Staatsgreep: de opmars van het neosocialisme

Datum:
  • vrijdag 15 mei 2020
  • in
  • Categorie: , , , , , ,
  • De coronacrisis leidt tot een verregaande overheidsinterventie die heel moeilijk terug te draaien zal zijn. Zeker omdat links nu staat te juichen.

    Gerry van der List 15-5-2020



    Het was vorige maand een grappige aflevering van De Speld. De satirische rubriek in de Volkskrant liet ‘een laffe intellectueel’ aan het woord die weigerde de wereld na de coronacrisis te duiden. Op elke vraag naar hoe de periode na de pandemie eruit zal zien, gaf hij antwoorden in de trant van ‘Geen flauw idee’ en ‘Schiet mij maar lek’.
    Deze bescheiden voorzichtigheid zou de gasten in praatprogramma’s tot voorbeeld kunnen strekken. Er wordt lustig op los gespeculeerd, maar de toekomst na deze ongekende uitdaging voor de mensheid is in nevelen gehuld. Het zou best kunnen dat er na het temmen van het virus weinig verandert, dat zaken weer min of meer hun gewone loop hernemen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten gevangenen in kampen enthousiast plannen te smeden voor politieke doorbraken en andere mooie politieke vernieuwingen, maar na de nederlaag van de nationaal-socialisten doken oude vormen en ­gedachten weer op.
    Toch valt er nu wel een structurele ontwikkeling te signaleren die vast en zeker nog lang invloed zal uitoefenen op het ­dagelijkse leven. Er is sprake van een soort staatsgreep. De overheid grijpt diep in het economische en maatschappelijke leven in en bemoeit zich werkelijk overal mee. De vraag is in hoeverre deze grootscheepse overheidsinterventie in de nabije, minder door een virus gedomineerde toekomst zal worden teruggedraaid. Paternalisme en etatisme passen immers goed in allerlei progressieve wensdromen.

    De bevolking reageert opmerkelijk gedwee

    Als er vorig jaar een dystopische roman (modieuze uitdrukking voor: somber verhaal over de toekomst) was verschenen over een Nederland waarin de staat het hele economische leven stillegt en burgers beboet die elkaars gezelschap op straat opzoeken, hadden recensenten wellicht opgemerkt dat dit wel een beetje vergezocht is. In 2020 is dit evenwel een bittere realiteit. De bevolking reageert opmerkelijk gedwee. De minister-president spreekt van een ‘anarchistisch’ Nederland, maar van echte rebellie tegen het dirigisme valt weinig te merken. Terwijl er fundamentele grondrechten worden ingeperkt, zoals de vrijheid van vereniging en onderwijs. De politie die woningen binnenvalt om op te treden tegen als onwenselijk beschouwde groepsvorming, schendt zonder meer het recht op een persoonlijke levenssfeer.
    Ferdinand Grapperhaus lijkt het probleem niet zo te zien. De CDA-minister van Justitie en Veiligheid noemde op 4 mei de coronamaatregelen zelfs een overwinning op de nazi-ideologie, wat toch een tamelijk bizarre analyse mag worden genoemd. Hij zag zich ­genoodzaakt te reageren op de kritiek van staatsrechtgeleerden die wezen op het ongrondwettelijke en on­democratische karakter van de noodverordeningen. Een spoedwet moet een wettelijke basis bieden voor de ­inperkingen van rechten, wat in elk geval als voordeel heeft dat het parlement er zijn gedachten over kan laten gaan.

    In Hongarije heeft Orbán vrij spel om per decreet te regeren

    Lees ook de blog van Robbert de Witt nog eens terug: Coronacris geen excuus voor Orbán om de democratie te torpederen 
    Op veel plekken in de wereld zie je dat regimes de ­coronacrisis misbruiken om macht naar zich toe te trekken. In Hongarije bijvoorbeeld heeft premier Viktor ­Orbán praktisch vrij spel om per decreet te regeren. Zo’n vaart loopt het in Nederland niet. Daarvoor is de parlementaire traditie te sterk. Toch wordt de kwaliteit van de parlementaire besluitvorming momenteel op de proef gesteld. Er wordt minder vergaderd, de controle van de volksvertegenwoordiging neemt af. Terwijl er toch allerlei belangrijke en kostbare zaken worden afgehandeld, zoals de bestrijding van klimatologische problemen.
    Kritische journalistiek wordt er evenmin makkelijker op. Zo heeft het kabinet de werking van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) opgeschort. WOB-verzoeken om informatie en stukken van de overheid worden eenvoudigweg niet in behandeling genomen, omdat deze tot een ‘onredelijke extra belasting’ van ambtenaren zouden leiden.

