Gebroken beloftes: hoe de Wieringermeerpolder dichtslibde met windturbines en datacentra

Maar zoals het hier gaat, dat slaat gewoon nergens op.......


5-6-2020

Gebroken beloftes: hoe de Wieringermeerpolder dichtslibde met windturbines en datacentra

Polderlandschap Enorme windturbines in de Wieringermeerpolder zouden honderdduizenden huishoudens van groene stroom voorzien. Dat liep anders. Er kwamen datacentra van Microsoft en Google die alle groene stroom opslurpen. En de burger betaalt eraan mee. 

Als boer Han Lammers op het dak van de oude familieschuur aan het Wagenpad zou klimmen, en aan z’n grootvader moest uitleggen wat hij zag, dan was-ie nog wel even bezig. 
Verdwenen zijn de lege luchten en kaarsrechte akkers waar zijn opa over uitkeek, toen hij vlak voor de oorlog als eerste bewoner de pachtboerderij in de Wieringermeerpolder betrok. Kleinzoon Han, dertig jaar later geboren in diezelfde boerderij, ziet eindeloze rijen kassen waarin tomaten en puntpaprika’s opzwellen in oranje licht. Hij ziet het razende verkeer over de A7. En daarachter ziet hij een geheimzinnig, drie hectare groot bouwproject, met prikkeldraad omzoomd. Zou hij aanbellen bij de bouwkeet, dan zou de beveiliger hem zwijgend een visitekaartje met press@google.com erop overhandigen.

Het Nederlandse landschap gaat de komende decennia ingrijpend op de schop. 
Om de energieproductie te verduurzamen zijn er honderden hoge windmolens en uitgestrekte velden vol zonnepanelen nodig. Deze toekomst bestaat nu nog vooral op de tekentafel, behalve in de Wieringermeerpolder in de kop van Noord-Holland. In deze oude pachtpolder staat het grootste windmolenpark op land van Nederland, zij aan zij met de grootverbruikers van energie van de toekomst: de datacentra van Google en Microsoft.

NRC sprak in de polder met boeren, politici, omwonenden en energiedeskundigen over de winnaars en verliezers van dit proces, waar inwoners en lokale bestuurders niet opgewassen zijn tegen de multinationals. 
Draait Han Lammers zich om, dan ziet hij de rookpluimen van tientallen gascentrales die de kasplantjes van warmte, licht en CO2voorzien. Hij ziet honderden ventilatoren warme lucht uit een gigantische loods van Microsoft richting het IJsselmeer blazen. En dáárachter ziet hij het grootste windpark van Nederland in aanbouw: meer dan honderd monopiles met een tiphoogte van 177 meter van het Zweedse staatsbedrijf Vattenfall. Alles in het uitzicht van Lammers blaast, draait, zuigt, pompt, brandt.
Alleen de wind is niet veranderd. Want in de polder waait het altijd.
Wat Han Lammers ook ziet, zijn alle beloftes die overheden en bedrijven hebben gebroken. Beloftes over duurzaamheid, inspraak en eerlijk delen. Zoals de belofte dat de kassen groen en circulair zouden worden, dankzij restwarmte van nieuwgebouwde datacentra van Microsoft en Google. Dat het windpark huishoudens van groene stroom zou voorzien. En dat de inwoners financieel zouden profiteren van de molens, die in keurige, rechte lijnen in het landschap zouden worden gepast.
Het tegenovergestelde gebeurde, blijkt uit onderzoek van NRC. De Wieringermeerpolder is, aangejaagd door de lokale VVD-wethouder, verbouwd tot een rommelig, industrieel productielandschap. De voordelen belanden bij Amerikaanse computergiganten, speculerende boerenmiljonairs en een Zweeds energiebedrijf. De nadelen komen terecht bij omwonenden als de familie Lammers, die achter het net viste, en bij onwetende Nederlandse stroomconsumenten, die betalen voor het groene imago van de stroomslurpers in de polder.
Een gewone agrariër heeft hier steeds minder te zoeken, beseft Lammers. De nieuwe gewassen in de Wieringermeerpolder zijn dark fiber en wind.

