De Noordzeekust is een zandslurper van jewelste. Hoe lang kan dat doorgaan?

Datum:
  • vrijdag 19 januari 2018
  • in
  • Categorie:
  • De zeespiegel rijst nu twintig centimeter per eeuw. 
    Ed Dekker 20-1-2017

    Exploitant Alex Blokker van De Strandtent tuurt voor zich uit. „Zullen ook mijn kleinkinderen hier hun brood kunnen verdienen?” De Callantsoger paviljoenhouder is 61 jaar. De nieuwe generatie staat voor de deur. „Maar daarna?” Zijn volgende woorden gaan op in de woeste westenwind.
    Alex Blokker bouwde in 2010 nieuw. „Het water bleef toen voor de palen. Nu bereiken de golven de tweede palenrij.” Paviljoen Luctor et Emergo in Camperduin staat sinds kort bij hoogtij geheel in het water. Twee jaar geleden lag er nog 350 meter strand voor.
    De Noordzeekust is in beroering
    De gevolgen van zeespiegelrijzing, bodemdaling, klimaatveranderingen en voortgaande erosie ziet Blokker pal voor zijn ogen. Miljoenen kuubs zand ten spijt, zand dat de afgelopen 25 jaar voor zijn neus is achtergelaten.
    Hoe lang kan De Strandtent hier aan de duinvoet blijven staan? Wanneer laten beukende golven zich niet meer temmen? De ondernemer haalt zijn schouders op. „Moet dit gebied over honderd jaar worden prijsgegeven? Redden we het met keer op keer zandsuppleties? Of worden ingrijpende, afdoende maatregelen nodig?”

    Verdwenen

    Niets is volgens Alex Blokker meer te zien van de jongste zandsuppletie. Alle 400.000 kuub, die februari 2017 nabij De Strandtent werd opgespoten, is uit het zicht verdwenen. Binnen het jaar dus alles weg van het strand.
    Zijn collega Tanja Bredewout weet er alles van. Haar paviljoen Luctor et Emergo in Camperduin staat sinds kort bij vloed in het water.

    350 meter

    In 2015 lag er tussen Camperduin en Petten een prachtig strand van tot 350 meter breed. „Bij Camperduin is er dus niets meer over. Bij ons in Petten is zeker de helft weggeslagen”, vertelt zelfverklaard kustcriticus Piet van Noort.
    Al jaren maakt de 72-jarige Pettemer zich druk om het kustbeleid. Bijna dagelijks twittert hij over de ’macht van de zandlobby’ en ’geldverslindende suppleties’.
    Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier te Heerhugowaard schrikt van het verlies van een lap strand langs de nieuwe Hondsbossche Duinen. „Zo snel hadden wij dat niet verwacht”, reageert Marko Cortel. Het waterschap moet overstromingen voorkomen.

    Herstel

    Cortel: „De suppletie zou toereikend zijn voor vier tot vijf jaar. Er dreigt geen gevaar, maar wij gaan praten met Rijkswaterstaat over herstelwerkzaamheden. De kust moet sterk blijven.”
    Rijkswaterstaat – verantwoordelijk voor kustveiligheid – zal Van Oord en Boskalis er aan het werk zetten. Deze baggerbedrijven hebben in 2014 en 2015 de Hondsbossche en Pettemer Zeewering versterkt met 35 miljoen kuub zand, voor 250 miljoen euro. Voor twintig jaar draaien zij op voor het onderhoud, dat zit in het contract.

    75 miljoen kuub

    De Noordzeekust is een zandslurper vanjewelste. Noord-Holland slokt het meeste zand op. Vooral het noorden, omdat daar de bodemdaling het grootst is. Op en tegen de kust van Den Helder tot Zandvoort is in de periode 2001-2017 liefst zo’n 75 miljoen kuub zand achtergelaten. Zonder deze verdediging zou de erosie als natuurlijk proces genadeloos toeslaan. De gehele kustlijn zou dan een meter per jaar inkrimpen.
    Over suppleren zegt Joris Schouten van Rijkswaterstaat: „Dit is een jonge vorm van kustversterking. Vanaf 1990 gebeurt dat elk jaar. Tot 1990 ging er jaarlijks door erosie ongeveer twintig hectare duingebied verloren. Dat jaar is de basiskustlijn vastgesteld. Tot daar, en niet verder terug. Die basiskustlijn kunnen we overal goed handhaven.”

