Provincie: PVV stelt vragen over vervanging windmolens

Datum:
  • woensdag 19 november 2014
  • in
  • Categorie: , ,
  • Haarlem -  19 november 2014 - Danny van der Sluis (PVV) stelt vragen.


    Vragen nr. 114
    Vragen van de heer D.J. van der Sluijs (PVV) over Funderingen van windturbines bestaan uit buitengewoon klimaat- en milieuonvriendelijk materiaal


    Inleiding:

    In de Volkskrant artikelen ‘Windmolens vervangen om subsidie’ en ‘Bouwen aan een CO2-vrije toekomst’ (zie bijlagen) staat o.a. het volgende te lezen: Energiebedrijven, boeren en andere exploitanten van duurzame energie willen zeker 172 recent gebouwde megawindmolens slopen, waarvan 78 in Noord-Holland, en vervangen om zo extra subsidie te kunnen incasseren. Als zij dit jaar nog een vergunning regelen voor de nieuwe turbines, maken zij aanspraak op meer dan 350 miljoen euro groene stroomsubsidie vanuit de SDE+ regeling.

    Dat blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NLVOW) bij gemeenten en provincies door heel Nederland. In de provincie Noord-Holland zou dit aan om 74 windturbines. In de praktijk zal de exploitant de windturbine 10-15 jaar in stand houden. Na 15 jaar kan de exploitant weer opnieuw een vervangende turbine plaatsen om zodoende weer voor een bepaalde periode in aanmerking te komen voor subsidie. Minister Kamp heeft in een reactie verklaard dat de SDE+ regeling in 2015 zal worden aangescherpt zodat deze hiaat in de wetgeving is gerepareerd.

    Het basisbedrag in de SDE+ regeling heeft bij het vervangen van een bestaande windturbine een gunstiger effect omdat enkele investeringen niet nodig zijn. Een voorwaarde voor het verkrijgen van SDE+ subsidie is overigens wel dat de betonnen fundering wordt vernieuwd. Echter zullen de investeringen voor een nieuwe windturbine in de praktijk ongeveer de helft zijn van een reguliere plaatsing omdat de nog niet technisch en economisch afgeschreven windturbine op de tweedehandse markt kan worden verkocht. De PVV fractie heeft al eerder vragen gesteld over de veiligheidsaspecten van windturbines nabij hogedruk gasleidingen. Wij maken ons ook hier ernstige zorgen over de technische (on)mogelijkheden om een fundering te vervangen voor een windturbine. 

    Door de vervanging van jonge windmolens voor identieke modellen zal het opgesteld vermogen niet stijgen, maar de (maatschappelijke) kosten wel toenemen. De SDE+ gelden worden immers opgebracht door een opslag van de energierekening die de burgers op hun deurmat krijgen. Dit past volgens de PVV Noord-Holland niet in de doelstelling, die de Minister van Economische Zaken bovendien zelf heeft geformuleerd, om voor de overheid minst mogelijke kosten te komen tot duurzaam opgewekte energie. Het past wel in het verdienmodel van de ondernemer die met subsidies en ten koste van de belastingbetaler zijn zakken vult. Zolang deze regeling zo winstgevend is om een jonge windturbine onnodig te vervangen blijft windenergie levenslang gesubsidieerd.

    Vragen:

    1. Gedeputeerde Staten (GS) vinden dat het één op één vervangen van bestaande solitaire windturbines in de Wieringermeer leidt tot oneigenlijk gebruik van de Stimuleringsregeling voor Duurzame Energie en heeft dit minister Henk Kamp van Economische Zaken onder de aandacht gebracht. Nu blijkt dat er op een veel grotere schaal vergunning zijn aangevraagd voor het vervangen van jonge windturbines worden de maatschappelijke en ecologische gevolgen wellicht nog veel groter dan GS tot nog toe realiseerde. Voelt GS zich verantwoordelijk om deze onwenselijke ontwikkelingen op alle mogelijke manieren tegen te gaan? Zo ja, wat gaat GS, buiten het louter melden van, ondernemen om te voorkomen dat het jonge windturbines worden vervangen. Zo nee, waarom niet?

    2. Is de provincie bekend met het artikel ‘Bouwen aan een CO2-vrije toekomst’ in de Volkskrant (17-11-2014)?

    3. Is de provincie het eens met de conclusie dat cement een buitengewoon klimaatonvriendelijk bouwmateriaal is? Zo nee, waarom niet? Men kan er van uitgaan dat het vervangen van een jonge windturbine uitsluitend wordt gedaan indien deze in aanmerking komt voor een SDE+ regeling en dat hiervoor de fundering van de windturbine ook daadwerkelijk moet worden vervangen.

    4. Hoe gaat de provincie controleren of de indien een eigenaar van een windturbine in aanmerking wil komen voor een SDE+ regeling de betonnen fundering daadwerkelijk vervangt? Graag een gemotiveerd antwoord.

    5. Om in aanmerking te komen voor de SDE+ regeling zal de fundering dus moeten worden vervangen. Zal er dan ook opnieuw geheid moeten worden? Zo ja, hoe gaat de provincie controleren of de oude heipalen ook daadwerkelijk worden vervangen?

    6. Is de provincie Noord-Holland in het kader van de veiligheidsaspecten voornemens zich te laten informeren over de technische mogelijkheden om funderingen van windturbines te vervangen. Zo ja, welk bedrijf gaat dit uitvoeren? Zo nee, waarom niet?

    7. Gezien de wellicht technische onmogelijkheid om nieuwe fundering te plaatsten op exact dezelfde locatie is de kans groot dat dit niet gebeurt. Hoe gaat de provincie controleren of een windturbine daadwerkelijk op exact dezelfde plek als de oude turbine wordt geplaatst? Zoals ook in de Volkskrant van 17-11-2014 stond geschreven is beton een zeer milieuonvriendelijk materiaal.

    8. Hoeveel beton wordt er gebruikt bij het bouwen van een (vervangende) windturbine? Daarbij graag specifiek het aantal betonpalen en de totale hoeveelheid kubieke meter beton voor twee representatieve windturbines zijnde de Enercon E70 2,3 MW en Vestas 52 850 KW.

    9. Volgens de inventarisatie van de NLVOW zijn er 78 aanvragen voor vervanging van jonge windturbines ingediend in Noord-Holland. Is het mogelijk om aan te geven voor hoeveel windturbines ook subsidie volgens de SDE+ regeling is toegekend?

    10. Hoe groot verwacht de provincie dat de milieuschade zal zijn, in tonnen CO2, door de vervanging van de fundering van een oude windturbine bij het plaatsen van de fundering voor een nieuwe windmolen? Graag een gemotiveerd antwoord.

    11. Kan de provincie aangeven aan wie afgeschreven windturbines op de tweedehandse markt worden verkocht en hoeveel deze afgeschreven windturbines opbrengen? Zo nee, waarom niet? 

    Gedeputeerde Staten zullen de gestelde vragen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 30 dagen na binnenkomst, beantwoorden.


    Prov.N-H




    0 reacties :

    Een reactie posten