Molentje op het erf

Op 29 september 2017 wordt de oer-Hollandse polder, door Cornelis Lely ingetekend, in één klap een stuk Zweedser. Staatsenergiebedrijf Vattenfall stuurt op die dag een persbericht rond dat het gaat opschalen in Hollandse windenergie. 


Aanleiding is de deal tussen Vattenfall („binnen één generatie fossielvrij”) en het Windcollectief Wieringermeer. Dat zijn 32 polderboeren die vanaf de jaren negentig een molentje op hun erf hebben gezet en twintig jaar later plots als ‘windcollectief’ aan de frontlinie van de energietransitie zijn beland. Zij verkopen hun verworven bouwrechten voor 32 grote windmolens aan de Zweden, die de molens toevoegen aan Windpark Wieringermeer, „het grootste van Nederland”. In dat windpark zullen 99 megaturbines jaarlijks 1,3 miljard kilowattuur groene stroom produceren, voor 370.000 huishoudens. Als het park af is, zal Vattenfall in vijftien jaar tijd maximaal ruim 660 miljoen euro aan subsidie ontvangen van de Nederlandse staat.
Ook de polder profiteert, is de belofte. De molens die nu nog lukraak bij de leden van het windcollectief staan, maken plaats voor turbines in ‘lijnopstellingen’, langs de strakke lijnen van de polder. De Zweden betalen elk lid zo’n 3,3 miljoen euro, zeggen betrokkenen tegen NRC. In één klap heeft de polder er 32 miljonairs bij. Buren zeggen dat ze het kunnen zien aan de dure auto’s en tractors en aan de sprongen in de grondprijs.Landbouw in de Wieringermeerpolder in 1946. Eind jaren dertig was de nieuwe polder bevolkt met 476 nette, werklustige boerengezinnen.

Een perfecte samenleving

De familie Lammers mist de slag. 
En dat terwijl ze zo vooruitstrevend zijn. Daar werd de familie in 1938, toen de overheid de boeren uitkoos die in de net aangelegde polder mochten pachten, op uitgekozen. 
Waar een oudere Noord-Hollandse polder, de Haarlemmermeerpolder, in chaos was vervallen, met uitbraken van cholera en malaria, moest de Wieringermeerpolder een perfecte samenleving worden. De Directie, ingesteld door de overheid, bouwde drie gelijkvormige dorpen, verbonden door wegen met namen als Wagenpad, Cultuurweg en Tussenweg. Vervolgens koos de Directie 476 nette, werklustige boerengezinnen uit, met gemeenschapszin en een moderne benadering van het agrarisch bedrijf. Precies evenveel katholieken, hervormden en gereformeerden, in identieke boerderijen op even dure pachtgrond. Een gelijker speelveld was er niet.

Opa Jan Willem Lammers had nog geholpen met de drooglegging. Eind jaren dertig vestigde de boer uit Aalten zich met zakken vol aardappelen, veldbonen en maanzaad aan het Wagenpad in de Noord-Hollandse polder, als een echte pionier.

