‘Je kunt Europa volbouwen met wind­molens: het zullen er nooit genoeg zijn. We houden onszelf voor de gek’

Datum:
  • maandag 6 januari 2020
  • in
  • Categorie: , ,
  • Hij voerde jarenlang campagnes voor milieugroepen, hij stond aan het roer van het invloedrijke tijdschrift The Ecologist, en zijn stem weerklonk op televisie en in de grote internationale kranten. Maar net wanneer het klimaat op de agenda komt, keert de Britse schrijver en activist Paul Kingsnorth (47) zijn kar, gedesillusioneerd door ‘het slappe verhaal’ van de milieubeweging. ‘Greta Thunberg mag dan wel met de beschuldigende vinger naar de boze slechteriken wijzen, maar zo simpel is het niet. Wij zijn allemáál medeplichtig.’



    bron De Morgen


    Wanneer we elkaar spreken via Skype, is Greta Thunberg opnieuw alomtegenwoordig in de media.
    Inspirerend, nietwaar, het werk van Greta Thunberg?
    Paul Kingsnorth: “Ja, ach, ik weet het niet zo. Op zich vind ik haar geweldig. De acties van de klimaatstakers en van Extinction Rebellion: prima. Niet dat ze antwoorden hebben, maar ze stellen de juiste vragen. Zo bekeken, denk ik, is het best inspirerend wat Greta doet, ja...”
    U klinkt alsof er een ‘maar’ komt.
    Kingsnorth: “Klopt, ik sta in tweestrijd over haar. Als je luistert naar Greta of andere klimaatactivisten, hoor je vaak een heel simpel idee: dat een paar slechte mannen op machtige posities de boel verzieken voor ons allemaal. Zo simpel is het niet. Wij zijn allemáál, ook u en ik, medeplichtig aan de klimaatverandering.”
    Vindt u hun boodschap dan schijnheilig?
    Kingsnorth: “Het is vooral een vleiende gedachte dat jij de held bent die een foute president of rijke oliemagnaat terechtwijst. In werkelijkheid willen mensen wel dat de klimaatverandering stopt, maar niet dat hun leven minder comfortabel wordt. Ze zijn niet bereid de vruchten van de vooruitgang op te geven en kunnen nauwelijks ontsnappen aan het systeem waarin we leven.”
    Daarom roepen klimaatactivisten toch op om dat systeem te veranderen?
    Kingsnorth: “Dat is niet wat ik hoor. Kennelijk vinden we het nog steeds nuttig om bij bijeenkomsten van de Verenigde Naties of in Davos wereldleiders de les te lezen. Zulke bijeenkomsten bestaan al tientallen jaren. Elke keer werden er toespraken zoals die van Greta Thunberg gehouden, elke keer werden documenten ondertekend met plechtige beloften om het anders te doen. Er is helemaal niets van terechtgekomen.
    “Kijk, als zowat iedere politieke leider en iedere topman van elke multinational in de hele wereld praat over het belang van duurzaamheid, dan weet je dat dat niet langer een bedreiging is voor hen. Dat blijkt ook uit de woorden van klimaatactivisten. Feitelijk stellen zij dat we het groeimodel heus kunnen volhouden, zolang we maar de juiste technologieën gebruiken die géén CO2 uitstoten. Daarom ijveren ze voor een Green New Deal en voor windparken.
    “Dat is trouwens ook zoiets, windparken...”
    Wat is er mis met windenergie?
    Kingsnorth: “Op zich niets, zolang je met een windmolen elektriciteit opwekt voor een sobere leefstijl. Maar vandaag zijn windmolens bedoeld om fossiele centrales op te doeken, zodat stroom kan worden geproduceerd zonder CO2-uitstoot. Maar omdat windmolens die energie niet opslaan en omdat je er absurd veel van nodig hebt, is dat helemaal niet wat er gebeurt. De centrales op kolen en gas worden slechts aangevuld met windmolens. Ze ondersteunen de op groei gebaseerde economie, zodat we kunnen blijven leven zoals we leven. Daar is niets duurzaams aan. Sterker, om windmolens te maken, heb je heel wat grondstoffen en fossiele brandstoffen nodig; denk aan de mijnbouw voor alle materialen, het staal, het aluminium, het plastic, de verf, noem maar op.
    “Vorige week was ik in Belfast op een scheepswerf waar ze windmolens bouwen. Vroeger maakten ze daar de Titanic, en nu dus windmolens. Ik vond dat een mooie metafoor.”
    Hoe bedoelt u?
    Kingsnorth: “Wel, door die windmolens denken we dat we vrolijk kunnen doorgaan met ons gemakkelijke consumentenleventje, compleet afgesneden van de natuur, alsmaar jagend op meer, meer, meer. Intussen blijven we de aarde zien als een voorraadkast die we ongestraft mogen plunderen en waarmee we kunnen doen wat we willen. Je kunt heel Europa volbouwen met windmolens en dan nog zullen het er nooit genoeg zijn. We houden onszelf voor de gek.”