    Golfbrekers

    Schouten: „We onderzoeken nu hoe wij moeten doorgaan met deze manier van dynamisch kustbeheer. Moeten we deze ’zachte’ aanpak veranderen? Kiezen voor ’harde’ maatregelen zoals strekdammen of ander golfbrekers? Verder nadenken over innovaties? In de verdere toekomst een dijk in zee? In 2020 wordt een nieuw kustbeleid opgesteld. Dan moeten allerlei vragen aan bod zijn geweest.”
    De zeespiegel rijst nu twintig centimeter per eeuw. Deze stijging pakt Rijkswaterstaat aan met jaarlijks twaalf miljoen kuub zand. In 1990, het begin, was dat nog de helft. Voor de jaren na 2100 gaat het jongste Deltascenario van Rijkswaterstaat uit van een ’matige’ stijging (35 cm per eeuw) tot een ’snelle’ stijging (85 cm).
    Het KNMI noemt sinds kort een stijging in de Noordzee van anderhalve meter in 2100 ’niet ondenkbaar’. Over hoe het dan verder moet zegt Ad van der Spek van onderzoeksinstituut Deltares: „Tot eind van deze eeuw kunnen we die twintig centimeter aan. Maar daarna? Dat wordt lastig. Ik weet het niet.”

    Zandrivier

    Waar blijft al dat verdwijnend zand? De zee neemt en geeft, maar dat gaat niet op voor zand. De Noordzee kent een zandrivier. Een golfstroom van een paar honderd meter breed verplaatst zand van zuidwest naar noordoost. Zo ’wandelt’ zand bij onze kust weg, zo’n twintig meter per jaar.
    Het meeste zand belandt in de Waddenzee en verder noordelijker. Onderweg, zo weet het Centrum voor Kustonderzoek, ontstaan onder water zandgolven van wel achthonderd meter lang en vijftien meter hoog. En juist deze golven zijn een onuitputtelijk reservoir voor baggeraars om de ruim twintig kwetsbare plekken in de Noordzeekust te blijven versterken.

    Vooroever

    Weggespoeld zand is niet direct weggegooid geld, benadrukt Harold Hansen van Rijkswaterstaat. „Een deel komt eerst terecht in de vooroever van de kust. Onder water blijft het daar van waarde.”
    Sinds 2001 vult Rijkswaterstaat bij suppleties ook vooroevers met zand. Zoals afgelopen jaar bij Callantsoog. Een miljoen kuub, strandexploitant Alex Blokker weet dat nog heel goed. Hij is benieuwd hoeveel van dat zand er nog ligt, na twee beste stormen. Hansen: „In het voorjaar gaan wij meten.”

    Anders

    Wouter van Dieren schudt het hoofd over het huidige kustbeleid. „Hoogste tijd om anders te gaan denken. Bodemdaling, zeespiegelrijzing, klimaatveranderingen, met zand houden we ons hoofd niet boven water.” Van Dieren woont in Waterland, is lid van de Club van Rome en is de man van Springtij, een platform over duurzaamheid. Hij ziet een reeks van eilanden voor de Noordzeekust als ’de nieuwe Deltawerken’.
    „We moeten opnieuw nadenken over een grondige aanpak van onze gehele kust. Dat gebeurde na de stormvloed van 1953. Zo’n stormvloed is er nu ook, hij voltrekt zich langzamer.”

    Kraamkamer

    Vijf langgerekte eilanden als een dijk hebben vele functies, betoogt Van Dieren. Allereerst kustverdediging. „De nieuwe ondiepe binnenzee beschermt de oude kust. Als kraamkamer vergroten deze lagunes de biodiversiteit. Daarmee is het nu in de Noordzee heel slecht gesteld. De boomkorvisserij heeft de zeebodem volledig omgeploegd.”
    De eilanden zijn volgens hem ook nuttig voor overslag (om havens te ontlasten) en windmolens. Ook voor Schiphol? „Nee. Schiphol moet juist kleiner. Anders stoten de vliegtuigen in 2050 net zoveel CO2 uit als de samenleving op land dan heeft bespaard.”

