Wind SDE+ 2015

Datum:
  • zaterdag 7 februari 2015
  • in
  • Categorie: , ,
  • Wilt u windenergie opwekken? Op deze pagina vindt u informatie over de SDE+ subsidiemogelijkheden in 2015 voor de investering in windturbines. Het is niet mogelijk om subsidie voor Wind op zee  aan te vragen. Voor deze categorie wordt naar verwachting medio 2015 een aparte tenderregeling gepubliceerd.



    In 2015 zijn er 3 categorieën met winddifferentiatie:
    • Wind op land
    • Wind op verbindende waterkeringen
    • Wind op land één op één vervanging
    Daarnaast kunt u in 2015 subsidie aanvragen voor:
    • Wind in meer
      en in de categorie
    • Wind op land overgangsregeling
    Windenergie heeft een aantal kenmerken die we op deze pagina uiteenzetten.

    Windrapport

    Met ingang van 2015 moet de haalbaarheidsstudie voor windprojecten een windrapport bevatten. Per project wordt het maximum aantal vollasturen bepaald, waarvoor subsidie kan worden aangevraagd. Dit gebeurt aan de hand van de netto P50-waarde voor de productie uit het windrapport.

    Winddifferentiatie

    Met winddifferentiatie worden alle gemeentes in Nederland ingedeeld in vier windsnelheidscategorieën. De kaart ‘Windsnelheid per gemeente in Nederland’ toont de gemiddelde windsnelheid per gemeente in Nederland en onderscheidt de volgende windsnelheidscategorieën:
    • ≥ 8,0 m/s
    • ≥ 7,5 en <  8,0 m/s
    • ≥ 7,0 en < 7,5 m/s
    • < 7,0 m/s
    Per windcategorie wordt een apart subsidiebedrag berekend. Het maximum bedrag waarvoor subsidie kan worden aangevraagd is afhankelijk van de gemeente waarin het project wordt gerealiseerd. Een uitgebreid overzicht van de basisbedragen vindt u onderaan bij de downloads. Bij uw subsidieaanvraag in het eLoket selecteert u de gemeente. De naam van de gemeente kan anders zijn dan de plaatsnaam van de locatie waar u het project gaat realiseren. Een lijst van de gemeentes vindt u in de bijlage van de Aanwijsregeling SDE-categorieën 2015.
    De kaart ‘Windsnelheid per gemeente in Nederland’ is gebaseerd op een windkaart van het KNMI.

    Wind op verbindende waterkeringen

    Het plaatsen van een windturbine op een verbindende waterkering brengt extra kosten met zich mee zoals funderingskosten, bouw- en civiele kosten en netaansluitingen. Hiervoor is de nieuwe categorie wind op verbindende waterkeringen in 2015 geopend.
    U kunt subsidie aanvragen als de locatie van de windturbines zich bevindt binnen de beschermingszones van een verbindende waterkering. Welke gebieden in aanmerking komen kunt u lezen in het Rapport Hydraulische randvoorwaarden primaire waterkeringen voor de derde toetsronde 2006-2011 (HR2006), bijlage 1 van de Regeling veiligheid primaire waterkeringen.

    Eén op één vervanging

    Bij vervanging van nagenoeg vergelijkbare turbines zijn hoge rendementen op eigen vermogen te halen omdat bijvoorbeeld bepaalde investeringskosten wegvallen. De nieuwe categorie 1-op-1 vervanging houdt hiermee rekening via aangepaste basisbedragen. Deze categorie betreft plaatsing van een nieuwe turbine:
    • op dezelfde locatie als de oude turbine;
    • waarbij het vermogen van de nieuwe turbine minder dan 1 MW toeneemt ten opzichte van de oude turbine;
    • waarbij de oude turbine; die op dezelfde locatie staat of heeft gestaan op het moment van aanvraag minimaal 10 jaar daarvoor in gebruik is genomen.

    Wind in meer

    Ook in 2015 kunt u  een subsidieaanvraag indienen in de categorie ‘wind in meer’. Hierbij geldt dat de fundering van een windturbine geplaatst moet worden in het water van een meer van minimaal één vierkante kilometer.