    Midlifecrisis

    Kingsnorth werd geboren in 1972, het jaar dat gezien wordt als het begin van de milieubeweging, dankzij de verschijning van ‘De grenzen aan de groei’, een rapport van de Club van Rome. De auteurs – een verbond van Europese wetenschappers die zich zorgen maakten over de toekomst van de planeet – waarschuwden voor oprakende grondstoffen. Zoals dat gaat in de eerste jaren van een beweging, spatte de kinderlijke naïviteit van hun rapport af. De denktank had een formule bedacht om te berekenen wanneer grondstoffen zouden opraken. Die hield er echter geen rekening mee dat we níéuwe voorraden zouden ontdekken en betere alternatieven zouden vinden. Het rapport raakte dan ook al snel achterhaald, maar behield zijn iconische waarde.
    In de jaren 80 brak de puberteit van de milieubeweging aan. Actiegroepen trokken er vol bravoure op uit in gevaarlijke bootjes om walvissen te redden en voerden luidkeels campagnes om het regenwoud te behouden. De jaren 90 werden serieuzer: de beweging mocht aan tafel bij de VN en sprak gewichtig over duurzame ontwikkeling, biodiversiteit en klimaatverandering. Er kwamen handtekeningen onder politieke verdragen met mooie beloften.


    Kingsnorth: “In die tijd zag de toekomst er stralend uit voor de milieubeweging. Dat is vaak zo als je 20 bent.”
    Het liep anders: terwijl Kingsnorth zich tijdens zijn studie in Oxford aansloot bij een radicale groep waarmee hij aan natuurbehoud deed en de straten op ging om te protesteren, zocht de milieubeweging toenadering tot het bedrijfsleven, waar handige marketeers in alles wat ‘groen’ en ‘eco’ was een gouden kans zagen om spullen te verkopen. Duurzame, verantwoorde producten kwamen op de markt, auto’s gingen elektrisch rijden. Zo werd het denken over duurzaamheid ingepalmd door het kapitalisme en daarmee, feitelijk, de nek omgedraaid.
    Zo is het nog altijd. Bedrijven willen winst maken, burgers willen geen offers brengen en politici krijgen toch geen steun als ze écht iets zouden willen veranderen. Dus is er maar één conclusie mogelijk, vindt Kingsnorth: de milieubeweging is de strijd aan het verliezen.
    U zegt dat de milieubeweging in ‘een regelrechte midlifecrisis’ zit, maar je zou ook kunnen zeggen: nooit eerder hebben zoveel mensen zich zoveel zorgen gemaakt over het klimaat. Dat is toch winst?
    Kingsnorth: “Nee, het is juist zorgelijk dat we zoveel over het klimaat praten. Klimaatverandering is slechts één aspect van onze huidige ecologische crisis. Er is ook nog de massale uitsterving van soorten, er is bodemerosie, de verzuring van oceanen, de vernietiging van het regenwoud, ga maar door. Als we plots zouden ontdekken dat het klimaat dan tóch niet verandert, dan hebben we nog altijd al die andere problemen.
    “We praten zoveel over klimaatverandering omdat die het meest bedreigend is voor de menselijke soort. Maar het leven op aarde gaat niet alleen om mensen. Daarom pleitte de oorspronkelijke milieubeweging voor een ‘ecocentrisch’ wereldbeeld, eentje waarin de mens juist níét het centrum van alles is. Dat beeld spreekt me aan.”
    Wat houdt dat ecocentrisme precies in?
    Kingsnorth: “Als je een gezonde relatie wilt met de natuur, moet je terug naar kleinschaligheid en meer geworteld zijn in een lokale gemeenschap. Ooit was dat de basis van een radicaal groen gedachtegoed, ontstaan als een kritiek op de vooruitgang. Het was radicaal, omdat tot die tijd alle andere bewegingen – of het nu socialisme, liberalisme of fascisme was – juist gingen om groei, om groter worden, om steeds meer macht verwerven. Volgens mij is onze uitdaging juist om de andere kant op te gaan.”