    ‘De’ deskundigen geen homogene groep

    Bij het legitimeren van alle maatregelen streeft het kabinet duidelijk naar depolitisering. Het verschuilt zich zo veel mogelijk achter de adviezen van deskundigen. Aan die aanpak zitten nogal wat democratische haken en ogen. Allereerst vergissen deskundigen zich af en toe. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft de ernst van corona in eerste instantie bijvoorbeeld in sterke mate onderschat. Verder zijn ‘de’ deskundigen geen homogene groep; verschillen van ­mening zijn de gewoonste zaak in de wetenschappelijke wereld.
    Maar het belangrijkst is dat alle genomen besluiten politieke besluiten zijn en blijven, hoeveel experts er ook zijn geraadpleegd. Zo moet het kabinet steeds een – lastige – afweging maken tussen de volksgezondheid en andere maatschappelijke belangen, zoals die van kinderen en het bedrijfsleven.
    Het is begrijpelijk dat de autoriteiten het moeilijk vinden knopen door te hakken. Eerst hield het kabinet bijvoorbeeld de scholen open, met een beroep op de opinies van deskundigen, om ze kort na dit gepassioneerd door de premier verdedigde besluit, zonder enige pandemische aanleiding, te sluiten. De verontruste medisch specialisten, ouders en leraren kregen hun zin.
    Het gaat er hier niet zozeer om wat verstandig was. Punt is dat het niet deskundigen zijn die maatregelen nemen, maar politici. Zij moeten dus ook goed verantwoording afleggen voor hun daden, en verdienen het kritisch te worden benaderd. Vooral in het begin van de crisis bestond er de neiging van de volksvertegenwoordiging om een zekere volgzaamheid te eisen. Maar zeker ook in zwaar weer moet er kritiek mogelijk zijn op de gekozen koers. Een mondige oppositie is altijd noodzakelijk; dwarsliggers en dwarsdenkers spelen een nuttige rol in een ­democratische samenleving.

    Er worden schulden gemaakt waaronder generaties nog zullen zuchten

    In het economische leven heeft de staatsgreep helemaal bijzondere proporties gekregen. Veel Nederlanders zijn door corona in financiële nood gekomen, en vragen de overheid om steun. Deze verzoeken worden redelijk ruimhartig gehonoreerd. Dat is netjes, ook al worden er nu schulden gemaakt waaronder generaties nog zullen zuchten. Maar politici kunnen de verleiding niet weerstaan aan de steun tal van eigen voorkeuren en eisen te verbinden. Wouter Koolmees bijvoorbeeld meent van burgers te mogen verlangen dat zij hun abonnement op de sportschool niet opzeggen omdat hij als minister van Sociale Zaken nu hun salarissen betaalt. Maar gelukkig hoeven lang niet alle Nederlanders hun hand op te houden bij de overheid. Bovendien hebben zij niet per se adviezen nodig van bewindspersonen inzake de besteding van hun inkomsten.
    Lees ook het opiniestuk van Arendo Joustra nog eens terug: Makkelijk hoor, andermans baan overbodig verklaren
    Een stuk minder onschuldig is een eis van een andere D66’er, Jan Paternotte. Het Kamerlid wil dat de KLM in ruil voor staatssteun zonbestemmingen uit het aanbod schrapt, omdat deze geen meerwaarde zouden hebben voor de economie. Het is vreemd dat een (sociaal-)liberale partij een vaderlandse luchtvaartmaatschappij wil dwingen al die Nederlanders in de steek te laten die graag vakantie vieren in oorden als Ibiza. Laat de KLM toch lekker profiteren van een geheel onschuldige hang naar ontspanning in een zonnetje over de grens.
    Paternotte staat helaas niet alleen. Hele rijen van progressieve politici staan te trappelen om bedrijven voor te schrijven hoe ze zich behoren te gedragen. ‘Duurzaamheid’ is hierbij vanzelfsprekend een van de toverwoorden.
    Illustratie: René van Asselt
    Bij het economisch dirigisme past de wens van een meerderheid van de Tweede Kamer de uitverkoop te verbieden. De achterliggende gedachte doet op zich sympathiek aan. Voorkomen zou moeten worden dat grote bedrijven met prijzen gaan stunten en zo kleine winkeliers een genadeklap toedienen. Maar ja, de vrijheid om als bedrijf klanten te lokken met goedkope waar, is een van de aangename kenmerken van een markteconomie. Consumenten profiteren vol­- op van die ondernemersvrijheid. Het inperken van zulke vrijheden in combinatie met het opzadelen van bedrijven met omvangrijke ­eisenpakketten maken deel uit van het verlanglijstje van een stroming die nu de coronawind in de zeilen heeft: het neosocialisme.