Zoon Hendrik-Jan Lammers nam de boerderij met 45 hectare pachtgrond van zijn vader over. Ook hij was een vernieuwer, die het land vruchtbaar hield met vitaliserend water en koolstof uit Belgische mijnen. Maar toen in de jaren negentig de eerste windmolens verschenen bij omliggende boerderijen, durfde vader Lammers nog meer vernieuwing niet aan. Het verbinden van een molen aan het stroomnet zou hem 70.000 gulden kosten. Dat had hij er niet voor over. Kleinzoon Han heeft dus niets te verkopen aan Vattenfall. „70.000 gulden toen, 3,3 miljoen euro nu”, mompelt hij. „Je moet er maar niet te veel over nadenken.”
Anno 2020 ziet Han vanuit zijn keuken het windpark in aanbouw. Hij krijgt vier molens in een straal van ruim een kilometer rond zijn huis, de kabels kruipen als wortels onder zijn akkers. Hij is heus voor vernieuwing, zegt hij, maar het is zo veel en zo oneerlijk verdeeld. ’s Nachts knipperen de rode lampen op het ritme van de wieken. Zijn vrouw Saskia: „Het is hier net het red light district.” 
Het windpark roept verzet op van clubs als Stichting Omwonenden Windturbines Wieringermeer en verdeelt de polder. Een boer aan de weg van Lammers verzweeg lang dat er een complete lijn over zijn land kwam. De buren kwamen erachter, en nu is de straatbarbecue afgeschaft en komen de vrouwen niet meer op elkaars verjaardag.


Burenregeling

De gemeente Hollands Kroon voorzag al lang het chagrijn van de omwonenden. Een windmolen ziet er voor burgers nou eenmaal anders uit als die niet van hen is. Om dit tegen te gaan moest het „mentaal eigenaarschap bij de gemeenschap” worden versterkt, zo vermeldt een beleidsnotitie uit 2011.

Maar alle initiatieven om omwonenden mee te laten profiteren van de windenergie in de polder sneuvelden mettertijd. Wat overbleef was een burenregeling voor de 330 huishoudens die binnen iets meer dan een kilometer van een molen wonen. Die krijgen gemiddeld zo’n 100 euro per maand per huishouden, als compensatie voor de hinder van geluid en de slagschaduw van de turbines.
Er zijn meer turbines dan beloofd. De boeren van het Windcollectief bedongen bij het ministerie dat ze hun oude molentjes nog jaren mochten laten draaien – en wellicht langer. En dus staan er, tot onvrede van de gemeente, in ieder geval het komende decennium én losse molens én 99 megaturbines in de Wieringermeerpolder.

Hoezo gaat al die hinderlijke windenergie naar een Amerikaanse multinational?
De trots over het produceren van groene energie voor Hollandse huishoudens duurde voor de polder ook maar kort. Eind 2017, een ruime maand na de deal met de 32 boeren, publiceerden de Zweden een volgend ronkend persbericht. Deze keer om te melden dat het Amerikaanse Microsoft alle energie van het windpark zou afnemen, om een nieuw datacentrum in de polder van stroom te voorzien. Microsoft schreef trots dat dit „nieuwe economische kansen” creëert „terwijl de CO2-footprint wordt verlaagd”.

Het persbericht ontging de meeste mensen in de polder. Maar niet Arjen Voogt, de oplettende secretaris van de lokale partij Anders!, die zich hard maakt voor burgerinspraak en zonne-energie. Hoezo gaat al die hinderlijke windenergie naar een Amerikaanse multinational? Aan zijn keukentafel in Slootdorp vat hij zijn bezwaar samen. „De Zweden ontvangen van de Nederlandse staat honderden miljoenen euro’s subsidie voor het windpark en verkopen vervolgens alle stroom aan de Amerikanen. Er gaat nog geen wattuur naar de burgers in de Wieringermeerpolder. Maar zij krijgen de molens voor hun neus en betalen, net als iedereen, via een opslag op hun stroomrekening de subsidie aan de multinationals.” Op de site van het windpark blijft staan dat de stroom bestemd is voor 370.000 huishoudens.

De campus van Microsoft

Hoe Microsoft van alle plekken op aarde in de Wieringermeerpolder belandde, dat weet Theo Meskers, VVD-wethouder voor Economische Zaken in de gemeente Hollands Kroon. 
In september 2013 zit Meskers in het vliegtuig naar Seattle. Naast hem zit Anton Hiemstra, kleinzoon van een polderpionier. Hiemstra is eigenaar van agrarisch industrieterrein Agriport. In het vliegtuig zitten ook een VVD-gedeputeerde en twee afgevaardigden van Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord en het ministerie van Economische Zaken. 