    In uw boek uit u veel kritiek op vooruitgang. Wat verstaat u daar eigenlijk onder?
    Kingsnorth: “Vooruitgang is de religie van onze westerse cultuur. We gaan niet langer naar de kerk, maar een mens moet kennelijk toch érgens in geloven, en nu geloven we dan maar in vooruitgang: een eindeloos doorgaande verbetering van ons leven, waarbij we steeds welvarender en gezonder worden, steeds vrijer en toleranter. Als je dat geloof doortrekt, zullen we op den duur andere planeten gaan koloniseren, onze geest downloaden op microchips en wellicht de dood overwinnen. Het is een moderne, materialistische versie van een oud, religieus verhaal.”
    Is het leven op aarde ook beter geworden in het Westen?
    Kingsnorth: “Ja, vanaf de 19de eeuw zijn we er enorm op vooruitgegaan; dat is waarom mensen erin zijn gaan geloven. We werden rijker dan onze ouders, we kregen meer kansen, we gingen verder reizen, zelfs tot op de maan. Dankzij de medische wetenschap werden we gezonder. Onze machines werden sneller, krachtiger en effectiever. Maar intussen is het verhaal van vooruitgang gestopt. Er is klimaatverandering, massa-uitsterving, algehele vernietiging van de aarde en de economische groei is gewoon niet houdbaar.”
    Begrijpt u het als iemand in Afrika, India, China of Brazilië net zo’n levensstandaard zou willen als wij in het Westen?
    Kingsnorth: “Tja, je kunt niemand in een arm land de schuld geven dat hij niet arm wil zijn. Wij zijn óók rijk geworden, dus waarom zouden zij dat niet mogen? We kunnen niet zeggen dat zo’n toekomst niet voor hen is weggelegd. Dat is moreel niet te rechtvaardigen. Maar goed, we kunnen hen toch niet stoppen. Arme en opkomende landen groeien veel sneller dan westerse landen. En kijk eens wat dat doet met het milieu. Hun groei van de afgelopen decennia heeft de Chinezen opgezadeld met vervuild grondwater en vervuilde lucht. Dat zijn de gevolgen van hun keuze om hetzelfde pad op te gaan als wij.”
    Volgens sommigen is dat een fase. Straks zullen de Chinezen voldoende financiële middelen hebben en zal er publieke druk zijn om voor het milieu te zorgen, zoals hier is gebeurd: we beschermen de natuur en maken onze lucht en rivieren schoner.
    Kingsnorth: “Akkoord, wij zijn relatief goed voor het milieu gaan zorgen. Maar we produceren nog altijd afval en pompen in een belachelijk tempo CO2 in onze atmosfeer. Toen we honderd jaar geleden het pad van de vooruitgang betraden, ging het slechts om een paar westerse landen. Het probleem is dat nu ook andere landen datzelfde vernietigende pad bewandelen. En deze keer wéten we dat dat pad naar klimaatverandering leidt, en naar een massa-uitstervingsgolf. Als de rest van de wereld ons volgt, waar zal ons dat brengen?”
    'Je kunt wel een plan hebben om klimaatverandering te stoppen, maar hoe ga je dat plan implementeren zonder een vorm van dictatuur?'
    Hebt u zelf een antwoord op die vraag?
    Kingsnorth: “Het zal er niet beter op worden, want mensen in arme landen willen rijk worden zoals wij, en wij willen niet arm worden.”
    Wat gaan we daaraan doen?
    Kingsnorth: “Dat weet ik niet. (Lacht) Echt, ik weet het gewoon niet! Het enige dat ik weet, is dat dit groeimodel niet voor iedereen is weggelegd. Al zullen mensen blijven volhouden dat het kán – en ze zullen hun boodschap verpakken in een moralistisch verhaal, waarbij de planeet gered wordt én de menselijke ontwikkeling zich doorzet.”

