De primaire emoties van extreemlinkse zedenmeester Jesse Klaver

Datum:
  • zaterdag 25 juni 2022
  • in
  • Categorie: , , ,
  • Bizarre aanval op Caroline van der Plas in stikstofdebat

    Jesse Klaver noemde de woorden van Caroline van der Plas van BBB “vergif” tijdens het stikstofdebat deze week. Niemand in de Kamer reageerde. Met een walgend gezicht en op hoge toon ging hij de BBB-frontvrouw te lijf, de ene na de andere verdachtmaking uitend. Ratio, rede en fatsoen waren nergens te bekennen: Klavers onderbuik sprak. Maar alles is blijkbaar toegestaan zolang de juiste persoon het maar tegen de juiste tegenstander zegt. Net zoals de indringer in het huis van Haga evenmin een reden tot ophef was, schrijft Ines van Bokhoven.

    Weet u wat micro-expressies zijn? Mensen die de televisieserie ‘Lie To Me’ kennen, weten wat ik bedoel: het zijn korte gezichtsuitdrukkingen, die soms maar een fractie van een seconde duren en waar we niet aan kunnen ontkomen: onze gezichtsspieren maken, als in een reflex, de bewegingen die bij een bepaalde emotie horen.

     

    Emoties

    De televisieserie, met in de hoofdrol de Britse acteur Tim Roth, is niet uit de lucht gegrepen: de hoofdpersoon is gebaseerd op dr. Paul Ekman en zijn werk, een wereldberoemde psycholoog die als pionier (letterlijk, hij trok er de hele wereld voor rond) aan de wieg stond van deze nieuwe onderzoeken naar onze omgang met emoties. Ekman onderscheidde zeven verschillende ‘standaard-blikken’ die overal ter wereld, in alle culturen, hetzelfde zijn: geluk, verdriet, woede, minachting, verrassing, angst en walging. We kunnen ons vrijwel niet onttrekken aan die gezichtsuitdrukkingen als we eenmaal de bijbehorende emotie voelen.

    Baby’s herkennen, overal ter wereld, deze blikken in een seconde, en zullen ze zelf ook al vroeg gaan gebruiken. Voeg daaraan toe dat dik 90% van onze communicatie zich non-verbaal afspeelt, dus via lichaamshouding, gebaren, gezichtsuitdrukkingen en dergelijke, dan begrijpt u wat voor een grote rol micro-expressies spelen in de manier waarop we elkaar ‘lezen’.

     

    Klavers aanval

    Jesse Klaver, de voorman van GroenLinks, was deze week tijdens zijn debat met Caroline van der Plas te lezen als een telefoonboek, zo helder stonden de emoties op zijn gezicht geschreven en zo duidelijk liet zijn woordkeuze niets te wensen over. Iemands woorden en meningen “vergif” noemen, toe maar. Het is het soort woord waarvan we inmiddels allang weten dat als iemand anders dan Klaver het had gebruikt, zeg bijvoorbeeld een Wilders of Baudet, een flink deel van de Kamer ervan op de achterste poten zou hebben gestaan. Het woord ‘tassendraagster’ was al genoeg voor ongekende verontwaardiging over ‘de toon’, en dan vooral verontwaardiging vanuit de linkerhoek – waar men sowieso elke gelegenheid aangrijpt om moreel politieagentje te spelen – en uiteraard de hoek van de coalitie, tegen wie dit woord was gebruikt.

     

    Vergif

    Maar het woord ‘vergif’ deed noch de Kamer, noch de voorzitter ook maar met de ogen knipperen – in elk geval niet uit die mond, gericht tegen die ene persoon. Zoals de onvolprezen Paul Joseph Watson altijd snerend over links en hun hypocrisie zegt in zijn video’s: “When we do it, it’s okay.” En dus kreeg Van der Plas de volle, door niemand afgeremde, haattirade van Klavers ‘rechtschapenheid’ over zich heen, compleet met allerlei insinuaties over haar vermeende corruptie.

