Miljarden voor windmolens voorlopig weggegooid geld

Datum:
  • donderdag 9 juni 2016
  • in
  • Categorie: ,
  • Als er geen manier wordt gevonden om elektriciteit grootschalig op te slaan, hebben de Nederlandse miljardeninvesteringen in windmolens weinig zin, reageert ir. Wim Eradus.


    Windmolens bederven het landschap, maar zijn vooral „zinloos” zegt landschapsarchitect Han Lörzing in het uit het ND overgenomen interview ”Windmolen staat meestal stil”. Windmolens zijn een uitermate onbetrouwbare energiebron waarvan de leveringsgaten moeten worden gedicht door het bijstarten van niet duurzame gas- olie- en kerncentrales. „Daar schieten we dus niets mee op.”

    In RD 27-5 reageren twee vertegenwoordigers van de Nederlandse Windenergie Associatie daar fel op. „Lörzing zet alle nuances overboord. Windenergie is wel degelijk duurzaam en inhoudelijk klopt er weinig van zijn woorden.” Ik denk echter dat Lörzing terecht de geroemde duurzaamheidsvoordelen van windenergie ter discussie stelt. De beide windlobbyisten stellen de situatie wel erg rooskleurig voor.

    Dat windmolens 95 procent van de tijd zouden draaien, is erg optimistisch. Vanaf windkracht 2 tot 3 wekken de turbines energie op, maar ze leveren dan nog nauwelijks stroom. Bij windkracht 5 is het vermogen 12 procent van het maximum. Pas bij windkracht 7 produceren ze maximaal. Dit vermogen houden ze vol tot windkracht 10-12. Dan worden ze stilgezet om overbelasting te voorkomen.

    Het CBS-rapport ”Hernieuwbare energie in Nederland 2014” gaat uit van een gemiddeld rendement (meestal aangeduid als ”productiefactor”) van 24 procent. De productiefactor in Nederland is voor lage turbines (tot 30 meter) ongeveer 15 procent en voor hoge turbines 25 procent. Op zee loopt ditop tot 40 procent.

    Reservecapaciteit

    Het is een hardnekkig misverstand dat we met voldoende zon- en windenergie geen volledige reservecapaciteit achter de hand hoeven te houden. Als zon en wind te weinig of zelfs helemaal niets leveren, moet het ontbrekende vermogen volledig worden aangevuld. Aanbod en vraag moeten te allen tijde in balans zijn. Dat kan op beperkte schaal door inkoppeling van vermogen uit naburige landen. Maar die hebben doorgaans hetzelfde probleem.

    Waait het erg hard in Duitsland en Denemarken, twee landen waar veel windenergie wordt opgewekt, dan kan daar een fors energieoverschot ontstaan. Dat kan alleen tegen zeer lage prijzen worden gedumpt in omliggende landen. Soms moet daar zelfs geld op worden toegelegd. Het probleem is dat elektriciteit bij de huidige stand van de techniek niet economisch grootschalig kan worden opgeslagen om een energiebuffer te hebben wanneer de zon niet schijnt en de wind is gaan liggen.

    In bergachtige landen kan bij te veel wind water naar hooggelegen bergmeren gepompt worden. Bij te weinig wind kan deze energie via waterkracht worden omgezet in elektriciteit. In ons vlakke land gaat dat niet en moeten de bestaande energiecentrales bijspringen. Meer dan 98 procent van de energiebehoefte wordt nu nog als basislast geleverd door kolen- en kerncentrales. Die kunnen niet snel reageren op veranderingen van zon- en windenergie.

    Moderne gascentrales kunnen dat wel, maar dat heeft een prijs. Snelstartende gasturbines hebben een laag rendement, zo’n 30 procent tegenover 58 procent voor een conventionele centrale. De gewenste CO2-besparing wordt daardoor grotendeels tenietgedaan. Voor België berekende J. Soens in zijn proefschrift dat windenergie bij vermogens boven 5 procent van het totale landelijke vermogen geen CO2-winst meer oplevert.

    Op dit moment komt zo’n 5 procent van onze stroom van windmolens, 0,7 procent van ons jaarlijkse energiegebruik. Het Energieakkoord wil dit opvoeren tot 20 procent, overeenkomend met bijna 3 procent van ons totale energiegebruik. Als dr. Soens gelijk heeft, blijft er zo van de CO2-besparing niet bar veel over. Deze tientallen miljarden kostende nationale operatie om het klimaat te redden lijkt dan weggegooid geld.

    Wil het ooit wat worden met windenergie, dan zal er een doorbraak moeten komen in grootschalige opslagtechnologie. Voorlopig blijft het bij plannen en bij exotische experimenten, zoals opslag in de accu’s van elektrische auto’s, cv-ketels die op commando ook stroom opwekken, ondergrondse opslag van gecomprimeerde lucht in lege gasvelden en van water in ondergrondse mijnschachten. Het lijkt mij dat deze ingenieuze ideeën voorlopig slechts gedeeltelijk de gesignaleerde energie-onbalans kunnen overbruggen. Van wind kunnen we nog niet leven.

    De auteur werkte als wetenschappelijk medewerker aan Wageningen University en was docent techniek en maatschappij aan de Evangelische Hogeschool. 

    RD.nl


    3 reacties :

    h.oldeboom zei

    Het verzet tegen windmolens zal dus vanuit andere optiek gevoerd moeten gaan worden dan die uit een angst voor klimaat verandering. Namelijk, het verzet van de mensen die het zat zijn voor onzin als het windmolen opstellen tegen een vermeende klimaatverandering waarbij die molens door hun geringe en wisselvallige onbetrouwbare elektriciteit productie in het geheel niet bijdragen aan diezelfde, door politieke gedachtenkronkels geïnspireerde, klimmatverandering. Kortom, U wordt op schandalige, welhaast misdadige wijze bestolen van Uw geld door een overheid die nota bene in stand wordt gehouden door Uzelf. Zoiets van bijten in de hand van degene die voedt, waarbij de bevolking de voedselverstrekkende (belastingbetaler)hand is en de overheid de bijter.

    Anoniem zei

    Denemarken en Duitsland produceren elk jaar meer CO2 terwijl de productie van wind/zon toeneemt. Dit geeft wel aan dat windmolens en zonnepanelen qua CO2-reductie contraproductief zijn. Daarnaast zijn ze zwaar onrendabel zodat er veel subsidie bij moet, 3,5 miljard euro SDE+ per jaar voor windmolens en een toenemende salderingssubsidie voor zonnepanelen.

    Voorlopig gewoon doorgaan met gas- en kolencentrales is niet alleen goedkoper maar ook beter voor het milieu.

    h.oldeboom zei

    Nog eentje over de leugen 'teveel wind in bergachtige gebieden': Ik ben zelf in Vorarlberg bij de Vorarlberger Illwerke (waterkrachtenergie bedrijf) geweest en die bestaan bij de gratie van 'onze' windmolens en wat doen die? 's Nachts kopen ze goedkope kolen - en kern energie stroom in en pompen met die goedkope nachtstroom de stuwmeren vol om die overdag, bij onverwachte vraag zoals plotselinge windstiltes e.d. bij ons, voor een veelvoud van de inkoopprijs, aan ons ( U dus) te verkopen. Wie zou deze ongein toch betalen? - ze bouwen voor die stuwmeerwateropslag middels nachtstroom complete nieuw stuwmeren!

    Een reactie posten