    Ecomodernisme

    Kingsnorth heeft het over de ecomodernisten, de nieuwe stroming van groenen die een conclusie trekken die haaks staat op de zijne. De ecomodernisten noemen zich boven alles pragmatisch – het ecorealisme van de N-VA lijkt niet veraf. Ze menen bovendien dat de politieke en culturele polarisatie over groene thema’s slechts kan worden doorbroken door de juiste inzet van technologieën die de modernisering naar alle uithoeken brengen en tegelijk de natuur sparen. Verder wijzen ze op de cruciale rol die een stijgend energieverbruik speelt als motor van sociaal-economische ontwikkelingen, zoals een hoger inkomen, een betere gezondheid en meer democratie en gelijkheid. Waar Kingsnorth een nederige houding en een sobere leefstijl bepleit, zien ecomodernisten de hele wereld graag volop gebruikmaken van goedkope, schone energie om een moderne leefstijl te onderhouden.
    Als u schrijft over onze behoefte aan energie, doet u dat vaak schertsend: het is om supersnel internet te hebben of om espresso’s te maken. Maar ruim een miljard mensen hebben geen toegang tot elektriciteit en ongeveer 3 miljard mensen gebruiken houtskool en mest om hun huis te verwarmen en hun eten te koken...
    Kingsnorth: “Wacht. We moeten onderscheid maken tussen iemands persoonlijke behoefte aan energie en wat een consumptiemaatschappij ons wil laten doen met energie. In Afrika zijn er talrijke projecten om geschikte technologie te gebruiken, zoals zonneovens (een holle spiegel met metalen platen, red.), of opladers voor mobiele telefoons gemaakt van afval op een vuilstortplaats. Dat is briljant!
    “Dat is iets helemaal anders dan de aanleg van een enorm elektriciteitsnetwerk, zodat de marketing voor steeds meer spullen rechtstreeks in de hoofden van alle mensen kan worden geprent om ze te vertellen wat ze moeten kopen. ‘Er is genoeg voor ieders behoeften,’ zei Gandhi, ‘maar niet genoeg voor ieders hebzucht.’ Dat citaat is nog altijd een goede gids voor het leven.”
    Waar trek je de lijn tussen wat ‘geschikte technologie’ is of wat ‘genoeg’ is, en wat niet?
    Kingsnorth: “Er is geen manier om die lijn te trekken. Dat moet ieder voor zich doen. Het zijn complexe dilemma’s in een rommelige, onvolmaakte wereld. Er zijn geen gemakkelijke antwoorden.”
    U moet niets hebben van de ecomodernisten. Toch schrijft u in uw boek dat zij ‘het niet echt mis’ hebben. Hoezo?
    Kingsnorth: “Ecomodernisten stellen dat de kleinschaligheid en decentralisatie van de oorspronkelijke milieubeweging niet langer antwoorden zijn op de problemen van vandaag en morgen. Zij stellen vast dat we nu eenmaal op weg zijn naar een wereld met 10 miljard mensen, die vooral zullen wonen in grote steden en steeds meer energie gaan gebruiken. Ecomodernisten concluderen dat een leven met een uiterst bescheiden levensstandaard, in verbondenheid met de natuur, een fantasie is. Daarom, zeggen ze, zullen we realistischer moeten zijn en zoeken naar technologieën die tegemoetkomen aan de behoefte aan vooruitgang én die een schone planeet mogelijk maken. Ik ben ervan overtuigd dat de ecomodernisten daarin, rationeel gezien, gelijk hebben. Maar: in hun wereld hoef ik niet te leven.”
    Hoe ziet zo’n wereld er volgens u dan uit?
    Kingsnorth: “Dan wekken we elektriciteit op in kerncentrales, verbouwen we ons voedsel met genetisch gemodificeerde gewassen in vertical farms, eten we kweekvlees uit het laboratorium en proppen we steeds meer mensen in megasteden. Als je grote delen van de aarde wilt teruggeven aan de natuur en als je een progressieve beschaving voor 10 miljard mensen wil, is dat waarschijnlijk de enige manier om dat te doen.”
    Waarom moet u er dan niets van hebben?
    Kingsnorth: “Volgens mij vereist het grootschalige controle van en toezicht op alles en iedereen. Is dat echt hoe we willen leven? Mijn antwoord is heel duidelijk: nee.”
    Het was uitgerekend een goede studievriend van Kingsnorth uit Oxford die in Engeland de bekendste voorvechter van het ecomodernisme werd. Mark Lynas, auteur van boeken als ‘Zes graden’ en ‘De mens als god’, protesteerde samen met Kingsnorth tegen multinationals, ze rukten genetisch gemodificeerde gewassen uit de grond en organiseerden wegblokkades om de straat te heroveren op de auto’s. Ze waren beste vrienden. ‘Maar we gingen elk een andere kant op,’ zegt Kingsnorth, een tikkeltje eufemistisch. Eigenlijk hadden ze ‘een grote ruzie’, erkent hij. Maar ze hebben het onlangs weer goedgemaakt: niet dat ze het eens zijn geworden, maar hun vriendschap is hersteld.
    Kingsnorth: “In feite zien we al jarenlang dezelfde dilemma’s. We zien allebei hoe de milieubeweging is afgedreven van de oorspronkelijke agenda en hoe ze haar eigen graf heeft gegraven. Net als ik erkent Lynas, met de ecomodernisten, dat het niet duurzaam is om op dezelfde manier door te gaan. We trekken alleen andere conclusies over wat vervolgens het juiste is om te doen.”