Al maanden proberen de mannen de technologiegigant te overtuigen dat de Wieringermeerpolder de uitgelezen plek is voor hun nieuwe, hyperscale datacenter. Ze zijn op weg naar het hoofdkantoor van Microsoft „om de onderhandelingen vlot te trekken” – vertelt Meskers. „Het zat vast, dus we moesten erheen, vond ik. Zo’n type ben ik wel.”Toen het ministerie Microsoft begin 2013 wees op Agriport als vestigingslocatie, waren de Amerikanen meteen enthousiast. In de loop van het jaar stuurde het bedrijf een site selection team van twaalf man naar de Wieringermeerpolder, ze logeerden in Medemblik. Het team vond er een koele, winderige polder, een „betrouwbare stroomvoorziening, en lage industriële energieprijzen”, aldus een impact study die de betrokken overheden lieten schrijven om datacentra naar de regio te lokken.
Meskers: „En dan willen ze weten: hoe zit het openbaar bestuur in de wedstrijd?” Nou, goed dus. De VVD’er wilde het datacentrum maar wat graag in zijn gemeente, om te voorkomen dat de kop van Noord-Holland „een krimpgebied” zou worden.

In de Wieringermeerpolder zou binnenkort de cloud voor Afrika en het Midden-Oosten komen te draaien
Daarna werd het stil. Maar nét toen ze met zijn allen uit het vliegtuig in Seattle stapten, kwam het verlossende sms’je. Meskers hoefde de boel niet aan te jagen. Microsoft ging voor 36 hectare op Agriport en wilde tempo maken, kreeg hij te horen op de enorme campus van Microsoft in een buitenwijk van Seattle. In de Wieringermeerpolder zou binnenkort de cloud voor Afrika en het Midden-Oosten komen te draaien. 
Meskers wist wat hem te doen stond. Hij tuigde direct binnen de gemeente een dedicated team op dat goed Engels sprak en de Hollandse bouwregels kon vertalen naar de wensen van de Amerikanen. Ook Agriport-eigenaar Hiemstra trok alles uit de kast om aan alle wensen van Microsoft te voldoen. „Mij wordt wel eens verweten dat ik als wethouder te dicht op Hiemstra zit”, zegt Meskers. „Maar Hiemstra doet precies het goede voor de gemeente. We hebben dezelfde ambities.”

DATACENTRA SLURPEN STEEDS MEER STROOM

Het stroomverbruik van datacentra op industrieterrein Agriport in de Wieringermeerpolder, van onder meer Microsoft en Google, is in 2030 acht keer zo groot als nu, staat in een rapport van adviesbureau CE Delft.
Volgens brancheorganisatie DDA verbruikten datacentra in heel Nederland vorig jaar 4 terawattuur (TWh), circa 3 procent van het totale Nederlandse stroomverbruik van circa 125 TWh. Hoeveel stroom datacentra op dit moment gebruiken blijkt niet te achterhalen. De groeiende stroombehoefte van datacentra is niet ingecalculeerd in het Klimaatakkoord.
Google en Microsoft willen niet zeggen wat ze op Agriport aan stroom verbruiken. Uit het rapport van CE Delft is af te leiden dat Microsoft in het voorjaar van 2019 0,43 TWh per jaar verbruikte. Intussen is dat datacentrum sterk gegroeid. In 2030 zal het totale stroomverbruik door datacentra op Agriport 3,5 TWh zijn.

