vertrouwen is goed, controle is beter.

Briefje van Jan – aan Eric van der Burg

9-2-2021

Meneer Van der Burg,

Wij moeten het even over vluchtelingen hebben.

Die uit Oekraïne, om precies te zijn.

Daar schijnen wat problemen mee te zijn.

Meer dan 4700 problemen, om precies te zijn.

Ik ga het u uitleggen.

Probéren uit te leggen, om precies te zijn.

Vorig jaar voer ik met de kajak een keer langs het voormalige Hotel Galamadammen in Koudum en het zag er letterlijk zwárt van de mensen.

Mag je dat nog zo zeggen?

Nou ja, er waren dus veel pigmentverwenden.

Dat vond ik raar, want de regionale pers had ons wijs gemaakt dat dat leegstaande hotel in gebruik zou zijn voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen.

En bij mijn weten lag Oekraïne niet in Afrika maar in het bredehoofdendeel van Europa en bij mijn weten stond Oekraïne ook niet bekend als één van de eindbestemmingen waar Afrikaanse mensensmokkelaars vluchtelingen en economische gelukszoekers de hoofdprijs voor konden vragen.

Oekraïne was geen Walhalla aan de Noordzee, zullen we maar zeggen.

U kent mij als een Nederlandse staatsburger die nog weet wat het is om zijn ‘burgerplicht’ te doen.

Dus u snapt dat ik, toen ik eenmaal uit de kajak was (altijd twee handen aan de peddel houden!), meteen mijn mobieltje pakte en het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA) belde om te melden dat een stel Afrikaanse mannen hun opvanglocatie Galamadammen had gekraakt.

Want stel je voor dat een verse lading Oekraïense vluchtelingen na een lange reis uit Kiev eindelijk in Hotel Galamadammen aankwam en dat de bedden van die arme vrouwen en kinderen (mannen mochten het land niet uit van Zelensky) dan bezet zouden zijn door een stel krákers!

De juffrouw van het COA die mij te woord stond, kwam toen echter met een verrassing.

Die stoere pigmentverwende mannen waren volgens haar wel degelijk Oekraïense vluchtelingen.

Althans, vluchtelingen die uit Oekraïne naar Hotel Galamadammen waren gereisd.

“Derdelanders, meneer”, zei de juffrouw van het COA.

“Derdelánders”, vroeg ik verbaasd.

“Ja, meneer, derdelanders. Dat zijn studenten die in Oekraïne studeren en arbeidsmigranten die in Oekraïne werken. Die hebben niet de Oekraïense nationaliteit.”

Enfin, over díe vluchtelingen, waarvan er op dit moment meer dan 4700 in Nederland gastvrijheid genieten in opvanglocaties als Hotel Galamadammen, moeten wij het dus hebben.

Want ik las een zeer verontrustend stukje van de ‘Regioredactie’ van het Algemeen Dagblad.

Daarin staat dat de opvangregeling voor die 4700 ‘derdelanders’ op 4 maart eindigt.

En er staat in dat die 4700 ‘derdelanders’ vanaf 4 maart dus de opvanglocaties voor Oekraïense vluchtelingen moeten verlaten.

En er staat in dat u, de verantwoordelijke staatssecretaris, niet geregeld heeft waar die 4700 ‘derdelanders’ dan heen moeten.

En er staat in dat die 4700 ‘derdelanders’ als ze niet teruggaan naar hun eigen land (waar ze ‘eerstelanders’ zijn) de gewone asielprocedure in moeten.

En er staat in dat dat dan inhoudt dat die 4700 ‘derdelanders’ zich moeten melden bij het centrale aanmeldpunt in Ter Apel.

En tenslotte staat er in dat u geen reet doet om te voorkomen dat die 4700 ‘derdelanders’ op straat komen te staan, in Ter Apel of elders in ons mooie Nederland.

Klopt dat allemaal, wat die ‘Regioredactie’ van het Algemeen Dagblad schrijft, meneer Van der Burg?

Dan lijkt het er toch sterk op dat u een pietademaatje aan het doen bent; u weet wel van het probleem, maar om ophef in de Tweede Kamer en met de mensen in het land te voorkomen, kijkt u weg, om na afloop ‘sorry’ te liegen.

Nu ik u toch spreek…

Die juffrouw van het COA vertelde mij dat die 4700 ‘derdelanders’ dus allemaal studenten en arbeidsmigranten zijn.

Maar ik heb uit mijn tijd als hoofdredacteur van het destijds internationaal verschijnende treinkrantje Metro best nog wat contacten overgehouden in het voormalige Oostblok.

En van hen hoor ik dat Afrikaanse gelukszoekers bij het begin van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne voor 100 dollar in bijvoorbeeld Roemenië een valse Oekraïense studentenkaart konden kopen, als ticket naar een beter leven in Nederland.

Ik snap heel goed dat de COA-medewerkers vlak na het uitbreken van de oorlog iederéén die naar Nederland vluchtte een bed, bad en brood wilden geven, want hart op de goede plaats enzo.

Het was paniek!

Maar nu we bijna een jaar verder zijn en die 4700 ‘derdelanders’ uit beeld dreigen te raken omdat ze de gemeentelijke opvanglocaties moeten verlaten, is het misschien geen slecht idee om die ‘studentenkaarten’ toch nog even goed onder de loep te nemen.

Want zoals een bekende Brabantse filosoof altijd zegt: vertrouwen is goed, controle is beter.

Groet,

JanD