Draagvlak voor windmolens ‘niet echt gelukt’

Datum:
  • zaterdag 25 mei 2019
  • in
  • Categorie: , , ,
  • RvS: ‘Er is geen wet die bepaalt dat een ruimtelijk plan een ontwikkeling alleen mogelijk is als daarvoor voldoende draagvlak bestaat.’
    25-5-2019Draagvlak voor windmolens ‘niet echt gelukt’
    Provinciale Staten van Drenthe boden het veenkoloniaal gebied aan als locatie voor windenergie. Maar de plannen van het rijk gingen veel verder dan provincie en gemeenten voorzagen. Deze zomer wordt de eerste molen geplaatst. Hoe kon het zo ver komen?  

    Bom
    Op 30 juni 2010 valt een brief van het ministerie van Economische Zaken op de mat van de gemeente Borger-Odoorn. In Den Haag ligt een aanvraag voor een grootschalig windpark van 400 tot 600 megawatt. Omdat het park onder de rijkscoördinatieregeling (RCR) valt, handelt het rijk de ruimtelijke inpassing, de vergunningen en de inspraakprocedures af. Die brief slaat in als een bom.

    Om tafel
    Na de zomer van 2010 zitten rijk, provincie en de gemeente om tafel om te werken aan een plan waar alle betrokkenen achter kunnen staan. Maar dat lukt niet. De gemeenten willen niet verder gaan dan een park van 110 tot 120 megawatt, maar dat is voor het rijk, dat inmiddels de regie heeft veel te weinig. Minister Kamp (Economische Zaken) houdt vast aan 255, de omvang die agrariër en initiatiefnemer van het eerste uur Harbert Ten Have in zijn brief van 29 december 2009 aan het ministerie had genoemd. 

    Kleinere omvang
    De provincie Drenthe probeert de omvang terug te praten naar 150 megawatt. ‘Maar het rijk stelde wel als voorwaarde dat Emmen en Coevorden dan ook moesten leveren’, zegt oud-gedeputeerde Rein Munniksma. ‘In totaal moest Drenthe 285 megawatt aan vermogen opstellen.’ December 2012 staan de 150 megawatt in de provinciale windvisie, al hebben de gemeenten daar niet aan mee willen werken. 

    Drie groepen
    Als de rook is opgetrokken blijven er drie groepen over die de 45 molens zullen gaan ontwikkelen: een groep van boeren rond Ten Have, een groep boeren die in de gemeente Aa en Hunze een eigen windpark ‘Oostermoer’ zullen ontwikkelen samen met de Windunie, en een aantal boeren dat niet zelf investeren maar land verhuurt aan Raedhuys Windenergie BV. In een brief van 3 februari 2015 ‘aan de initiatiefnemers’ schrijft minister Kamp: ‘Overeenkomstig de afspraken en het Inter Provinciaal Overleg krijgt het Windpark een omvang van 150 MW.’ Een zinnetje waar later weer een hoop om te doen zal zijn, zo zal blijken. Op 16 september 2016 is het besluit van Kamp ten aanzien van die 150 megawatt  definitief.

    Draagvlak
    Ondertussen blijven de bestuurlijke verhoudingen problematisch. En ook het draagvlak onder de bevolking – een destijds door minister Van der Hoeven (Economische Zaken, CDA) gestelde voorwaarde voor de plannen – lijkt niet erg te groeien. Het zijn de initiatiefnemers die voor dat draagvlak moeten zorgen, zo had Van der Hoeven in haar brief van juni 2010 bepaald. Maar pas anderhalf jaar later, op 27 januari 2012 heeft de groep van Harbert ten Have een eerste gesprek met de omwonenden die zich tegen het windpark verzetten. Er volgen in de loop der jaren enkele rumoerige informatieavonden waarbij de plannen worden toegelicht, maar tot meer begrip leidt dat niet. In september 2015 stelt Ten Have in een uitzending van de Monitor dat het met dat draagvlak niet echt gelukt is: ‘Dat geef ik eerlijk toe.’

    Weerstand
    Met name in de gemeenten Aa en Hunze en Borger-Odoorn neemt de weerstand toe, niet alleen van de inwoners, maar ook van de gemeenten zelf. Eind december 2013 vragen de burgemeesters Marco Out van Borger-Odoorn en Erik van Oosterhout van Aa en Hunze aan minister Kamp om uit te leggen waarop hij baseert dat er lokaal draagvlak bestaat, op grond waarvan de rijkscoördinatieregeling kan worden toegepast. 