    Doen wat je kunt

    Is uw verhuizing een vorm van escapisme?
    Kingsnorth: “Tot op zekere hoogte. Ik ben ontsnapt aan de machine van het drukke stadsleven. Wel is het heel wat lastiger om land te bewerken dan om in een flatje in de stad te wonen. Ik ben dus niet alleen ontsnapt, maar ik ben ook iets nieuws tegemoet getreden. Ik ben nu meer geworteld, op een plek die veel echter aanvoelt.
    “Ik heb wat offers gebracht door hier te komen wonen. Zo doe ik zwaarder werk dan ooit, om hout te hakken, om eten te verbouwen, om het toilet te legen op onze composthoop. Maar ik vind het leuk om te doen. Mijn leven is erdoor verrijkt.”
    Vindt u dat we allemaal zouden moeten leven als u?
    Kingsnorth: (lacht) “Welnee! Al was het maar omdat mijn levensstijl niet duurzaam genoeg is; ik heb nog steeds een auto en een pc met een Skype-account, dus ik ben nog altijd onderdeel van het probleem.”
    Hoe lossen we dat probleem dan op?
    Kingsnorth: “Er is niet één oplossing. Zodra je een oplossing voorstelt, word je een tiran. Je kunt wel een plan hebben om klimaatverandering te stoppen en de aarde te redden, maar hoe ga je dat plan implementeren zonder een vorm van dictatuur? We moeten af van het idee dat er mensen zijn die het antwoord weten op onze problemen. Wij hebben onszelf een vreselijke situatie op de hals gehaald, en nu zitten we opgesloten in een gigantische, industriële machine die de aarde kapottrapt, en we weten niet hoe eruit te ontsnappen.”
    Is er dan niets dat we kunnen doen?

    Kingsnorth: “Doe gewoon wat je kunt. Greta Thunberg doet wat zij kan: prima. Het lijkt me wel belangrijk om echt anders te gaan leven. Je hoeft niet puur te zijn of een voorbeeld voor anderen, maar als je niet op één of andere manier een offer brengt, is er geen reden waarom iemand naar je zou moeten luisteren.”
    'Je kunt heel Europa volbouwen met wind­molens en dan nog zullen het er nooit genoeg zijn. We houden onszelf voor de gek.’
    Hebt u zelf een antwoord op die vraag?
    Kingsnorth: “Het zal er niet beter op worden, want mensen in arme landen willen rijk worden zoals wij, en wij willen niet arm worden.”
    Wat gaan we daaraan doen?
    Kingsnorth: “Dat weet ik niet. (Lacht) Echt, ik weet het gewoon niet! Het enige dat ik weet, is dat dit groeimodel niet voor iedereen is weggelegd. Al zullen mensen blijven volhouden dat het kán – en ze zullen hun boodschap verpakken in een moralistisch verhaal, waarbij de planeet gered wordt én de menselijke ontwikkeling zich doorzet.”