Glastuinbouw

De familie Hiemstra zag de komst van de Amerikanen ook wel zitten. Hun aardappelhandel bestaat nog steeds: forse groene loodsen in een hoek van Agriport waar het altijd waait. Maar wie nu echt wil verdienen in deze polder, weet Anton Hiemstra, zit in de wind of de grondhandel.
Hij deed het laatste. De Hiemstra’s hebben de afgelopen jaren de boeren om hen heen uitgekocht en hun landbouwgrond omgebouwd tot bouwpercelen, compleet met zware infrastructuur voor de vestiging van grote kassen. Zo groeide Agriport uit tot een ‘agrologistiek cluster’ van formaat, met een eigen energiebedrijf en trafostation – handig voor de glastuinbouw en de datacentra. Er ligt al een plan voor de uitbreiding: Agri++. 
Ook Han en Saskia Lammers profiteerden van de komst van Agriport. De vader van Anton Hiemstra stond jaren geleden ook aan hún deur aan het Wagenpad. „Als we nou eens een tonnetje zus, en een tonnetje zo, zouden jullie dan niet willen verhuizen?” De Lammers’ zeiden ja. Even droomden ze van boeren in Guatemala of Costa Rica, maar ze bleven. Ze ruilden hun pachtpercelen op Agriport tegen een stuk eigen grond verderop, plus een geldbedrag voor een nieuw huis. Daar telen ze nu aardappelen en verbouwen ze eetbare bloemen en luxegroenten onder de naam Puur Groenten. 
Wie goed wil verdienen in de Wieringermeer zit in de grondhandel of in de wind
De verhuizing was het einde van de boerderij aan het Wagenpad. Alleen de oude schuur staat er nog, een gebouwtje van niets tussen enorme tomatenkassen. 
Met de kassen boven de grond, kwamen de stroomkabels onder Agriport. De glastuinbouwers koppelden hun kleine gascentrales aan elkaar om reststroom te verhandelen. Inmiddels zitten er zo’n veertig centrales op de stroomkring van Agriport. Met zoveel stroom voorhanden, kon het industrieterrein wel een stabiele stroomafnemer gebruiken. Een aluminiumsmelter lag niet voor de hand, maar een datacentrum zou prima kunnen, bedacht een stagiair ooit eens. Die trekt met duizenden servers tegelijk stroom. 
Hoeveel? Om een indruk te geven: het datacentrum van Microsoft, à 2 miljard euro, heeft een aansluiting voor een verbruik van maximaal 2,2 terawattuur per jaar in de Wieringermeerpolder. Als het datacentrum dat allemaal zou afnemen, is dat bijna twee procent van wat heel Nederland aan stroom gebruikt. Dat Microsoft adverteert dat het allemaal Hollandse groene stroom van het windpark ernaast is, vindt Hiemstra prima. Het is pure pr, weet hij. Iedereen haalt z’n stroom van het net, voor dezelfde prijs.
Die enorme stroomhonger maakt de bouw van nieuwe datacentra omstreden. Nederland haalt bij lange na de Europese doelen voor de productie van hernieuwbare energie niet. Nóg meer stroomslurpers brengen dit doel alleen maar verder buiten bereik. 
Om de aandacht daarvan af te leiden zette Agriport in op een ander argument: de kassen zouden de restwarmte die vrijkomt bij het koelen van de Microsoft-servers gebruiken om paprika’s en tomaten te laten groeien.
Dat bleek onweerstaanbaar. Het staat in officiële bestemmingsplannen, omgevingsvisies en gebiedsplannen van de gemeente Hollands Kroon, in onderzoeken van ingenieursbureaus, in studies van het lokale ontwikkelingsbedrijf, in presentaties van Agriport zelf, zelfs op de Wikipedia-pagina van het dorpje Middenmeer: het hergebruik van de restwarmte van de datacenters draagt bij aan een groenere en duurzamere polder.
Alleen: het is niet waar. De restwarmte van Microsoft, tussen de 25 en 35 graden Celsius, is veel te koud voor de kassen. Hergebruik was wellicht mogelijk geweest als het datacentrum met een moderner (en dus duurder) type koeling was gebouwd, maar nu waait de restwarmte gewoon het IJsselmeer op. Waarom heeft de wethouder geen eisen gesteld aan de bouw? 
Tja, zegt Theo Meskers: „Er is de afgelopen jaren maatschappelijk een ander beeld ontstaan rond het klimaat en circulariteit. In 2014 gold voor ons vooral de economische impuls.”


