het onderzoek van de UVA sluiten zeer goed uit bij een Wageningen Universiteit-afstudeerverslag uit 2012 van Janklaas Santing, die onderzoek deed naar stikstofdepositie in Dwingelderveld en tot de conclusie kwam op basis van metingen dat er tussen de 50-400 meter significante neerslag te meten was en daarbuiten niet. Wie schetst nu mijn verbazing bij het lezen van de krantenartikelen van dit recente UVA-rapport? De Telegraaf: “Nieuwe studie bom onder piekbelastersbeleid: stikstof slaat amper neer rond stallen” en het AD: “Studie: Uitkoop duizenden boeren helpt natuur nauwelijks” volgen de strekking van het UVA-persbericht. De meer machtsgezinde kranten zoals het NRC koppen veel meer beschermend richting het Aerius-model met: “Onderzoekers: stikstofmodel RIVM klopt behoorlijk goed” en Trouw: “Langverwachte metingen laten zien: het stikstofmodel van het RIVM klopt behoorlijk goed“.

    Finesse

    Om uiteindelijk feiten van fictie te scheiden en beleid in lijn te brengen met de wetenschappelijke uitkomsten is er maar één conclusie mogelijk: op basis van de feiten en metingen tot nu toe kan niet worden aangetoond dat (piekbelastende) melkveehouders die op meer dan 500 meter van een Natura2000-gebied wonen alloceerbaar verantwoordelijk zijn voor de stikstofdepositie in dat Natura2000-gebied. Wél dragen piekbelastende melkveehouders bij aan de totale stikstofuitstoot over Nederland, net zo goed als dat auto’s op snelwegen, de industrie en het buitenland dat in grote mate doen.

     

    Piekbelasters

    Het kan dus niet anders dan dat het specifieke stikstofbeleid rondom de piekbelasters van tafel gaat en in plaats daarvan generiek stikstof-uitstootbeleid ervoor in de plaats komt, mocht je van de politieke stroming zijn dat er een stikstofprobleem in Nederland is. Het is na deze uitkomsten onverkoopbaar dat er melkveehouders worden onteigend zonder wetenschappelijke of feitelijke basis. En mocht dit toch gebeuren, dan is het aan te raden om een rechtszaak te beginnen, waarbij de feitelijke metingen uiteindelijk altijd een sterkere basis vormen dan een modelmatige berekening.

     

    Beleid van tafel

    Sterker nog: met een opkomende Omtzigt, een normaliserende VVD en een stevige BBB is de kans heel groot dat in de volgende kabinetsperiode het spreadsheet- en model-denken plaatsmaakt voor feitelijk, gemeten en holistisch beleid dat vele malen objectiever is dan het NGO-gedreven emotionele beleid van het huidige demissionaire kabinet. Wellicht dat het dan ook nog goed komt met het RIVM, want wie betaalt, bepaalt immers. Een bewindspersoon op het ministerie van Landbouw die wel verder kan doordenken kan dan zorgen voor de juiste instructie richting het instituut (“afschaffen van Aerius/OPS en big data meetnetwerk installeren”) zodat de wetenschap en het landbouwbeleid weer in elkaars verlengde komen te liggen.

    Voorlopig kiest het RIVM de vlucht naar voren door Aerius/OPS buiten het RIVM te willen onderbrengen. Het wordt ze blijkbaar nu al te heet onder voeten. Maar, zo zegt professor Hanekamp treffend: “Het ‘dumpen’ van AERIUS/OPS op andermans stoep zal echter geen sinecure blijken te zijn.”

    Na vier jaar strijden is het bijna zover dat het corrupte stikstofbeleid van tafel is, maar we zijn er nog niet. Het is nu zaak dat de kiezer laat zien dat we afscheid willen nemen van het model-denken in de breedste zin van het woord en specifiek in het stikstofdossier!

    0 reacties :

    Een reactie posten