Remkes’ mislukte zoektocht naar de stikstofsleutel

Datum:
  • donderdag 6 oktober 2022
  • in
  • Categorie: , ,
  • Polderkoning komt niet met echte oplossingen


    6 oktober 2022
     - Rutger van den Noort


    Gisteren zijn de lang verwachte aanbevelingen van Johan Remkes over de aanpak van de stikstofproblematiek verschenen onder de titel Wat wel kan – Uit de impasse en een aanzet voor perspectief. Het rapport werd samen met een ambtelijke beslisnota van Landbouwminister Adema en Stikstofminister van der Wal aangeboden aan de Tweede Kamer. De ontvangst in politiek Den Haag was in algemene zin positief. Aangezien publicist en ondernemer Rutger van den Noort niets geeft om reacties uit politiek Den Haag, maar graag zijn eigen analyses doet, heeft hij het rapport van zestig pagina’s kritisch doorgelezen en beoordeeld. Hierbij zijn duiding.

    Bij de benoeming van Johan Remkes, die vol trots door Rutte werd gepresenteerd als verkenner en later als bemiddelaar, was mijn gevoel tweeledig. Aan de ene kant respecteer ik zijn grote staat van dienst voor de publieke zaak, aan de andere kant was hij nou net wel degene die zelf ook onderdeel was van het stikstofprobleem vanwege zijn voorzitterschap van het Adviescollege Stikstofproblematiek (2020). En laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen: Remkes heeft gefaald in zijn taak om de stikstofsleutel te vinden.

     

    Teleurstelling

    Na het lezen van het rapport blijf ik zitten met een teleurstelling. Remkes is er namelijk niet in geslaagd om antwoorden te geven op essentiële vragen. Hij heeft vooral incrementeel gewerkt vanuit het huidige beleidskader en – buiten Hoofdstuk 7 – niet fundamenteel doorgedacht over de probleemsituatie en hoe we hier op de lange termijn uitkomen. Wat hij wel bereikt heeft, is dat alle scherpe randjes van de stekelige kwesties af zijn gehaald, waardoor de partijen die tot voor kort tegenover elkaar stonden weer on speaking terms zijn. Maar ik verwacht dat dit slechts een tijdelijk effect is. Laten we het rapport doorlopen.

     

    Zand in de ogen

    Hoofdstuk 1 (p. 5-8) bevat een schets van de huidige situatie en hoe we daarin verzeild zijn geraakt. Het hoofdstuk kweekt begrip bij alle partijen en zet Remkes neer als persoon die geluisterd heeft naar iedereen. Het geeft het fundament voor de rest van het rapport en strooit daarmee ook deels zand in de ogen van de lezers, alsof iedereen met wie gesproken is de rest van het rapport ook geaccepteerd heeft. Bij mijn weten is dit rapport niet vooraf met de deelnemers gedeeld om van hen feedback te krijgen. Wel is er vooraf afgestemd met het kabinet, getuige de beslisnota die rept over een ‘verdiepingssessie’ die is gehouden met minister Adema. De nieuwe bewindspersoon kende de conclusies dus al voor de presentatie.

     

    Doelstellingen blijven staan

    In Hoofdstuk 2 (p. 9-14) wordt een inhoudelijke samenvatting gegeven van het stikstofvraagstuk. Wat hierbij opvalt, is dat er blind wordt uitgegaan dat Nederland vastgeklonken zit aan de EU-wetgeving en de nationale wetgeving, als ware dat zaken die nooit heronderhandelbaar zouden zijn. Het stelt teleur dat er niet fundamenteler is gekeken naar het aantal Natura2000-gebieden, de Habitatrichtlijn, de Kritsche Depositiewaarden (KDW’s) per natuursoort, de internationale context en hoe andere EU- landen met deze problematiek omgaan. Niets van dit alles, het stikstofuitgangspunt blijft het stikstofuitgangspunt en de bijbehorende doelstelling van reductie blijft de doelstelling voor reductie.