    Strandwal

    Vicevoorzitter van de landelijke Algemene Waterschapspartij en zelfstandig onderzoeker Hans Middendorp is vurig voorstander van een zeedijk als nieuwe Hollandse ’strandwal’.
    In een pas gepubliceerd pamflet spoort hij premier Rutte aan om op deze manier ’de Deltawerken af te maken’. Dat doet ook Wil Borm van wateradviesbureau Borm & Huijgens in het komende nummer van vakblad Land & Water.
    Borm: „Met een deltaplan voor de toekomst moet je zeker een eeuw vooruit kijken. Klimaatverandering duldt geen uitstel.”

    Negen meter hoog

    Met zijn idee borduurt Wouter van Dieren voort op het plan van ingenieur Rob van den Haak uit Rotterdam voor een zeedijk. Een op enkele plaatsen doorbroken dijk van 180 kilometer lang, 3,5 km breed, negen meter hoog, 25 kilometer uit de kust.
    Een investering van zo’n 34 miljard euro. Zandsuppleties kosten nu jaarlijks 55 miljoen euro. Rijkswaterstaat wees het plan af in 2012. Te duur, maatschappelijk onacceptabel, te veel technische onzekerheden.

    Andere tijd

    Van den Haak is blij te horen dat Rijkswaterstaat de dijk en andere ’harde’ verdedigingsmaatregelen wil overwegen bij het vaststellen van toekomstig kustbeleid. „Ze moeten wel. Je moet inspelen op een andere tijd.”
    Piet van Noort, de kustcriticus, gooit er een nieuwe tweet uit. Onvermoeibaar wijst hij de wereld op zijn visie. „Bouw strekdammen. Die houden zand vast. Bij IJmuiden is daardoor het Kennemerstrand ontstaan. Maak ze lang, om de stroming op voldoende afstand te houden. Zie wat het effect is van de dam bij Eierland.”
    De Eierlandse dam ligt er nu ruim twintig jaar en werkt, bevestigt Texels boswachter Erik van der Spek. „Zand blijft liggen, duingebied groeit aan.” De Eierlandse dam is te danken aan uitputtend onderzoek van historisch-geograaf Henk Schoorl.

    Stap te ver

    Het pleidooi van deze geboren Nieuwedieper voor een dam in zee van Den Helder naar zandplaat Zuiderhaaks was toen een stap te ver. Zo’n dijk zou heel wat zandsuppleties overbodig maken.
    Rijkswaterstaat blijft fors inzetten op suppleren, in elk geval de eerste drie jaar. Noord-Holland staat stevige suppleties te wachten. Bergen-Egmond (2 miljoen kuub) en Julianadorp (1,8 miljoen) staan voor 2019-2020. Joris Schouten van Rijkswaterstaat: „Ons huidige beleid is: ’zacht’ waar het kan, ’hard’ waar het moet. Met zand ben je flexibel, kun je snel inspelen op noodsituaties. ’Harde’ obstakels zijn blijvend. Door ingrepen in stromingen kunnen op andere plekken langs de kust problemen ontstaan.”

    Reddingsbrigade

    Dat beaamt Maarten de Jonge van reddingsbrigade Den Helder. „Stromingen veranderen door zandsuppleties. Bij Julianadorp zijn die veel sterker geworden. Voor 2015 hadden we hier hooguit tien reddingen per jaar. In 2016 waren dat er opeens bijna vijftig, net als vorig jaar. We gaan deze zomer extra waarschuwen voor gevaarlijke stromingen, ook in het Duits.”
    Het wordt hoog tijd voor een brede maatschappelijke discussie, vindt directeur Floris van Hest van stichting De Noordzee. „Welke rol kan de zee spelen bij onze toekomstige veiligheid? Die vraag gaat het hele volk aan.”
    Piet van Noort houdt hoop op verandering. Hij kent smalende reacties op vernieuwende ideeën. „Niemand dacht dat de Berlijnse Muur ooit zou vallen.”
    Noordhollands Dagblad

    0 reacties :

    Een reactie posten