    Ecomodernisme

    Kingsnorth heeft het over de ecomodernisten, de nieuwe stroming van groenen die een conclusie trekken die haaks staat op de zijne. De ecomodernisten noemen zich boven alles pragmatisch – het ecorealisme van de N-VA lijkt niet veraf. Ze menen bovendien dat de politieke en culturele polarisatie over groene thema’s slechts kan worden doorbroken door de juiste inzet van technologieën die de modernisering naar alle uithoeken brengen en tegelijk de natuur sparen. Verder wijzen ze op de cruciale rol die een stijgend energieverbruik speelt als motor van sociaal-economische ontwikkelingen, zoals een hoger inkomen, een betere gezondheid en meer democratie en gelijkheid. Waar Kingsnorth een nederige houding en een sobere leefstijl bepleit, zien ecomodernisten de hele wereld graag volop gebruikmaken van goedkope, schone energie om een moderne leefstijl te onderhouden.
    Als u schrijft over onze behoefte aan energie, doet u dat vaak schertsend: het is om supersnel internet te hebben of om espresso’s te maken. Maar ruim een miljard mensen hebben geen toegang tot elektriciteit en ongeveer 3 miljard mensen gebruiken houtskool en mest om hun huis te verwarmen en hun eten te koken...
    Kingsnorth: “Wacht. We moeten onderscheid maken tussen iemands persoonlijke behoefte aan energie en wat een consumptiemaatschappij ons wil laten doen met energie. In Afrika zijn er talrijke projecten om geschikte technologie te gebruiken, zoals zonneovens (een holle spiegel met metalen platen, red.), of opladers voor mobiele telefoons gemaakt van afval op een vuilstortplaats. Dat is briljant!
    “Dat is iets helemaal anders dan de aanleg van een enorm elektriciteitsnetwerk, zodat de marketing voor steeds meer spullen rechtstreeks in de hoofden van alle mensen kan worden geprent om ze te vertellen wat ze moeten kopen. ‘Er is genoeg voor ieders behoeften,’ zei Gandhi, ‘maar niet genoeg voor ieders hebzucht.’ Dat citaat is nog altijd een goede gids voor het leven.”
    Waar trek je de lijn tussen wat ‘geschikte technologie’ is of wat ‘genoeg’ is, en wat niet?
    Kingsnorth: “Er is geen manier om die lijn te trekken. Dat moet ieder voor zich doen. Het zijn complexe dilemma’s in een rommelige, onvolmaakte wereld. Er zijn geen gemakkelijke antwoorden.”
    U moet niets hebben van de ecomodernisten. Toch schrijft u in uw boek dat zij ‘het niet echt mis’ hebben. Hoezo?
    Kingsnorth: “Ecomodernisten stellen dat de kleinschaligheid en decentralisatie van de oorspronkelijke milieubeweging niet langer antwoorden zijn op de problemen van vandaag en morgen. Zij stellen vast dat we nu eenmaal op weg zijn naar een wereld met 10 miljard mensen, die vooral zullen wonen in grote steden en steeds meer energie gaan gebruiken. Ecomodernisten concluderen dat een leven met een uiterst bescheiden levensstandaard, in verbondenheid met de natuur, een fantasie is. Daarom, zeggen ze, zullen we realistischer moeten zijn en zoeken naar technologieën die tegemoetkomen aan de behoefte aan vooruitgang én die een schone planeet mogelijk maken. Ik ben ervan overtuigd dat de ecomodernisten daarin, rationeel gezien, gelijk hebben. Maar: in hun wereld hoef ik niet te leven.”
    Hoe ziet zo’n wereld er volgens u dan uit?
    Kingsnorth: “Dan wekken we elektriciteit op in kerncentrales, verbouwen we ons voedsel met genetisch gemodificeerde gewassen in vertical farms, eten we kweekvlees uit het laboratorium en proppen we steeds meer mensen in megasteden. Als je grote delen van de aarde wilt teruggeven aan de natuur en als je een progressieve beschaving voor 10 miljard mensen wil, is dat waarschijnlijk de enige manier om dat te doen.”
    Waarom moet u er dan niets van hebben?
    Kingsnorth: “Volgens mij vereist het grootschalige controle van en toezicht op alles en iedereen. Is dat echt hoe we willen leven? Mijn antwoord is heel duidelijk: nee.”
    Het was uitgerekend een goede studievriend van Kingsnorth uit Oxford die in Engeland de bekendste voorvechter van het ecomodernisme werd. Mark Lynas, auteur van boeken als ‘Zes graden’ en ‘De mens als god’, protesteerde samen met Kingsnorth tegen multinationals, ze rukten genetisch gemodificeerde gewassen uit de grond en organiseerden wegblokkades om de straat te heroveren op de auto’s. Ze waren beste vrienden. ‘Maar we gingen elk een andere kant op,’ zegt Kingsnorth, een tikkeltje eufemistisch. Eigenlijk hadden ze ‘een grote ruzie’, erkent hij. Maar ze hebben het onlangs weer goedgemaakt: niet dat ze het eens zijn geworden, maar hun vriendschap is hersteld.
    Kingsnorth: “In feite zien we al jarenlang dezelfde dilemma’s. We zien allebei hoe de milieubeweging is afgedreven van de oorspronkelijke agenda en hoe ze haar eigen graf heeft gegraven. Net als ik erkent Lynas, met de ecomodernisten, dat het niet duurzaam is om op dezelfde manier door te gaan. We trekken alleen andere conclusies over wat vervolgens het juiste is om te doen.”