     

    Sterker nog: 2030 blijft het doeljaar, waarbij extra meetmomenten in 2025 en 2028 worden ingebouwd. Deze meetmomenten dienen volgens mij slechts om te polderen en de indruk te wekken dat er nog een uitwijkmogelijkheid bestaat. In de praktijk zal dan natuurlijk blijken dat we achterlopen, waarna 2030 toch het doeljaar blijft. Wat tevens opvalt is dat het onderdeel vergunningverlening door het hele rapport heenloopt en dat is vreemd. Van Remkes had ook kunnen voorstellen de stikstofsituatie en de vergunningverlening te ontkoppelen via een noodwet. Remkes blijft echter braaf binnen de geschetste kaders die hij heeft meegekregen bij zijn opdracht.

     

    Eenzijdige focus op agrarische sector

    In Hoofdstuk 3 (p. 15-22) volgt een interessante analyse van de wensen van de gesprekspartners. Maar ook hier – en dat vond ik al tijdens het proces – valt op dat er overwegend is gesproken met de agrarische sector, alsof die de enige probleemveroorzaker is en daarmee ook de enige belanghebbende in dit vraagstuk. Er wordt meermalen in het rapport gesproken over het aanpakken van piekbelasters, maar de enige concrete maatregel op dat punt is dat 500-600 ondernemingen moeten worden uitgekocht.

    Hoewel er expliciet wordt gesproken over ondernemingen in de breedste zin van het woord (je zou dus verwachten agrarische EN industriële ondernemingen), wordt inhoudelijk nauwelijks ingegaan op de industriële piekbelasters. Terwijl deze top van de piekbelasters nou net de grote niet-agrarische ondernemingen zijn! Het is algemeen bekend dat bedrijven als Rockwool, Yara Sluiskil en Chemelot Pernis een enorme stikstofuitstoot veroorzaken, om nog maar niet te spreken over Schiphol en Tata Steel.

     

    Industrie-akkoord?

    Als er echt op korte termijn iets moet gebeuren, dan ligt het erg voor de hand om aan de industriekant ook een grote snelle stap te zetten, maar daar gaat Remkes verder niet op in. Dat steekt en dat vind ik een enorme omissie in het rapport. Wanneer je het vertrouwen wilt herwinnen aan de agrarische kant, dan verwacht ik eenzelfde aanpak voor álle vervuilers, agrarisch en non-agrarisch, inclusief eenzelfde totaaluitwerking. Dus waarom wordt er in het rapport wel gepraat over een landbouwakkoord, maar niet over een industrieakkoord?

     

    Boterzachte vuist

    Waar het rapport tevens in uitblinkt is het doen van ogenschijnlijk harde uitspraken over politiek beleid, maar als je goed leest, dan zegt Remkes eigenlijk niets. In die zin blijft het een echte VVD’er: stevige uitspraken over van alles, maar het beleid blijft boterzacht. Zo lijkt Remkes de KDW in de wet te willen vervangen, maar er staat letterlijk: “het kabinet en de sector gaan verkennen OF en zo ja hoe de KDW op termijn te vervangen is door een andere systematiek die juridisch houdbaar is en de staat van de natuur als uitgangspunt te heeft“.

    Dit betekent eigenlijk zoveel als: “we gaan door met de KDW, maar als we toch op termijn iets beters vinden, dan gaan we daarmee werken”. Dit is slappe hap en geeft juist die onduidelijkheid waar de sector zoveel last van heeft. Als hij had gezegd: “de KDW is geen goede systematiek en we moeten binnen zes maanden een andere methode vinden”, dan schep je duidelijkheid. Remkes met meel in zijn mond wat alleen tot gevolg heeft dat bepaalde partijen nu weer bereid zijn te praten. Maar dat betekent nog geen duidelijkheid.

     

    Opsomming van open deuren

    In Hoofdstuk 4 (p. 23-30) doet Remkes aanbevelingen voor een betere aanpak. Hij formuleert hier 25 aanbevelingen voor het herstel van vertrouwen. Dit hoofdstuk is eigenlijk in essentie prachtig. Het lijkt niet alleen voor de stikstofcrisis oplossingen te bieden, maar door zijn grote aantal open deuren ook voor alle crises waar de Rutte zichzelf in gewerkt heeft.