    Wind op land overgangsregeling

    In 2015 kunnen projecten, die in een vergevorderd stadium zijn van hun ruimtelijke inpassing, gebruik maken van de ‘wind op land overgangsregeling’. In deze categorie kunt u subsidie aanvragen wanneer:
    • voor 1 januari 2015 een ontwerp-inpassingsplan of ontwerpbestemmingsplan ter inzage is gelegd of de aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend.
    Daarnaast geldt:
    • wanneer op de betreffende locatie een windturbine staat of heeft gestaan het vermogen van de nieuwe windturbine tenminste 1 MW hoger moet zijn.
    Voor de overgangsregeling geldt een maximum aantal vollasturen per fase, zie hiervoor de download  onderaan deze pagina, en is de windfactor van toepassing.

    Windfactor

    In 2015 wordt de ‘windfactor’ alleen in de categorie ‘wind op land overgangsregeling’ toegepast.

    Windenergie heeft als kenmerk dat in een extreem jaar de windopbrengst tot wel 20 % kan afwijken van de verwachte gemiddelde windopbrengst. SDE+ subsidie wordt uitgekeerd over een maximaal aantal vollasturen per jaar. In een slecht windjaar zou u minder subsidie krijgen.

    Dit is echter niet te compenseren in een goed windjaar, omdat de subsidie is gemaximeerd. De subsidie wordt daarom uitgekeerd over maximaal 80 procent van de vollasturen.

    Bij de vaststelling van het basisbedrag wordt het berekende basisbedrag vermenigvuldigd met een correctiefactor van 1,25 (= 1/80 %), de zogenaamde ‘windfactor’. Dit zorgt ervoor dat u bij dit bijgestelde maximum van 80 procent van de vollasturen geen lager subsidiebedrag ontvangt.

    Voor een aanvraag in de vrije categorie geldt hetzelfde. De windfactor wordt ook gebruikt bij het vaststellen van de basiselektriciteitsprijs en de correctiebedragen. Omdat voor ‘wind op land overgangsregeling’ de windfactor geldt, is het niet toegestaan om gebruik te maken van ‘banking’.

    Rangschikking

    In de SDE+ wordt de subsidie toegekend in volgorde van ontvangst van de (volledige) aanvraag. Als op een zelfde dag meerdere aanvragen worden ontvangen zal RVO.nl de aanvragen toekennen in volgorde van het laagste basisbedrag. Bij projectaanvragen voor ‘wind op land overgangsregeling’ gaan we bij de rangschikking uit van het basisbedrag zonder toepassing van de windfactor. Hierdoor zijn deze windprojecten in de rangschikking niet in het nadeel ten opzichte van de technieken zonder ‘windfactor’.
    Een uitgebreid overzicht van de categorieën met de bijbehorende basisbedragen en een rekenvoorbeeld vindt u als downloads onderaan deze pagina.


    Downloads:

    ____________________________________________________________________________

    Energie Investeringsaftrek (EIA)

    Via de Energie Investeringsaftrek (EIA) kunnen bedrijven fiscaal voordelig investeren in energiezuinige technieken en duurzame energie. U kunt 41,5% van de investeringskosten aftrekken van de fiscale winst, bovenop uw gebruikelijke afschrijving. Met deze regeling stimuleert het ministerie van Economische Zaken duurzaam ondernemen.


    Met de zoekfunctie zoeken in de Energielijst en Milieulijst 2015 kunt u zoeken naar energiezuinige en milieuvriendelijke technieken met fiscaal voordeel. U kunt zoeken op (meerdere) trefwoorden, branches en codes.
    Daardoor betaalt u minder inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Gemiddeld levert de EIA u 10% belastingvoordeel op. Naast dit belastingvoordeel leveren energiezuinige investeringen u ook een lagere energierekening op.

    Inspiratie

    Wilt u weten welke mogelijkheden er zijn om binnen uw bedrijf energie te besparen mét fiscaal voordeel van de EIA? Kijk dan op de Energielijst 2015. Dit is een lijst met zo’n 160 energiezuinige investeringen (op de Energielijst worden deze bedrijfsmiddelen genoemd) waarvoor u gebruik kunt maken van de EIA. Fiscale aftrek is mogelijk voor duidelijk omschreven investeringen (specifiek) maar ook voor maatwerk investeringen (generiek) die een forse energiebesparing opleveren.

    Aanvragen

    Wees op tijd met het aanvragen van EIA: binnen 3 maanden na het geven van de opdracht (schriftelijk dan wel mondeling).

    Budget

    Het budget voor 2015 is 106 miljoen euro.

    Duurzaam ondernemen

    Wilt u meer weten wat er binnen bepaalde sectoren mogelijk is? Kijk op de pagina Duurzaam ondernemen.


    _____________________________________________________________


    0 reacties :

    Een reactie posten