    En ze kreeg dit:

     

    Walging

    Een klassieke micro-expressie, een moment waarop Klaver het (weer eens) niet lukte het persoonlijke van het zakelijke te scheiden. Ik interpreteerde het eerst als haat, maar heb, voor de aardigheid, de kenmerken van wat hij hier doet eens opgezocht. Het is goed te zien: de opgetrokken bovenlip, de rimpels om de opgetrokken neus, de wangen die daardoor omhoogkomen, die op hun beurt de ogen weer wat doen dichtknijpen. Dit is de standaard-expressie voor ‘walging’, zo’n beetje de ergste vorm van afkeer. Dit is het gezicht dat je trekt als je een strontvlieg op je eten ziet, of iets anders dat je zo smerig vindt dat je er liever niet naar kijkt of luistert. Dit gezicht wijst alleen maar af en staat niet meer open voor argumenten.

    Je kunt je afvragen: speelde hij dit, om zijn woorden meer lading te geven, of is dit oprecht? Twee mogelijkheden: als hij dit speelde, was hij zeker net zo gevaarlijk bezig met waar hij Van der Plas van beschuldigde, en als hij dit niet speelde zou ik zeggen dat deze man te emotioneel is om een goed debat te kunnen voeren. Te persoonlijk betrokken om rationeel te blijven. In beide gevallen is hij, wat mij betreft, af.

     

    Gecommandeer

    Maar Klaver was natuurlijk verrukkelijk op dreef en voelde zich zichtbaar in zijn element: hij had redenen om Van der Plas op het matje te roepen, de kans haar moreel te veroordelen, en deed dat met hoofdletters en uitroeptekens. Want zo’n kans laat je uiteraard niet schieten. Zijn walging voor de BBB-frontvrouw was, al voordat hij dat walgende gezicht trok, te merken in zijn woorden en manieren: op hoge toon commandeerde hij dat Van der Plas bepaalde woorden terugnam, en de integriteit van de wetenschapper Hordijk voor onbetwistbare waarheid aannam.

    Ik weet niet hoe dat met u zit, maar ik zal over niemand zeggen dat hij of zij absoluut integer is – mensen zijn nu eenmaal mensen en ik ben geen liefhebber van heiligverklaringen. En Klavers belerende ‘matig uw toon’ kan ik, na decennia van extreemlinks verbaal, sociaal, politiek en ander geweld, geweld dat Klaver nooit krachtig en structureel heeft afgekeurd, nog geen seconde serieus nemen.

     

    Hondenfluitje

    Mooi was ook zijn gebruik van het woord ‘hondenfluitje’: Van der Plas zou verholen boodschappen overbrengen op haar volgers; zinsneden en begrippen die, net als bij het blazen op een fluitje voor een hond, alleen haar selecte groep kan horen en vertalen. Het is, zoals Van Haga opmerkte, te zien als een verwijzing naar extreemrechts. Het wordt vaak gebruikt om aan te geven hoe neonazi’s hun boodschappen verpakken in ogenschijnlijk onschuldige of nietszeggende termen.

    Ik durf te beweren dat juist Klaver zijn antwoorden een ontelbare lading hondenfluitjes meegaf in dit debat. Dat het ergste populisme juist bij hem vandaan kwam. Het ene na het andere platte fluitje kwam eruit: de suggestie dat Van der Plas zich voor het karretje van allerlei industrieën had laten spannen, dat ze de boeren naar de mond praat, dat ze weigert eerlijk te zijn en zo zelf verantwoordelijk is voor het leed bij de boeren, en dan het ‘Ik geef het u op een briefje: het gaat wél gebeuren!’ Alsof democratie gewoon niet bestaat en Klaver het hoofd is van een school uit de negentiende eeuw met leerlingen die gewend zijn te doen wat hen wordt opgedragen, ‘want anders’.

     

    Stout kind

    Van der Plas werd toegesproken als een stout kind. En de reden ervoor was duidelijk: iemand van zijn of haar stuk brengen tijdens een debat is een oude strategie – vooral als die persoon met ongemakkelijke uitspraken komt waar de tegenstander niet zo vlot een antwoord op heeft. Dan moet de afleidingsmanoeuvre acuut worden ingezet, en Klaver en de andere linkse fracties deden er maar wat graag aan mee: niet debatteren over de inhoud, maar voor de zoveelste keer tijd verspillen aan gemekker over ‘de toon’ en ‘de woordkeuze’.

