De staat van de Europese Unie: belabberd, zeker voor Nederland

Datum:
  • maandag 29 juni 2020
  • in
  • Categorie: ,
  • Maandag bediscussiëren Tweede Kamer- en Nederlandse europarlementariërs in Den Haag zoals elk jaar de staat van de Europese Unie.
    229-6-2020

    De EU staat er belabberd voor, mede doordat de Europese Commissie weigert EU-regels steviger te handhaven. Het kabinet weet dat ook wel, maar blijft toch vertrouwen op de Commissie als beschermer van vooral kleine landen. Dat is naïef, schrijft Jelte Wiersma.
    De Tweede Kamer- en Nederlandse europarlementariërs hebben voor maandag wat prikkelende lectuur tot zich mogen nemen. Onderzoekers Adriaan Nunes en Adriaan Schout van Clingendael hebben in opdracht van de Tweede Kamer het rapport De Commissie in balans? Ambitie, organisatie en macht gepubliceerd.
    Daarin kraken zij in bedekte termen harde noten over opeenvolgende Europese Commissies. De Commissie komt telkens met wetsvoorstellen, streeft naar meer macht, handhaaft wetten niet en wordt zelf nauwelijks gecontroleerd. Minister Stef Blok (VVD) van Buitenlandse Zaken – althans: zijn ambtenaren – hebben daarop gereageerd met een kabinetsbrief waarin eigenlijk staat: er is weinig aan de hand, de Commissie is wel oké.
    Dat is natuurlijk niet zo.

    Verenigd Koninkrijk was eigenlijk beste lid

    De Europese Unie staat er belabberd voor. Sinds 1 februari is het Verenigd Koninkrijk lid af. Dit komt mede door opeenvolgende Europese Commissies. Een stroom van wetsvoorstellen voor meer harmonisatie en integratie maakte de vrijheidslievende en democratische Britten uiteraard sceptisch over de machtsambities van de bureaucraten in Brussel. Tegelijkertijd implementeerde het Verenigd Koninkrijk met zijn lange democratische traditie sneller en nauwgezetter nieuwe EU-wetten dan welk EU-land ook.
    Luister ook de podcast Brusselse Bobo’s en Baantjesjagers met Jelte Wiersma:
    Aangezien de Europese Unie een juridische orde is, was het Verenigd Koninkrijk eigenlijk het beste lid. Terwijl landen die vaak als pro-EU werden en worden gezien, zoals Italië, maar wat aanrommelden met het gieten van EU-wetten in nationale wetten. De Europese Commissie deed daar veel te weinig tegen, terwijl zij dat als scheidsrechter wel hoort te doen.
    Slechts Polen en Hongarije kregen op hun kop wegens de stand van hun democratie en rechtstatelijkheid, maar dat deed de Commissie na Duitse en Franse druk. Dat was op zijn minst selectief.

    Geen brave uitvoerder, maar op zoek naar macht

    Jean-Claude Juncker, tot vorig jaar voorzitter van de Commissie, zei vrolijk dat hij de meest politieke Commissie ooit leidde. Daarmee maakte hij duidelijk dat zijn Commissie niet van plan was een brave uitvoerder te zijn van opdrachten van de regeringsleiders, maar zelf macht zocht.

    Lees ook over Brussel: Zonder eenheid EU zal Xi niet buigen

    Tegelijkertijd noemde hij zijn Commissie die van de laatste kans gezien de eurocrisis waarin de EU mede door de Commissie ook toen al verkeerde. Die eurocrisis kon mede ontstaan doordat de Europese Commissie weigerde te doen wat zij behoorde te doen: de euroregels handhaven. Eurolanden konden zo tot frustratie van het brave Nederland onbestraft begrotingen en staatsschulden uit de hand laten lopen.

    Commissie heeft geen publiek draagvlak

    De Commissie wil dus wel elke keer meer macht, maar de macht die zij heeft om landen in het EU- en eurogareel te houden, gebruikt zij niet of selectief. Dat is ergens wel begrijpelijk. EU-Commissarissen zijn politici: zij streven altijd meer macht na. Als ze geen macht zouden nastreven, waren ze immers nooit de politiek ingegaan. Maar de Commissie heeft geen publiek draagvlak en daarmee geen eigenstandige positie met een democratische basis. Commissarissen worden voorgedragen en aangesteld door de nationale regeringen. Het Europees Parlement probeert wel die democratische basis te zijn, maar is dat in ogen van de meeste burgers niet. Burgers zien hun democratische macht nationaal.
    Nationale regeringen hebben lang niet altijd zin om zich aan EU-regels te houden. Al was het maar omdat die regeringen tussentijds door verkiezingen wisselen en andere opvattingen kunnen hebben over bijvoorbeeld de euroregels. De Commissie durft nationale regeringen dan ook vaak niet voor het hoofd te stoten. Zij is immers afhankelijk van die nationale regeringen en durft regels niet te handhaven uit vrees dat bevolkingen zich – nog meer – tegen ‘Brussel’ keren.

