Hoe we door overheid en media worden gemanipuleerd
2 september 2022 - Ines van Bokhoven
Al decennia lang wordt angst ingezet om mensen te manipuleren tot ander gedrag. Angst voor oorlog, voor het vervuilen en opwarmen van de planeet, angst om ziek te worden of te sterven. We zijn als de dood voor ongeluk, ongemak, pijn of tegenslag, en we geloven dat we het hele leven zelf volledig kunnen vormgeven. En daarom moeten we van alles en hebben we, bang als we zijn, behoefte aan overmatige controle. Weg met die overbodige angst en ga weer leven, schrijft Ines van Bokhoven.
Een stuk in De Telegraaf gisterochtend: de politie maakt zich zorgen om het stijgend aantal incidenten met ‘verwarde mensen’. De Dienst Speciale Interventies (DSI) meldt, dat men in 2021 twee keer zo vaak in actie moest komen vanwege verwarring in de openbare ruimte, dan in het jaar ervoor. Het verbaast mij absoluut niet.
De politie zegt zelf dat de lockdowns een reden kunnen zijn – alhoewel ik dat met ze eens ben, denk ik dat het veel dieper gaat dan twee jaar rampzalig beleid, en al veel langer in opbouw is. De lockdowns – en de steun die ze kregen en nog steeds krijgen, ondanks overweldigend bewijs dat ze niet werkten – waren weinig anders dan een culminatie van iets wat zich erg lang aan het ontwikkelen was.
Thema
Angst is het thema van onze tijd. En dat is het al een aantal decennia. Na de euforie die ontstond nadat we ‘de oorlog’ hadden gewonnen, maakte blijdschap al snel plaats voor serieuzere zaken: hoe voorkomen we iets dergelijks in de toekomst? Een groot gevoel van gezonde verantwoordelijkheid was dat: niet alleen de Holocaust in al z’n welhaast onvoorstelbare onmenselijkheid mocht zich nooit meer herhalen, maar het werd zelfs een streven om wereldvrede haalbaar te maken. Om oorlog voorgoed uit te bannen.
Jaren ’60
Het is ons tot op de dag van vandaag nog niet gelukt, we kwamen zelfs nooit in de buurt, maar dat weerhield de mensheid er niet van het utopische denkbeeld uit te breiden: een wereld zonder oorlog is mooi, maar er is nog zoveel ander Kwaad uit te roeien. De jaren ’60 gaven ons de hippies en hun stellige overtuiging dat er een nieuw tijdperk aankwam: het tijdperk van Aquarius. Broederschap en een open geest zouden de koers van de wereld gaan bepalen. Maar dat gebeurt niet zomaar; daar moet je wel wat voor doen, voor zo’n glanzend mooi tijdperk.
Jaren ’70
En zo schoten we de jaren ’70 in met het idee, dat de mensheid verantwoordelijk is voor zo’n beetje alles wat op deze planeet gebeurt. Armoede moest worden bestreden, kindjes in de Derde Wereld hadden honger – iets wat onze moeders ons vlijtig voorhielden als we onze andijvie of spinazie niet opaten. Inzamelingen op scholen, met van die kleine envelopjes waar de muntjes uit onze spaarpotten in pasten, ik kan het me nog erg goed herinneren. Voorafgegaan door een aangrijpende filmvertoning over kinderen in ‘arme landen’, doorgaans streken met veel zon en stof, weinig school en overal blote voetjes. Magere kindjes. De republiek Biafra bestaat allang niet meer, maar de naam zal voor een hele generatie synoniem blijven met ‘hongerende kindjes’.
Planeet
Maar het bleef niet bij het verbeteren van de positie van alle mensen op de planeet; de planeet zelf werd ook onderwerp van verantwoordelijkheid en zorg. Ons rivierwater zat vol met fosfaten en schuimde harder dan het sopje tijdens de afwas, en anders was het wel BASF dat de riviervissen om zeep hielp met al hun chemische lozingen. Diersoorten stierven uit, bossen gingen dood, de lucht was smerig door onze uitstoot van allerlei gassen, de zee dreef vol met afval. Het waren terechte zorgen, we wáren ook bezig onze eigen leefomgeving te vernietigen en onszelf er knap ongezond bij te maken. Vanuit deze zorg is het niet moeilijk te begrijpen waarom velen zo bang zijn voor kernenergie.