Google

Microsoft bleef niet de enige. We zijn door een computerbedrijf benaderd om „kennis te maken en plannen door te spreken”, staat in een vertrouwelijk memo dat Theo Meskers in mei 2018 stuurt aan de gemeenteraad van Hollands Kroon. Meskers heeft hierover „volledige geheimhouding” beloofd, schrijft hij.
Wat de VVD’er zich goed herinnerde van zijn tripje naar Seattle, is dat als er één datacentrum komt, er vaak meer volgen. De locatiescouts van de computerbedrijven houden elkaar nauwgezet in de gaten. En de infrastructuur in de polder is al klaar: voor het windpark is een zwaar transformatorstation op Agriport gebouwd waar weer meer datacentra op kunnen worden aangesloten.
In het vertrouwelijke memo schrijft Meskers dat hij „vooroverleg” voert over „landschappelijke inpassing en vormgeving” en „het aspect duurzaamheid belicht”. Hij ziet vooral kansen. „De dialoog wordt als zeer prettig ervaren door alle partijen”, schrijft hij de gemeenteraad. En er is waardering voor de opstelling van Hollands Kroon, waarbij „niet de regel centraal staat, maar het initiatief”.

Windmolens zijn lucratief, omdat producenten zoals het Zweedse Vattenfall in Nederland subsidie ontvangen op duurzaam opgewekte stroom. Die subsidie komt uit de zogeheten ODE (voor Opslag Duurzame Energie), die particulieren, bedrijven en andere kleine verbruikers bovenop hun energierekening betalen.

Grootverbruikers van stroom zoals Microsoft en Google zijn daar grotendeels van vrijgesteld, en dragen dus niet op deze manier bij aan de energietransitie.
Wat de VVD’er niet weet, is dat Google een vol jaar eerder bij Hiemstra al een voorcontract heeft getekend. En evenmin dat de Amerikanen op 8 februari 2018, drie maanden voordat de gemeenteraad onder geheimhouding wordt geïnformeerd over een kennismaking, de poldergrond daadwerkelijk hebben gekocht. Voor 71 hectare bouwgrond betaalt Google 46 miljoen euro aan Hiemstra.
Terwijl de vergunningsprocedures lopen, is Google al stappen verder. Op 10 augustus 2018 tekent het computerbedrijf een contract met Cathexis, een Luxemburgs bedrijf van een Texaanse oliemiljardair. Zijn bouwbedrijf zal het datacentrum daadwerkelijk gaan bouwen, net zoals dit bedrijf dat deed voor Google in de Eemshaven.
Een maand later sluit de Texaan een deal met het Engelse vastgoedbedrijf CBRE. Hoewel de vergunningen in de Wieringermeerpolder formeel nog niet rond zijn, weten ze in de London City al lang dat het goed zit. In september 2018 tekent CBRE voor een hypotheek van 400 miljoen euro op het stuk land waar twintig jaar eerder nog pootaardappelen groeiden.
Het blauw-witte datacentrum is inmiddels zo goed als klaar. Nergens is de naam van Google terug te vinden, de gele wegwijzerbordjes in de polder wijzen naar ‘Nimble’, Engels voor lenig. Zo noemt Cathexis het datacentrum dat het nu aan Google verhuurt. Het is een handige sale- en leaseback-constructie, vertelt een betrokkene, „fiscaal gestructureerd via Luxemburg”. 
Een derde datacentrum, van vastgoedbeleggingsfonds Cyrus One, is in aantocht. Van nummer vier kent de wethouder alleen de codenaam: ‘project Luna’. „Luna?”, lacht Hiemstra, „dat ken ik niet”. Maar op kaarten die op het gemeentehuis circuleren staat ‘Luna’ al ingetekend, in de noordoostelijke hoek van Agriport. Meskers: „Nummer vijf en zes klopten ook al aan. Die heb ik maar doorverwezen naar Flevoland. We moeten eerst uitzoeken wat verstandig is.”
Van hergebruik van de overtollige hitte van de duizenden servers die straks voor Microsoft, Google, Cyrus One en ‘Luna’ in de polder draaien is vooralsnog geen sprake. Toch staat in het bestemmingsplan dat hun komst de „uitwisseling van restwarmte bevordert”.
Hoe zit dat? De wethouder kijkt moeilijk. Google en Microsoft leveren wél 1.500 structurele arbeidsplaatsen op, zegt hij, zich baserend op scenario’s. Maar in een geheim memo uit 2018 schrijft hij aan de gemeenteraad dat er bij Google „100 mensen” komen te werken. Het worden er 125, bevestigt Google.
Meskers heeft een onderzoek besteld naar de wenselijkheid van de komst van nog meer datacentra. „We willen een circulaire omgeving zijn en we willen dat het duidelijker wordt wat bedrijven met de restwarmte gaan doen. Maar we weten niet of we eisen gaan stellen. Dat hangt af van de uitslag van het onderzoek.”

