Verduistering in de praktijk

Datum:
  • vrijdag 12 december 2014
  • in
  • Categorie: , ,

  • Geloof boven wetenschap en mening boven meting.


    Pagina's: 1 2 3

    Share on twitterShare on facebookShare on google_plusone_shareShare on emailShare on print
    Een gastbijdrage van Kees le Pair
    In ‘De toekomst achter ons’ constateerde ik dat de maatschappij het pad van de ‘Verlichting’ heeft verlaten en terug marcheert richting duisternis. Geloof boven wetenschap en mening boven meting. Voor een schrijver is het fijn, wanneer later blijkt dat hij het bij het rechte eind had. Reden dus om me te verheugen over het gedrag van onze regering. Die zet er op de terugweg flink de pas in. En omdat vrijwel de hele volksvertegenwoordiging marsrichting en tempo steunt, mogen we aannemen dat er een breed maatschappelijk draagvlak is.
    Een miljoen lemmingen vinden niet van elkaar dat ze verkeerd lopen.
    De tamboermajoor die op het moment de kudde voorgaat is Henk Kamp, Minister van Economische zaken. Hij is mij sympathiek, al heeft hij het bij het verkeerde eind. Jammer voor hem, want hij gaat de vaderlandse geschiedenis in als de grootste verkwister ooit. Zijn naam zal in een toekomstige parlementaire enquête veelvuldig klinken. We hebben nog nooit eerder iemand gehad, die zoveel geld weggooit.
    Richard Feynman vatte de essentie van de wetenschap bondig samen:
    Indien de theorie andere uitkomsten geeft dan de metingen is de theorie fout.
    Kamerlingh Onnes, een van onze eigen Nobelprijs winnaars, zei het nog bondiger:
    Van meten tot weten.
    Met dat axioma steeg sinds de 16e eeuw de kennisvergaring uit boven die van profeten, alchemisten, astrologen en andere amateurs. Dat eeuwenoude principe is de regering ontgaan. Klimaatmodellen tonen dat meer CO2 in de lucht de temperatuur doet stijgen, metingen dat meer CO2 dat al 16 jaar niet doet. Maar Kabinet en Tweede Kamer houden vol dat CO2 het warmer maakt. Het geklungel zou niet erger zijn dan dat van een sekte die het eind van de wereld op 1 januari voorspelt, indien het niet ten koste zou gaan van onze welvaart en welzijn.
    Trouwe lezers van deze webstek weten dat ik mijn pijlen tegenwoordig in hoofdzaak richt op windmolens. Daar speelt nu ook zoiets.
    Er is een ‘Energieakkoord’ waarin aan windmolens een rol is toebedacht in onze elektriciteitsvoorziening. Het kost de samenleving alleen al 18 miljard euro om de windstroom verkoopbaar te maken. Zonder dat douceurtje zouden de molenaars niet gaan bouwen. Maar die 18 miljard van ons belastinggeld is slechts het topje van de ijsberg. Een flinke top, dat wel. Het is meer dan de JSF-gevechtsvliegtuigen, de Fyra, de hoge-snelheidslijn en de Betuwelijn samen. De molenbouwers en de bekabelaars moeten zelf een groter bedrag opbrengen. Dat doen ze alleen omdat ze dat later ruimschoots van de consumenten terugbetaald krijgen. Samen met de 18 miljard subsidie verwachten ze een profijtelijke zaak. In totaal zullen de komende 15 jaar de dames en heren van de wind iets tussen de 50 en 100 miljard willen terugontvangen. Wanneer je bedenkt dat investering in molens en bekabeling extra (=overbodig) is – het bestaande systeem kan de stroomvoorziening goed aan – dan volgt daaruit dat de bevolking die overbodige 50 – 100 miljard, zal moeten opbrengen. Het gaat niet om een kleine aderlating.

    Pagina's: 1 2 3







    0 reacties :

    Een reactie posten