    Zo pleit Remkes voor ‘frequent overleg’ (duh…), dat sectoren met één mond leren spreken (hallo energiesector!), dat er een concreet plan moet komen (gaat stiekem over de koopkrachtcrisis), dat er oog moet zijn voor de menselijke maat (gaat stiekem over de toeslagenaffaire), dat een korte termijnaanpak nodig is (koopkracht), dat er verstandig moet worden omgegaan met doelstellingen en tijdpad (deze wint het qua open deur!), dat alle sectoren mee moeten doen (maar het hele rapport gaat alleen over de agrarische sector….), dat er een effectieve buitenlandaanpak moet komen (terwijl dit volgens het kabinet onmogelijk is), dat Nederland moet inzetten op nieuwe vormen van landbouw (alsof dat nog niet gebeurt) en het onderliggende sentiment moet benoemd en “echt” geadresseerd worden.

    Kortom: het lijkt een waardevol en constructief hoofdstuk, maar je koopt er niets voor. Echt helemaal niets.

     

    Piekbelasters

    In Hoofdstuk 5 (p. 31-36) werkt Remkes de eerste lijn uit: de korte termijnaanpak. En daar komt de aap wel een klein beetje uit de mouw: het gaat bij korte termijn om de natuur, om de PAS-melders* en de bouwprojecten vlot trekken. Op het gebied van de natuur is de aanbeveling slap en niet concreet. Zo is het onduidelijk hoe bepaald wordt dat de balans fors gaat uitslaan ten gunste van de natuur. Dat is namelijk niet meetbaar volgens de huidige methodiek, zoals eerder in het rapport wordt gezegd. Terwijl door Remkes wordt betoogd dat er juist niet strikt door de lens van het juridische moet worden gekeken. Dus wat bedoel Remkes nou? Ook staat hier het verhaal over het uitkopen van de 500-600 ondernemingen binnen een jaar, eerst vrijwillig en daarna zo nodig: minder vrijwillig. Hierbij is opnieuw de vraag: kan dit wel binnen een jaar? Ik denk het niet. Helemaal niet als de komende herfst nog onvermijdelijke grote protesten van boeren en industrieën zullen volgen. Want gezien deze passage is daar alle reden voor.

    *PAS-melders zijn bedrijven en ondernemers die onder het Programma Aanpak Stikstof (PAS) konden volstaan met een melding van de berekende stikstofbelasting op kwetsbare natuur. Door de stikstofuitspraak van de Raad van State moeten PAS-melders alsnog over een vergunning beschikken.

     

    Zeggenschap

    In Hoofdstuk 6 (p. 37-50) vervolgt Remkes zijn verhaal met het perspectief voor de agrarische sector, waarbij hij begint met de grote vraag “wat wil Nederland?” Deze vraag is zeer legitiem, maar in dit rapport niet op zijn plek, aangezien deze vraag allang beantwoord had moeten zijn vóórdat we de hele stikstoftunnel werden ingezogen. Het is de kabinetten-Rutte en voorgaande kabinetten volledig aan te rekenen dat zij het zover hebben laten komen. Het is nogal misplaatst om vlak voordat je de val inloopt nog een keer als een Heintje Davids terug te komen op “wat wil Nederland?”. Vooral niet als deze vraag wordt gesteld door Remkes die zelf zijn hele leven in het bestuur heeft gezeten en op gezette tijden ook onderdeel is geweest van de aanloop naar deze crisis. Hij heeft veel gelegenheden gehad om in het kabinet die vraag aan de orde te stellen en niet pas achteraf als gespreksleider.

     

    Soevereiniteit

    Er is maar één manier om die vraag te kunnen beantwoorden: uittreden uit de EU. Doordat de Europese politieke unie maar doordendert, is het volstrekt irrelevant geworden wat Nederland wil, want we hebben niet zoveel meer te willen. Als Nederland nog de soevereiniteit had gehad om stikstofwetgeving volledig zelf te kunnen maken, zoals bijvoorbeeld de Verenigde Staten, dan zouden we niet in deze ellende hebben gezeten. Maar wie zaait, zal oogsten. Wil je meer EU en minder zeggenschap, dan krijg je dat ook.