    Een wijd verbreid idee dat er iets mis is met marktwerking

    Soms krijg je de indruk dat de overheid in Nederland praktisch niets meer te zeggen heeft en een mysterieus ‘neoliberalisme’ de toon zet. Maar dit komt door retoriek van linkse politici en denkers die behoefte hebben aan een eenvoudig doelwit. Het komt weinig geloofwaardig over om te betogen dat Nederland in de greep is van het marktdenken, terwijl de verzorgingsstaat zich met van alles en nog wat bemoeit en ook de door de VVD geleide kabinetten in de afgelopen tien jaar de collectieve lastendruk (het totaal aan premies en belastingen dat aan de overheid wordt overgedragen als percentage van het bruto nationaal product) hebben opgeschroefd.
    Er is wel een wijd verbreid – soms sluimerend, soms uitgesproken – idee dat er iets fundamenteel mis is met marktwerking. Het antikapitalistische sentiment kwam naar voren in een manifest dat zogeheten opiniemakers in de Volkskrant publiceerden. Milieudefensie gaf de strekking enthousiast en bondig als volgt weer: ‘Winstziek bedrijf heeft geen bestaansrecht’. Let op het woord ‘ziek’. Dit appelleert aan het gevoel dat het streven naar winsten minderwaardig, zelfs immoreel is. Maar winst is eenvoudigweg de beloning voor een ondernemer die een product of dienst aanbiedt waaraan behoefte bestaat. Dat doet Booking, net als Philips, KLM, Albert Heijn en de kapper en bakker om de hoek. Als je het streven naar winst ontmoedigt en erg lastig maakt door een keur aan voorwaarden en beperkingen, nemen de ondernemingszin en innovatiedrang vanzelf af. De gewone consumenten zijn daarvan de dupe. Die krijgen minder goede waar voor hun geld en zien de economische basis afbrokkelen voor de sociale voorzieningen waarop zij in geval van nood een beroep kunnen doen.
    Neosocialisten weigeren dit in te zien. Zij koppelen vooroordelen over hebzuchtige kapitalisten aan een idyllisch beeld van de inspanningen van zogenaamd onbaatzuchtige overheidsdienaren die zich voor het publieke belang inzetten. Voor een directe invoering van socialistische praktijken als de nationalisatie van productiemiddelen durven zij niet te pleiten. Het recente verleden in bijvoorbeeld Oost-Europa heeft de treurige gevolgen daarvan laten zien. Maar zij willen de politieke en economische bevoegdheden van de staat steeds verder uitbreiden om hun eigen prioriteiten op te leggen aan burgers en organisaties, zoals ondernemingen. Zij strooien ook heel makkelijk met andermans geld. Ze voeren bijvoorbeeld campagne voor een basisinkomen, waarbij iedereen zomaar, zonder enige tegenprestatie, maandelijks belastinggeld op de rekening overgemaakt krijgt.