Links schuldgevoel
Als je mensen wilt motiveren om in actie te komen, om op te staan en daadwerkelijk iets te veranderen, dan is angst een goede motivator. Zeker als die angst reëel is: als we niet uitkijken met hoe we omgaan met onze planeet, onze eigen ‘woning’, dan brengen we onszelf in gevaar. Dus op zich is het af en toe een tikkie doempreken geen slecht idee, zolang die waarschuwende woorden maar wel gegrond zijn in realiteit. En juist dat begon men kwijt te raken: het ‘dat nooit meer’-gevoel, in de basis een geweldig schuldgevoel, begon onze wereld te doordrenken van een ‘we moeten iets doen’-jeuk die vooral bij goedbedoelende linksmensen een leidende levensinstelling werd: de zoektocht naar ‘het alternatief’.
En zoals dat dan gaat: men begon erin door te slaan, in die denkwijze. Alles moest anders, als het aan veel linksdenkers lag. En da’s nog steeds zo – ondanks het feit dat er al decennialang van alles wordt gedaan, met verbluffend weinig positief resultaat en geregeld zelfs met een averechtse uitkomst. Het moet, hoe dan ook. Zie alle dwang die er vanuit onze overheid komt de laatste tijd.
Jaren ’80
Het motiveren middels angst werd in de jaren ’80 pas echt goed opgestuwd, ook in de reclamewereld: we moesten rookmelders ophangen want anders ging je dood in je slaap, en we moesten rolluiken installeren anders bleken ’s ochtends al je spullen gejat. We moesten Persil Groen in onze wasmachines doen vanwege zure regen en het groeiende gat in de ozonlaag – iemand over die twee zaken nog veel gehoord, de laatste jaren? Nee, ik ook niet, maar lieve help, wat moesten we er bezorgd over zijn. Hele talkshows en actualiteitenprogramma’s waren gevuld met angst: we sterven uit! We zijn onszelf om zeep aan het helpen! In de tweede helft van de jaren ’80 begon dan ook voor het eerst de Echte Grote Schrik om milieu en klimaat, wereldwijd, op commercieel niveau.
Jaren ’90
In de jaren ’90 was ‘zorg om de planeet’ niet langer het domein van langharige biologiestudenten, die zich uit protest vastketenden aan bomen: het werd hip om je druk te maken over klimaat en milieu. Het werd hip om te geloven in de maakbaarheid van alles – het was ook een economisch feestelijk tijdperk, waarin plastische chirurgie voor het eerst sterk opkwam. Niet meer die ene ouder wordende filmster die zich liet opknappen, nee, iederéén kon nu de lippen laten oppompen, vet laten wegzuigen, borsten of billen laten verbouwen tot hoe we ze zelf het liefste zien. Want we waren doodsbang niet aan het schoonheidsideaal te voldoen dat ons overal werd voorgehouden. Angst deed steeds meer z’n intrede. Angst om zaken waar we gewoon niks aan kunnen doen.
Overmatige controle
Technologie begon te knallen: iedereen een computer in huis, het internet werd geïntroduceerd, er leek niets te zijn wat niet met een behulp van een of andere chip kon worden opgelost of uitgevonden. Zelfs onze koffieapparaten zijn programmeerbaar geworden. De wetenschap stond voor niets, vonden en vinden we, terwijl steeds harder blijkt dat dat helemaal niet waar is, en dat elke technologische vooruitgang ook z’n minder positieve keerzijde heeft.