    Gemekker dat, ik toonde het net al, doorgaans te hypocriet is om aan te horen: terwijl Klaver zanikte over hoe onbeschoft Van der Plas wel niet zou zijn, ging hij zelf met gemak nog een paar stappen verder. Al blaffend over hoe zij anderen eventueel in gevaar brengt door ze verdacht te maken, zette hij alle zeilen bij om Van der Plas zelf zo verdacht mogelijk te maken in zowel toon, woordkeuze als vlammende gezichtsuitdrukkingen en wilde armgebaren. Met zijn hele wezen moest deze verschrikking worden bestreden.

     

    Onderbuik

    Ratio en rede? Deden niet meer mee. Het was Klavers onderbuik die de hoogste toon voerde, zijn onmiskenbare walging voor iemand waarvan ik vermoed dat hij die werkelijk ziet als minderwaardig en wiens standpunten, als representante van een steeds groter wordende achterban, hij daarom niet eens daadwerkelijk zal overwegen – zoals er ook door niemand werd ingegaan op Van Haga’s opmerking over de relatie tussen extreemrechts en de term ‘hondenfluitjes’. Al het gesputter over ‘veiligheid’ en ‘fatsoen’ ten spijt, en geheel volgens de wetten van de hypocriete onderbuik, was het ineens tijd voor een pauze.

    En als we dan toch op dat kruispunt zijn aangekomen van veiligheid, parlementariërs en linkse mores, wil ik graag, als afsluiter, nog even wijzen op het feit dat Van Haga gisteren meldde dat er een man zijn woonhuis was binnengedrongen. Een feit dat uiteraard door de grote media met mondjesmaat, of zelfs helemaal niet, wordt verslagen. En waar de ‘fakkeldrager’ die bij Kaag voor de deur stond direct een verlenging van zijn voorarrest kreeg, en vrij vlot veroordeeld werd tot een pittige straf, mocht de indringer die de woning van Van Haga binnendrong en daar zijn gezin bedreigde dezelfde dag nog naar huis. Een groot deel van onze politici zwijgt er plichtmatig over.

    Tot mijn blijdschap zag ik dat Jan Paternotte zijn eerlijke afschuw uitsprak op Twitter, maar Tjeerd de Groot, die niet naar het boerenprotest durfde en zelfmedelijdend iets boos tweette over het bagatelliseren van dreiging en intimidatie, is te druk met boeren het leven onmogelijk maken om ook maar iets van een meelevend of verbolgen woord uit te spreken over wat het gezin van Van Haga overkwam.

     

    Doodzwijgen

    Kaag is, zoals gebruikelijk, bezig met zelfpromotie op Twitter en Van der Wal zwijgt de zaak voor het gemak gewoon dood, net als De Groot. De veiligheid en schrik van de gezinnen van Kaag en Van der Wal waren genoeg redenen om woest te worden, in onze Kamer, over vreemden voor hun deuren; een indringer, een wildvreemde vent in je woonhuis die weet-ik-het-wat-allemaal had kunnen uithalen, da’s dan weer reden om schouders op te trekken en iets anders te gaan doen.

    Want het draait, net als bij dat ‘vergif’ van Klaver, nou net om wie het zegt en tegen wie het allemaal gericht is, zo’n dreigende situatie en of we ons er druk om horen te maken in de naam van fatsoen, democratie en gelijkwaardigheid. Of niet.

     

    Linkse maatstaven

    Dus zo staan we ervoor: onze politici mogen naar hartenlust worden bedreigd, geïntimideerd en thuis opgezocht (zelfs tot in hun huis), mits ze van een bepaalde richting of signatuur zijn. Onze linkse Kamerleden nemen rechts de maat voor zaken waar ze zelf ondertussen professionele niveaus in hebben bereikt. Over inhoud wordt sowieso liever niet meer gesproken en de mensen die ons bezweren zeker te weten wat goed is voor dit land en dus voor achttien miljoen levens, zijn zelf niet eens in staat om simpele fatsoenregels ten opzichte van hun collega’s na te leven of op een menselijke, sociale manier met elkaar om te gaan.

    De immer groeiende puinhopen mogen echt niemand meer verbazen, met zoveel stampvoetende kleuters in ons bestuur.








    1 reacties :

    Anoniem zei

    Jesse Klaver is de smerigste communist die er momenteel in Nederland rondloopt. Vergeet "Groen" want daar is dat heerschap helemaal niet op uit. Jesse Klaver wil de overtreffende trap van het Communisme terug in Nederland. Voor de mensen die het niet weten: Groen Links komt voort uit de Communistische Partij Nederland.

    Een reactie posten