    Een positieve uitzondering in Hoofdstuk 6 vind ik overigens het zoneringsverhaal (p. 42), waar wordt gesteld dat delen van Nederland gebruikt gaan worden voor extensieve landbouw en delen voor andere types landbouw. Wat dan weer ontbreekt in het rapport is wel een legitieme vraag en dat is de vraag in hoeverre de Natura2000-richtlijn zwaarder weegt dan de Europese landbouw- en visserij-verorderingen, zoals onlangs betoogd door de EU-rechtsgeleerde Schilder.

     

    Leegheid

    In Hoofdstuk 7 (p. 51-58) blijkt weer eens het nadeel van werken met beleidsmedewerkers met een gebrek aan bèta-kennis. Zo gaat dit hoofdstuk over de ‘gebiedsgerichte transitie’, waarbij het uitgangspunt is dat iedere boer iets moet doen. Ik vind dat een verkeerd uitgangspunt, want boeren zijn namelijk al zeer professioneel bezig met hun bedrijfsvoering, stukken professioneler dan uitvoeringsorganisaties van de overheid. Ik vind het aanmatigend van Remkes om (7.2.3) te moeten lezen dat een boer drie opties heeft voor zijn persoonlijke situatie: 1) de ondernemer verandert zijn bedrijfsvoering zodat hij voldoet aan de eisen die in het gebied gelden, 2) de ondernemer schakelt om naar een vorm van landbouw die langjarig houdbaar is, of 3) de ondernemer verplaatst zijn onderneming of stopt.

    Wat mij zeer steekt is dat optie 0 ontbreekt: niets doen, want de ondernemer voldoet al aan alle wetgeving en denkt holistisch na over zijn onderneming in relatie tot verdienmodel en natuurbeleid. Een groot aantal ondernemers valt in deze box. Juist als het gaat over gebiedsgerichte transitie is het pijnlijk om te lezen dat deze optie ontbreekt. Wel is er een voorstel voor ‘gebiedsteams’ die samen met de gemeenschap van boeren zogenaamde coalitions of the willing vormen, die regionaal zorgen voor een oplossing, onder regie van de provincie. Dat laatste is dan wel essentieel, om toch natuurlijk de macht van de overheid te borgen. Uiteraard volgt hier ook een deel over “innovatie”, wat eigenlijk gewoon inhoudt dat er meer geld in de sector gepompt moet worden in de hoop dat er iets uitkomt en tot slot roept Remkes op om een landbouwakkoord te gaan sluiten, waarmee hij de regie weer in het handen van het kabinet legt.

     

    Stikstofsleutel is zoek

    Na het lezen van het rapport vind ik het zeer bevreemdend dat een groot deel van de betrokken organisaties blij is met dit rapport. Ik begrijp dit wel vanuit de boterzachte vuist-aanpak die Remkes heeft. Iedere belanghebbende leest kritiek op zijn politieke tegenstander en moet ook zelf kritiek accepteren, waardoor het een evenwichtig rapport lijkt. Wanneer je echter bent bijgekomen van deze vuistslag, dan blijken er totaal geen oplossingen te zijn gevonden. De uitgangspunten van kabinet Rutte staan nog: de reductiedoelstelling en het bijbehorende jaartal. De KDW blijft gewoon in de wet en boeren worden uitgekocht. We zijn dus niet veel opgeschoten met dit rapport, buiten dat iedereen even zijn zegje heeft kunnen doen bij de polderkoning.

    Ik ben ervan overtuigd dat aan de kant van de boeren, net zo goed als aan de kant van de geradicaliseerde D66’ers, langzaam het besef zal indalen dat dit slechts een kwartaal tijd kopen is geweest en dat Remkes, hoezeer hij het ook geprobeerd heeft, de stikstofsleutel niet heeft gevonden.

    De stikstofsleutel ligt namelijk niet in Nederland.







    0 reacties :

    Een reactie posten