In 2014 waren de windmolens in Nederland goed voor een vermogen van ruim 2800 megawatt, oftewel 48 procent van de doelstelling voor 2020. Noord-Holland zit iets over de helft van haar doelstelling.
Dit blijkt uit een analyse van LocalFocus op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Compendium voor de Leefomgeving en gegevens van het Interprovinciaal Overleg, een vereniging waarin de twaalf provincies vertegenwoordigd zijn.
Noord-Holland realiseerde in 2014 51,6 procent van haar doelstelling; daarmee staat de provincie op de derde plek van best presterende regio's op dit gebied. Over vijf jaar moet de kustprovincie ruim 685 megawatt produceren.
Het bijgeplaatst vermogen voor windenergie groeide het afgelopen jaar over heel Nederland met 150 megawatt. Dat is relatief weinig afgezet tegen de groei in het verleden en de ambities vanuit het beleid, aldus het CBS. Reden voor de beperkte groei is volgens het statistiekbureau dat afgelopen jaar geen grote projecten gereed kwamen. Ook het opgebrachte vermogen in Noord-Holland was in 2014 nagenoeg gelijk als in 2013.
Akkoord
In 2013 bereikten de twaalf provincies een akkoord over de verdeling van in totaal zesduizend megawatt aan windenergie op land. Uiterlijk 2020 moet dit cijfer van het Rijk gehaald zijn. De gemiddelde kerncentrale heeft een vermogen van ongeveer 880 megawatt.
Voor de afzonderlijke provincies zijn doelstellingen vastgelegd wat betreft het te produceren vermogen. Noord-Brabant wacht de grootste taak: de windmolens in de provincie, in 2014 goed voor in totaal 118 megawatt aan vermogen, produceren momenteel slechts 25 procent van de doelstelling voor 2020.
Draagvlak
Provincies zijn zelf verantwoordelijk voor het ruimtelijk mogelijk maken van de plaatsing van windmolens. Waar de molens daadwerkelijk komen is afhankelijk van lokaal draagvlak en de markt.
Dat draagvlak is volgens de onderzoekers relatief groot in Flevoland, hoewel de provincie niet de meest gunstige windcondities heeft. Samen met Zeeland staat die provincie bovenaan de lijst van regio's die al het dichtst bij hun doelstelling voor 2020 zitten.
(Door: Priscilla Tienkamp) Het ParoolNoord-Holland realiseerde in 2014 51,6 procent van haar doelstelling; daarmee staat de provincie op de derde plek van best presterende regio's op dit gebied. Over vijf jaar moet de kustprovincie ruim 685 megawatt produceren.
Het bijgeplaatst vermogen voor windenergie groeide het afgelopen jaar over heel Nederland met 150 megawatt. Dat is relatief weinig afgezet tegen de groei in het verleden en de ambities vanuit het beleid, aldus het CBS. Reden voor de beperkte groei is volgens het statistiekbureau dat afgelopen jaar geen grote projecten gereed kwamen. Ook het opgebrachte vermogen in Noord-Holland was in 2014 nagenoeg gelijk als in 2013.
Akkoord
In 2013 bereikten de twaalf provincies een akkoord over de verdeling van in totaal zesduizend megawatt aan windenergie op land. Uiterlijk 2020 moet dit cijfer van het Rijk gehaald zijn. De gemiddelde kerncentrale heeft een vermogen van ongeveer 880 megawatt.
Voor de afzonderlijke provincies zijn doelstellingen vastgelegd wat betreft het te produceren vermogen. Noord-Brabant wacht de grootste taak: de windmolens in de provincie, in 2014 goed voor in totaal 118 megawatt aan vermogen, produceren momenteel slechts 25 procent van de doelstelling voor 2020.
Draagvlak
Provincies zijn zelf verantwoordelijk voor het ruimtelijk mogelijk maken van de plaatsing van windmolens. Waar de molens daadwerkelijk komen is afhankelijk van lokaal draagvlak en de markt.
Dat draagvlak is volgens de onderzoekers relatief groot in Flevoland, hoewel de provincie niet de meest gunstige windcondities heeft. Samen met Zeeland staat die provincie bovenaan de lijst van regio's die al het dichtst bij hun doelstelling voor 2020 zitten.
0 reacties :
Een reactie posten