Zonnepanelen

Arjen Voogt, al decennia politiek actief in de Wieringermeer, is niet verbaasd over het gebrek aan regie van de gemeente. Megawindparken, multinationals, hyperscales – het gaat Hollands Kroon boven de pet, zegt hij. „De gemeente heeft al moeite genoeg met de eigen digitalisering.”
Van echte controle door de gemeenteraad op de grootschalige ontwikkelingen is geen sprake. Voogt: „De spoeling voor gemeenteraadsleden is hier dun. Bovendien verklaart het college alle belangrijke beslissingen geheim. Als een project wat extra inkomsten genereert, zijn ze al lang blij. Veel verder wordt er niet gekeken.”
Van echte controle door de gemeenteraad op de grootschalige ontwikkelingen is geen sprake
Al met al, zegt Voogt, is het onverstandig om beslissingen over de komst van grote energieprojecten met landelijke gevolgen over te laten aan een klein clubje politici en ondernemers in een zwak bestuurde gemeente.
Dat merkt boer Han Lammers ook. Hij wilde, vanwege de duurzaamheid, graag zonnepanelen op het dak van zijn nieuwe schuur in de Wieringermeerpolder. Kan niet, kreeg hij in een brief te horen van netbeheerder Liander. Het windpark, met het datacentrum als afnemer, belast het stroomnet zo zwaar, dat er voorlopig geen mogelijkheid is voor buurtbewoners zoals hij om zonnestroom te leveren.
Zo gaat het dus, zegt Lammers. Grote bedrijven en rijke boeren krijgen voorrang. „Ik ben echt niet tegen windmolens of duurzaamheid. Maar zoals het hier gaat, dat slaat gewoon nergens op.”



























3 reacties :

Anoniem zei

Volgens mij is hiermee de democratie afgeschaft. Zo we die al hadden.
Het is een mensonterend gezicht.

Ik heb 4 kinderen maar geen van hen willen hier blijven wonen.
Hierboven is gesproken over het red light district. Nee, het is het Botlekgebied!

Anoniem zei

Natuurlijk betalen de burgers de nieuw aan te leggen infrastructuur voor stroom en niet de bedrijven zoals Vattenfall. Meskers mag trots op zichzelf zijn dat hij de burgers van HK zo heeft voorgelogen. Zou er iemand te vinden zijn die niet denkt dat Meskers stiekem zijn zakken gigantisch gevuld heeft?

Anoniem zei

Meskers liegt altijd alles in zijn straatje. Eigen belang en vriendjes politiek.

Een reactie posten