    Doen wat je kunt

    Is uw verhuizing een vorm van escapisme?
    Kingsnorth: “Tot op zekere hoogte. Ik ben ontsnapt aan de machine van het drukke stadsleven. Wel is het heel wat lastiger om land te bewerken dan om in een flatje in de stad te wonen. Ik ben dus niet alleen ontsnapt, maar ik ben ook iets nieuws tegemoet getreden. Ik ben nu meer geworteld, op een plek die veel echter aanvoelt.
    “Ik heb wat offers gebracht door hier te komen wonen. Zo doe ik zwaarder werk dan ooit, om hout te hakken, om eten te verbouwen, om het toilet te legen op onze composthoop. Maar ik vind het leuk om te doen. Mijn leven is erdoor verrijkt.”
    Vindt u dat we allemaal zouden moeten leven als u?
    Kingsnorth: (lacht) “Welnee! Al was het maar omdat mijn levensstijl niet duurzaam genoeg is; ik heb nog steeds een auto en een pc met een Skype-account, dus ik ben nog altijd onderdeel van het probleem.”
    Hoe lossen we dat probleem dan op?
    Kingsnorth: “Er is niet één oplossing. Zodra je een oplossing voorstelt, word je een tiran. Je kunt wel een plan hebben om klimaatverandering te stoppen en de aarde te redden, maar hoe ga je dat plan implementeren zonder een vorm van dictatuur? We moeten af van het idee dat er mensen zijn die het antwoord weten op onze problemen. Wij hebben onszelf een vreselijke situatie op de hals gehaald, en nu zitten we opgesloten in een gigantische, industriële machine die de aarde kapottrapt, en we weten niet hoe eruit te ontsnappen.”
    Is er dan niets dat we kunnen doen?
    Kingsnorth: “Doe gewoon wat je kunt. Greta Thunberg doet wat zij kan: prima. Het lijkt me wel belangrijk om echt anders te gaan leven. Je hoeft niet puur te zijn of een voorbeeld voor anderen, maar als je niet op één of andere manier een offer brengt, is er geen reden waarom iemand naar je zou moeten luisteren.”
    Zullen al die persoonlijke veranderingen enige impact hebben op het klimaat en de aarde?
    Kingsnorth: “Nee, zeker niet. We moeten accepteren dat er ons een radicale ineenstorting boven het hoofd hangt. We kunnen slechts doen wat we kunnen, wat het ook is. Dat is alles.”
    Paul Kingsnorth, ‘Bekentenissen van een afvallig milieuactivist’, Atlas Contact

    0 reacties :

    Een reactie posten