Maar de maakbaarheid van alles stond voorop. We wilden nu eenmaal een wereld waarin alles gemakkelijk was, alles precies was zoals we wilden. Tegenslag werd iets wat ‘niet hoort’ en we wilden eigenlijk, als in reclames, de hele dag met een gelukzalige grijns op onze perfecte gezichten kunnen rondlopen. Als de dood voor een beetje ongeluk, ongemak, pijn, tegenslag, onszelf en onze lelijke lijven: we wilden hoe dan ook geloven dat het hele leven iets is wat we zelf volledig kunnen vormgeven. Maar behoefte aan overmatige controle is helaas wel de grootste herkenbare psychologische factor van bange mensen.
Verslaving
Tegen de tijd dat het nieuwe millennium begon waren we bang genoeg voor de volgende hype: de wereld zou instorten om 12 uur ’s nachts, bij de aanvang van het nieuwe jaar, dankzij een of andere computerprogrammeerfout. Uiteraard gebeurde er niets, maar desondanks wisten we het binnen de kortste keren alweer zeker: in 2012, dan vergaat de wereld, want de Maya’s hadden een kalender en die hield in dat jaar op. Dus dan weet je het wel. Opnieuw gebeurde er niets ongebruikelijks, maar het werd wel duidelijk dat ‘ergens bang voor zijn’ een verslaving aan het worden was. En het liefst voor dingen die ‘zouden kunnen gebeuren’, niet voor zaken die concreet terug te vinden zijn.
En waar zijn we nu? In zeeën van angst zijn we de afgelopen jaren gestort. Al ruim voor de covidcrisis werd de angst voor klimaatverandering belachelijk hoog opgeschroefd, en bang als we inmiddels waren lieten we ons, toen covid arriveerde, vrijwillig opsluiten in onze huizen, kijkend naar onze tv – de brenger van zoveel angst – die ons vertelde dat dit het ‘nieuwe normaal’ was, en we er maar aan moesten wennen.
Doem-narratief
Eerlijk gezegd vind ik het nog meevallen met de hoeveelheid verwarde mensen, die we in de publieke ruimte problemen zien veroorzaken. Want het moge duidelijk zijn dat we allemaal tot op zekere hoogte al jarenlang in een zekere staat van verwarring worden gehouden, als zowel wetenschap, media en overheid niet gehinderd worden door de feiten en doorgaan, op bijna religieuze wijze, hun idealen aan ons op te dringen door ons bang te maken.
Vrijwel geen enkele voorspelling op het gebied van klimaat is tot nu toe uitgekomen, maar men brengt de nieuwe profetieën keer op keer als absolute waarheden. Twijfel eraan, en je wordt sociaal terechtgesteld. Het wordt steeds moeilijker te geloven wat men ons vertelt – maar evengoed ook steeds moeilijker onafhankelijk onderzoek naar de feiten te doen. Alles is gekleurd geworden. Alles dient het narratief van angst en doem.
Tijd om weer te gaan leven
Het is tijd ons tegen die golven van angst te verzetten, mensen. Tijd om weer te gaan leven. We zijn bespeeld tot en met. Onze angsten zijn overbodig, we zitten voor niks vast in een web van verwarring en onzekerheid. De wereld is niet maakbaar en het is groteske arrogantie te denken van wel. Tegenslag hoort bij het leven en lelijke dingen bestaan nu ook eenmaal. Het Boeddhisme zegt terecht dat licht niet te vinden is als er geen duisternis bestaat, dus leer angsten en alles wat lelijk is te omarmen als iets positiefs, iets om wat van te leren, niet als iets wat uitgeroeid moet worden. Want dat lukt toch niet, geloof me.
Het is tijd voor een nieuwe manier van denken: positivisme moet z’n intrede doen. Weg met al die angst. Vier het leven. Sta op en doe gewoon niet meer mee. Zet die tv uit. Luister niet meer naar de doemprekers. Ze hebben ongelijk, en dat kunnen we elke dag met eigen ogen zien.
Om een heel erg bekend hippieliedje te citeren: Let The Sunshine In!
0 reacties :
Een reactie posten