    Breed gedragen noodzaak
    Kamp heeft een mooi antwoord: sinds het energieakkoord van 2013 is er sprake van een breed gedragen noodzaak voor het vergroten van het aandeel van duurzame energie in de Nederlandse energievoorziening. En daar staan de handtekeningen onder van de provincies, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, en van milieuorganisaties. Als dat geen draagvlak is.

    Grote zorgen
    Het definitieve besluit staat begin 2016 in de Staatscourant, het moment waarop de inspraak kan beginnen. De provincie Drenthe reageert op 24 maart 2016 per brief: ‘Bij de inwoners van het plangebied leven grote zorgen over de komst van het windpark. In de afgelopen jaren voerden wij met u gesprekken over die breed gedragen zorgen. Tot onze grote teleurstelling zien wij van onze inbreng op wezenlijke punten niets terug in het nu voorliggende ontwerp-inpassingsplan en het bijbehorende Milieueffectrapport (MER).’

    Ondoenlijk 
    Voor burgers is het feitelijk ondoenlijk om te reageren op de plannen, de milieueffectrapportage alleen al bestaat uit duizenden pagina’s. Toch blijken sommige omwonenden zeer goed ingevoerd. Zoals de oud-officier van justitie Cor van Ginkel (82) uit 2e Exloërmond. Hij noteert 82 tekortkomingen op de voorgenomen exploitatie vergunningen.

    82 keer nee 
    De door de overheid ingehuurde juristen die deze reacties van commentaar moeten voorzien werken zich in het zweet, maar ze komen eruit. Hier en daar wordt een omissie toegegeven, maar in de laatste kolom van de ‘nota van antwoorden’ staat onder de rubriek ‘Aanleiding tot aanpassing besluit’ 82 maal het woordje ‘nee’. Nergens leiden de honderden ingestuurde reacties tot aanpassingen van de besluiten. 

    Onneembare vesting
    Het Haagse bastion zal een onneembare vesting blijken. De Tweede Kamer neemt op 20 december 2016 zelfs een motie aan die oproept tot herbezinning rond het Drentse park: ‘Verzoekt de regering, een periode van bezinning in te lassen en een zoektocht naar alternatieven te starten die dezelfde hoeveelheid duurzame energie opleveren.’ Maar Kamp legt die motie naast zich neer, zo schrijft hij 19 januari 2017 aan de Kamer. Eén van de argumenten die Kamp noemt is veelzeggend: ‘Nu alle procedures stoppen zou de betrouwbaarheid van de overheid en het investeringsklimaat schaden en zou een grond opleveren voor het indienen van schadeclaims tegen de Staat door de initiatiefnemers.’

    Verkeerd begonnen
    De belangen zijn te groot. ‘Als je eenmaal verkeerd begint, dan draai je dat nooit meer bij’, zegt ambtenaar Peter van der Veen van de gemeente Aa en Hunze die al tien jaar op het dossier zit. ‘Toen wij in 2017 bij de Raad van State procedeerden’, zegt oud-gedeputeerde Ali Edelenbosch, ‘kon je duidelijk zien hoe de verhoudingen lagen: wij aan de ene kant van de zaal, de initiatiefnemers met hun advocaten en de ambtenaren van het ministerie aan de andere kant. In de zaal er ook daarbuiten tijdens de schorsingen: zij lunchten gezellig met elkaar, maar denk niet dat de ambtenaren ook even een praatje met ons kwamen maken.’

    Bezwaren ongegrond 
    Op 21 februari 2018 verklaart de Raad van State alle bezwaren tegen het windpark ongegrond: het park mag worden aangelegd. En stelde minister van der Hoeven in 2010 als voorwaarde dat de initiatiefnemers voor draagvlak moesten zorgen, in haar uitspraak zegt de RvS: ‘Er is geen wet die bepaalt dat een ruimtelijk plan een ontwikkeling alleen mogelijk is als daarvoor voldoende draagvlak bestaat.’

    Auteur Willem de Haan doet onderzoek naar de omstreden Drentse en Groningse windparken. Dit is het tweede deel van een tweeluik. Voor Argos (Vpro, radio 1) maakte hij een documentaire over het voorgenomen Groningse park N33. 
    Binnenlands Bestuur

    0 reacties :

    Een reactie posten