    EU steunt vooral op grote landen

    Daar komt bij dat de EU vooral steunt op grote landen, en dan specifiek Duitsland en Frankrijk. Kleine landen zijn vaak aangenamer voor burgers dan grote landen, maar grote landen hebben iets wat kleine hun burgers niet kunnen bieden: macht. Als Duitsland en Frankrijk hun grootheid en dus macht niet gebruiken, vervalt het voordeel voor Beier en Breton om daarvan deel uit te maken. Duitsland en Frankrijk moeten hun macht dus wel gebruiken om  burgers van hun nut te overtuigen. Het waren niet voor niets de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder (SPD) en de Franse president Jacques Chirac (UMP) die gezamenlijk als eersten in 2003 de euroregels braken. Zij zeiden daarmee: macht gaat boven regels.
    EW maakte eerder dit omslagverhaal over de Europese Unie

    Geen stuiver extra naar Zuid-Europa

    Voor Nederland is deze realiteit lastig. Hugo de Groot schreef al begin zeventiende eeuw in opdracht van de VOC het Mare liberum (1604-1606), over het principe van vrije handel op zee. Dit uit angst dat grotere, machtige landen de zeeën zouden monopoliseren en de handel van de kleine Republiek in de knel zou komen. Nederland is sinds De Groot altijd voorstander geweest van internationale regels om te voorkomen dat het als klein land aan de machtswillekeur van de groten zou zijn overgeleverd.

    Timmermans heeft vaak andere opvattingen dan Rutte III

    Nederland was dan ook altijd de grootste fan van de Europese Commissie als handhaver van regels. Maar Nederland wordt telkens teleurgesteld. In de kabinetsreactie van Blok schemert dat ook wel door het ambtelijke jargon heen.
    Hoe hiermee om te gaan? Nunes en Schout wijzen er onder meer op dat Nederland geen personeelsbeleid voor de Commissie voert. Uitvoerend eerste vicevoorzitter Frans Timmermans (PvdA) heeft vaak andere opvattingen dan Rutte III en het grootste deel van de Nederlandse bevolking. Denk aan transfers naar Zuid-Europa, waar Timmermans voor is en Rutte III en de meerderheid van de Nederlanders – zelfs veel D66- en GroenLinks-stemmers – tegen, zo bleek recent uit een peiling in de Volkskrant.

    Bovengemiddeld veel Fransen en Italianen bij Commissie

    Ook werken veel minder Nederlanders voor de Commissie dan de omvang van de Nederlandse bevolking zou rechtvaardigen. Terwijl er bovengemiddeld veel Fransen en Italianen werken. Daarnaast geldt dat Nederlandse Commissie-ambtenaren niet de regeringsstandpunten volgen. Zo is de Nederlandse directeur-generaal begroting Gert-Jan Koopman uitgesproken voor transfers naar Zuid-Europa. Franse ambtenaren krijgen hun orders direct uit Parijs en nemen die over. Zij zien zichzelf als vertegenwoordigers van Frankrijk, Nederlanders beschouwen zichzelf als ‘Europeanen’.
    Dat gaat natuurlijk niet. Nederland moet veel actiever proberen de Commissie naar zijn hand te zetten en daarvoor langjarig strategisch personeelsbeleid voeren. Dat is slechts een begin van het beter behartigen van de Nederlandse belangen: regels boven machtswillekeur. Maar zolang zo iets simpels als personeelsbeleid al niet wordt gevoerd, is er voor Rutte III en navolgende regeringen geen enkele reden voor vertrouwen in en hoop op de Commissie als onafhankelijk scheidsrechter die kleine landen beschermt tegen de machtswillekeur van de groten. Zolang zal de EU de belabberde rechtsorde blijven die zij nu is en die mede leidde tot verlies van Nederlands belangrijkste bondgenoot: het Verenigd Koninkrijk.

    ELSEVIER


    0 reacties :

    Een reactie posten