    Verspreiding van misleidende analyses

    Het neosocialistische streven gaat gepaard met het verspreiden van misleidende analyses. Zoals het beeld van de Nederlandse gezondheidszorg die geheel uit het lood geslagen zou zijn ten gevolge van doorgeschoten marktwerking. Nu heeft de VVD’er Edith Schippers als minister van Volksgezondheid in de vorige kabinetsperiode inderdaad pogingen ondernomen enigszins de individuele keuzemogelijkheden te vergroten zonder al te veel betutteling van de overheid. Maar van een vrije markt in de strikt gereguleerde zorg in Nederland is natuurlijk geen sprake. De Britse National Health Service en Franse ziekenhuizen laten overigens zien dat een neosocialistische gezondheidszorg allesbehalve een garantie is voor hogere kwaliteit.
    Liesbeth Wytzes sprak in het Kerstnummer van 2019 met Edith Schippers, president van DSM Nederland: ‘Eigenlijk weet ik nog steeds niet wat ik wil worden’ 
    De politiek behendige Edith Schippers meed de term ‘marktwerking’ zo veel mogelijk. Ze besefte dat deze term in progressief Nederland tot een rode waas voor de ogen en geklaag over ‘Amerikaanse toestanden’ leidt. Zonder nu meteen de weinig verhelderende term ‘cultuurmarxisme’ in de strijd te willen werpen, toont dit aan dat in het geestelijk klimaat in Nederland de ‘overheid’ een gunstiger klank heeft dan de ‘markt’.
    De publieke omroep speelt hier handig op in door het te doen voorkomen alsof alleen een door de staat gefinancierde en gestuurde organisatie voor een goede nieuwsvoorziening zou kunnen zorgen. Terwijl kranten en tijdschriften toch voortdurend bewijzen dat ‘winstzieke’ bedrijven daartoe prima in staat zijn. Ambtenaren en medewerkers van gesubsidieerde instellingen zijn niet een of andere hogere mensensoort.

    Misverstand over grootscheeps falen van economisch en politiek stelsel

    Lees het essay van Arno Visser, president van de Algemene Rekenkamer nog eens terug: De verleiding van gratis geld
    Een van de ergste misverstanden rond de coronacrisis is dat deze een grootscheeps falen van het economische en politieke stelsel en van de levensstijl in het Westen aan het licht zou hebben gebracht. Maar begin dit jaar nog leek er geen vuiltje aan de lucht. Het kabinet wees vergenoegd op een erg lage werkloosheid, een overschot op de overheidsbegroting en een bloeiende economie. Het was tegelijkertijd enorme bedragen aan het uitdelen. De president van de Algemene Reken­kamer Arno Visser zag het lijstje met voorbeelden van onzorgvuldige besteding van belastinggeld die hij in zijn traditionele nieuwjaars­essay in Elsevier Weekblad zou kunnen behandelen, flink uitdijen.
    Nu is alles anders. Dat komt niet door een of andere systeemfout. Nee, dat komt door vleermuizen in Wuhan en de funeste gewoonte van het dictatoriale Chinese regime om misstanden toe te dekken. Corona vormt geen enkele reden af te geven op een marktmechanisme dat voor zoveel welvaart heeft gezorgd, en de individuele keuzevrijheid te beperken door het opdringen van de voorkeuren van het staats­apparaat. De voornaamste opgave na het temmen van het virus is dan ook de neo­socialistische geest terug te krijgen in de fles waar hij geen schade kan aanrichten.
    De vraag is of dit zal lukken. De grootste liberale partij maakt, met haar erg wendbare en pragmatische aanvoerder, in elk geval geen heel strijdbare ideologische indruk. Typerend was het interview dat Uri Rosenthal onlangs gaf aan Elsevier Weekblad (2 mei). De vroegere minister en mentor van Mark Rutte, die als voorzitter optreedt van het verkiezingsprogrammacommissietje van de VVD, brak vroeger graag een lans voor een kleine staat en grote zuinigheid bij de besteding van belastinggeld. Maar nu liet hij weten ‘geen centje liberale pijn’ te voelen bij de massieve interventies van een almachtige staat tijdens de coronacrisis. Als zelfs liberale ideologen zich daarover al weinig zorgen maken, hebben de neosocialisten vrij spel en moet de kans op een substantiële terugdringing van de rol van de overheid in de nabije toekomst vrij gering worden geacht.

    ELSEVIER

    1 reacties :

    Dekker zei

    De laatste peiling wijst uit dat de VVD virtueel 43 zetels zou behalen.
    Het merendeel van de mensen heeft niet door dat ze zowel van boven, van onder, van voren en van achteren gen..id worden door Rutte en zijn clubje communisten. Volgend jaar als de belastingen fors zijn gestegen, de kosten van het levensonderhoud zijn gestegen zullen ze heel langzaam beginnen te begrijpen dat die goedlachse pathologische leugenaar Rutte en zijn manschappen die met het zelfde sop zijn overgoten, ze een kunstje heeft geflikt, helaas is het dan te laat.

    Een reactie posten