Bosch & Van Rijn kritisch op overheid rond bouw windparken

Datum:
  • dinsdag 29 maart 2016
  • in
  • Categorie: , , , ,
  • De overheid moet nog grote stappen zetten rond de bouw van windparken. Dat blijkt uit de eerste evaluatie van de Gedragscode draagvlak en participatie wind op land, uitgevoerd door adviesbureau Bosch & Van Rijn in opdracht van NWEA.

    Al in beginstadium informeren         
    Daar ligt ook direct de kans voor de overheid volgens het onderzoeksbureau. ‘Het bevoegd gezag zou als neutrale, democratisch gekozen partij de regierol moeten oppakken.’ Hoewel de omwonende steeds meer worden betrokken bij de bouw van windparken gebeurt dat bij de helft van de projecten pas tijdens het project en niet vanaf het allereerste begin. ‘Omwonenden van een gepland windpark worden in de meeste gevallen niet actief benaderd door het bevoegd gezag. Zeker niet in een het beginstadium. In een later stadium is er vaak de bekende ‘informatieavond’.’ Vooral de groep die tegen de windmolens is, vindt de communicatie ronduit slecht. ‘Men is vaak nog bezig met het ter discussie stellen van de locatie, terwijl de projectontwikkelaar al bezig is met het invullen van de locatie: er wordt langs elkaar gepraat. Deze groep krijgt daardoor het gevoel dat ze door geen enkele betrokken partij serieus genomen worden.’

    Objectieve informatie


    Omwonende die in de middengroep verkeren wat betreft de mening over windmolens geeft aan dat er vooral behoefte is aan objectieve informatie. ‘Ze zijn vooral bezorgd over geluid, slagschaduw, woningwaarde en landschap. Deze groep gaf aan dat er voornamelijk contact met projectontwikkelaars geweest is, en in mindere mate met het bevoegd gezag.’ Deze groep kan met goede informatievoorziening overtuigd worden om te participeren.
    Projectontwikkelaars kunnen omwonende dus alleen goed betrekken als ook de betreffende overheden een actievere rol nemen. ‘De bevoegde gezagen moeten inwoners en omwonenden beter informeren over nut en noodzaak van windenergie. Zij zijn een belangrijke partij om dit op een onafhankelijke manier te kunnen doen’, zo is te lezen in de evaluatie.

    Gemeenten


    Hoewel gemeenten participatie en communicatie bij windparken belangrijk vinden, worstelen ze nog met de vraag hoe dit hoe dit complexe proces op de juist wijze vormgegeven kan worden. ‘Allereerst mag er van gemeenteraden en gemeentebesturen een meer proactieve houding ten aanzien van windenergieprojecten worden verwacht. Veel gemeenten zien windenergie als een probleemdossier. Ze ‘stribbelen mee’. Vooral bij de kleinere gemeenten (klein aantal inwoners) is dit het geval’, schrijft Bosch & Van Rijn in de evaluatie.

    Energiebedrijven

    De gedragscode is in 2014 ondertekend door milieu-organisaties en door de leden van de NWEA, voornamelijk energiebedrijven. Uit het onderzoek blijkt dat die bedrijven zich over het algemeen vrij goed houden aan de richtlijnen. Vooral de grote energiebedrijven (Nuon, Essent en Eneco) doen het goed. Wat betreft participatie biedt 95% de omwonenden de kans om mee te investeren in het park en 82% betrekt omwonenden bij de plannen. Toch doet maar 36 procent van de projectontwikkelaars dat echt proactief. ‘Projectontwikkelaars kunnen beter en vaker aangeven hoe en wanneer omwonenden invloed hebben op cruciale beslismomenten in het proces,’ aldus Bosch & Van Rijn.
    Bron: NWEA - Energie Overheid 






    0 reacties :

    Een reactie posten